Sets | Voorgestelde Tools | Vaardigheidsniveau(1) |
---|---|---|
93300128 | Veiligheidsbril, Moersleutel, Loctite 243 (Blauw) |
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel | Aantal | Beschrijving | Onderdeelnr. | Opmerkingen | |
1 | 1 | Motorbagagetas, achterkant | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | ||
2 | 2 | Riem, veiligheidslijn | 93300143 | ||
3 | 1 | Riem, bevestiging, midden | 93300144 | ||
4 | 2 | Onderlegring | 10300244 | ||
5 | 2 | Schroef | 10201213 | ||
6 | 1 | Riem, schouder | 93300150 | ||
7 | 1 | Een regenhoes | 93300153 | ||
8 | 1 | Waarschuwingssticker (niet getoond) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
1. | Verwijder de duozit. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Afbeelding 2 Verwijder Standaard (OE) (Standaard (OE)) de middelste schroef (8) van het frame van het motorvoertuig. Bewaren. |
1. | Afbeelding 2
Installeer de voorste bevestigingsriem (8).
a.
Breng draadborgmiddel aan op
Standaard (OE)
de schroef (8).
LOCTITE 243 GEMIDDELDE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (BLAUW) (99642-97) b. Installeer bevestigingsriem (5), zadelriem (6), sluitring (7) en schroef (8). c. Draai schroef vast (8). Koppel: 4,3–5,2 N·m (38–46 in-lbs) | |
2. | Afbeelding 2
Maak de veiligheidsbevestigingsriemen aan de achterzijde (3) aan de duozit vast (1).
a. Positioneer de achterste veiligheidsbevestigingsriem (3), de sluitring (4) en de schroef (2) aan de duozit (1). Haal de bouten aan. Koppel: 4,2–5,1 N·m (37–45 in-lbs) b. Herhaal dit voor de andere kant van de duozit. | |
3. | Afbeelding 3
Installeer duozit (1).
Zie de servicehandleiding. OPMERKING Let er bij het installeren van de duozit op het motorvoertuig op, dat de bevestigingsriem aan de voorkant niet vast komt te zitten tijdens de installatie. | |
4. | Plaats de motorbagagetas op de duozit. | |
5. | Afbeelding 4 Bevestig de bevestigingsriemen van de motorbagage met G-haken (6) door de voorste bevestigingsriem (4) lussen en de achterste veiligheidsbevestigingsriem (5) lussen. | |
6. | Haal riemen strak aan om motorbagagetas vast te zetten met gebruik van nokvergendelingen (3). | |
7. | Berg de extra riemlengte op met behulp van elastische banden (7). | |
8. | Controleer of tas veilig op het voertuig gemonteerd is. |
1 | Passagierszadel |
2 | Schroef (2) |
3 | Veiligheidsbevestigingsriem aan de achterzijde (2) |
4 | Onderlegring (2) |
5 | Bevestigingsriem aan de voorzijde, midden |
6 | Steunriem |
7 | Onderlegring |
8 | Standaard (OE) Schroef |
1 | Passagierszadel |
2 | Veiligheidsbevestigingsriem aan de achterzijde (2), geïnstalleerd |
3 | Bevestigingsriem aan de voorzijde, geïnstalleerd |
1 | Tail bag |
2 | Riemlus (4) |
3 | Nokvergrendeling (4) |
4 | Bevestigingsriem lus aan de voorzijde |
5 | Veiligheidsbevestigingsriem lus aan de achterzijde (2) |
6 | Motorbagagetas bevestigingsriem met G-haak (4) |
7 | Elastische riemband (4) |
1. | Haak de uiteinden van de riemen aan de D-ringen aan de zijkanten van de motorbagagetas. | |
2. | Afbeelding 4 Bevestig G-haken (6) om lussen (2) vast te binden tijdens het dragen van motorbagagetas (1). |
1. | Bevestig de riem met sluiting aan de D-ring van de motorbagagetas. | |
2. | Trek regenhoes over hele tas. | |
3. | Trek aan het touwtje onderaan de hoes om deze strak te trekken en zet vast met het slot van de bagageklep. | |
4. | Zorg ervoor dat de regenhoes in zijn geheel onder de motorbagagetas weggestopt is. |
1. | Maak gebruik van een stofvrije doek om stof en vuil af te vegen. | |
2. | Reinig de buitenkant grondig met warm water en een mild schoonmaakmiddel. | |
3. | Laat het materiaal volledig opdrogen voor gebruik of opslag. | |
4. | Maak geen gebruik van wasmachine of droger. | |
5. | Gebruik geen kunstmatige middelen om het materiaal sneller te drogen. | |
6. | Bevat een of meer van de volgende materialen: a. Polyester b. Polyethyleen c. Polypropyleen d. POM muts e. PVC f. EPDM Kunststof g. Nylon h. Vinyl |