1. | Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Dek het voorspatbord en de brandstoftank af met een H-D werkplaatshoes of een schone doek om krassen te voorkomen. | |
3. | Haal de stuurklem, het stuur en de stuurverhogers. Zie de servicehandleiding. OPMERKING Let op het verloop van alle elektrische leiding- en remleidingverbindingen en de volgorde van het verhogerbevestigingsmateriaal bij de verwijdering. |
1. | Zie Afbeelding 1. Plaats het instrumentenpaneel (2) in de stuurklem (1). | |
2. | Plaats de bouten (3). Haal de bouten aan. Koppel: 1,4–1,9 N·m (12–17 in-lbs) Bouten instrumentenpaneel. | |
3. | Zie Afbeelding 2. Monteer de stuurverhogers (3). Zie de servicehandleiding. OPMERKING Laat de stuurverhogers (4) loszitten. | |
4. | Centreer het stuur (A) tussen de verhogers, waarbij u de geribbelde gedeelten (B) als richtlijn gebruikt. | |
5. | Plaats de stuurklem (2) in positie. | |
6. | Breng de bouten (1) aan. Draai NOG NIET vast. | |
7. | Til het stuur op tot de normale rijstand en houd het zo vast. | |
8. | Maak het stuur vast. a. Draai de twee voorste bouten losjes aan. OPMERKING Er moet vooraan een beetje ruimte zitten tussen de bovenste klem en de stuurverhogers. b. Draai de twee achterste bouten losjes aan. c. Draai de twee voorste schroeven vast. Haal de bouten aan. Koppel: 16,3–20,3 N·m (12–15 ft-lbs) Voorste stuurklembouten. OPMERKING Volg, als u stuuraccessoires hebt gemonteerd of gaat monteren, de aanhaalmomenten die in het desbetreffende instructieblad zijn opgenomen. d. Draai de twee achterste schroeven vast. Haal de bouten aan. Koppel: 16,3–20,3 N·m (12–15 ft-lbs) Achterste stuurklembouten. | |
9. | Draai de montagebouten van de verhogers vast. Koppel: 40,7–54,3 N·m (30–40 ft-lbs) Montagebouten verhogers. OPMERKING Volg, als u verhogeraccessoires hebt gemonteerd of gaat monteren, de koppelspecificaties op die in het desbetreffende instructieblad zijn opgenomen. |
1. | Installeer de rechter en linker schakelaars, gashendel, koppelingshendel en voorste hoofdcilinder. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Test de voorremhendel voor juiste werking en druk. | |
3. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
4. | Draai de contact-/lichtschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking) en controleer de juiste werking van de lampen en schakelaars. | |
5. | Knijp de remhendel in om de remlichten te testen. |
1 | Stuurklem |
2 | Instrumentenpaneel |
3 | Bout (4) |
Set | Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|---|
55900157 | 1 | Bout, inbuskop (4) | 3153 |
2 | Stuurklem | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
3 | Verhoger, stuur | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
55900157A | 1 | Bout, inbuskop (4) | 3153 |
2 | Stuurklem | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
3 | Verhoger, stuur | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
4 | Onderlegring | 10600050 | |
55900157B | 1 | Bout, inbuskop (4) | 10201029 |
2 | Stuurklem | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
3 | Verhoger, stuur | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
4 | Onderlegring | 10600050 | |
55900194 | 1 | Bout, inbuskop (4) | 10201029 |
2 | Klem, stuur, zwart | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
3 | Verhoger, stuur, zwart | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
4 | Onderlegring | 10600050 | |
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen | |||
A | Stuur | ||
B | Geribbeld gedeelte |