1. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de hoofdzekering. a. Controleer of de afstandsbediening aanwezig is. b. Draai de motorschakelaar in de stand RUN. c. Verwijder de linker zijafdekking. Raadpleeg de servicehandleiding. d. Verwijder zekeringsblok uit de ECM (elektronische regelmodule) sub-caddy. e. Verwijder zekeringsafdekking. f. Verwijder de hoofdzekering. |
1 | zekering |
2 | Zekeringdeksel |
1. | OPMERKING Bekijk de oriëntatie van de afstandspen van de lamp en de manier waarop de bedrading loopt tijdens de demontage en het verwijderen. De vervangende bestanddelen moeten op dezelfde manier gemonteerd kunnen worden. | Afbeelding 2. Verwijder de lens. | ||||||||||||
2. | Verwijder het zadel. Raadpleeg de servicehandleiding. | |||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 3. Ontkoppel de rechter (1) en linker (2) lampconnectoren. |
Afbeelding 3. Connector lamp van richtingaanwijzers | ||||||||||||
4. | Ontkoppel de connector voor kentekenplaatverlichting (3). | |||||||||||||
5. | Aparte bedrading van kabelbinders en bedradingsankers. | |||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 4. Verwijder het spatbord. Raadpleeg de servicehandleiding voor meer informatie. |
Afbeelding 4. Spatbordhardware (typisch) | ||||||||||||
7. | Spatbordbevestiging van richtingaanwijzers: Zie Afbeelding 5. Verwijder de bevestigingsclips en gooi deze weg (indien aanwezig). |
Afbeelding 5. Spatbordbevestiging van richtingaanwijzer | ||||||||||||
8. | Gooi de richtingaanwijzers en de afstandspennen weg. | |||||||||||||
9. | Centraal bevestigingspunt richtingaanwijzers: See Afbeelding 6. Scheid de richtingaanwijzers en de afstandspennen van de montageposities. |
Afbeelding 6. Centraal bevestigingspunt richtingaanwijzers | ||||||||||||
10. | Verwijder de LED-puck uit de richtingaanwijzerbehuizing en ontkoppel deze. | |||||||||||||
11. | Gooi de richtingaanwijzers weg. Bewaar de afstandspennen voor hergebruik. |
1. | OPMERKING FLSB maakt gebruik van de originele zwarte afstandspennen. | |||||||||||||
2. | Controleer of de richtingaanwijzerbehuizing en de afstandspen correct uitgelijnd zijn op de motorfiets en controleer of de afstandspen niet achterstevoren gemonteerd is voordat u de connector aansluit. | |||||||||||||
3. | FLSB-modellen: Monteer de LED-puck van de motorfiets in de zwarte richtingaanwijzerbehuizing. a. Zie Afbeelding 7. Sluit de lampen (1) aan op de kabelbomen. b. Lijn de uitsparing van de pakking (4) uit met de uitsparing van de LED-lamp (5). c. Lijn de lipjes (2) uit met de fittingsleuf (3). Schuif de LED-lamp (1) in de behuizing. Zorg ervoor dat de LED-lamp recht blijft staan. De LED-lamp wordt op zijn plaats gehouden dankzij de wrijving van de rubberen pakking (6). |
Afbeelding 7. LED-lipje en lampbehuizing | ||||||||||||
4. | FLFB/S-, FLSB-modellen: a. Zie Afbeelding 8. Steek als volgt de losse klemmen op de uiteinden van de draden in de openingen van het contacthuis: b. Blauwe richtingaanwijzerdraad naar gat 1. c. Paarse/bruine richtingaanwijzerdraad naar gat 2. d. Zwarte richtingaanwijzerdraad naar gat 4. e. Plaats een van de afdichtpennen (afbeelding 8, item 5) in gat 3. |
Afbeelding 8. JAE-connector | ||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 8. FXLR-modellen: a. Plaats een krimpkous (7) over de klem van de blauwe richtingaanwijzerdraad en verhit deze. b. Steek de losse klemuiteinden in de volgende contacthuisklemmen: c. Paarse/bruine richtingaanwijzerdraad naar gat 2. d. Zwarte richtingaanwijzerdraad naar gat 4. e. Plaats twee afdichtpennen (afbeelding 8, item 5) in gaten 1 en 3. | |||||||||||||
6. | ALLE modellen: Monteer de richtingaanwijzers en achtersteun. Raadpleeg de servicehandleiding. |
1. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding |
2. | Raadpleeg de servicehandleiding. Volg de procedure voor het wissen van BCM-codes. | |
3. | Programmeer de BCM. De BCM kan zelf de LED-richtingaanwijzers aanleren wanneer de alarmlichten geactiveerd worden nadat de LED's gemonteerd zijn. Activeer de alarmlichten voor minstens 20 seconden (of wacht tot de lichten 12 keer geknipperd hebben). Wanneer de alarmlichten 12 keer geknipperd hebben, is de instelling bijgewerkt in de BCM. | |
4. | Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. Test de lichten en controleer of het stuur, de remmen en de lichten het doen. | |
5. | Raadpleeg de servicehandleiding. Controleer of er geen BCM-codes zijn. Als er codes worden weergegeven, raadpleegt u de servicehandleiding. Volg de procedure voor het wissen van BCM-codes. | |
6. | Bevestig het zadel. Trek na montage het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Raadpleeg de servicehandleiding. | |
7. | Monteer achterlichtlens. |
Set | Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|---|
67800978 | 1 | Richtingaanwijzers (2) | 67801002 |
2 | Afstandspen (2) | 69933-08 | |
4 | Draadbinder (6) | 10065 | |
5 | Afdichtpen (4) | 5118 | |
6 | 4-polig contacthuis (2) | 72908-11 | |
7 | Warmtekrimp | 72411-97 | |
67800980 | 1 | Richtingaanwijzers (2) | 67801053 |
4 | Draadbinder (6) | 10065 | |
5 | Afdichtpen (2) | 5118 | |
6 | 4-polig contacthuis (2) | 72908-11 | |
67800981 | 1 | Richtingaanwijzers (2) | 67800988 |
2 | Afstandspen | 67800184 | |
3 | Afstandspen | 69933-08 | |
4 | Draadbinder (6) | 10065 | |
5 | Afdichtpen (2) | 5118 | |
6 | 4-polig contacthuis (2) | 72908-11 |