Sets | Voorgestelde Tools | Vaardigheidsniveau(1) |
---|---|---|
29400488 | Veiligheidsbril, Momentsleutel, Loctite blauw |
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel | Aantal | Beschrijving | Onderdeelnr. | Opmerkingen | |
1 | 1 | Bout, bolkop | 10201407 | ||
2 | 1 | Filter, lucht- | 29400359 | ||
3 | 2 | Plug | 29400497 | ||
4 | 2 | Opsluitschroef | 869 | ||
5 | 1 | Schroef | 4741A | ||
6 | 1 | Fitting, olieleiding | 62700351 | ||
7 | 1 | Adapter, gasklephuis | 29500035 | ||
8 | 1 | Pakking, gasklephuis | 29000382 | ||
9 | 1 | Achterplaat | 29000395 | ||
10 | 1 | Afstandsring | 29000396 | ||
11 | 1 | Regenhoes | 29400121 | ||
12 | 1 | Waarschuwingssticker, zwart | 14000377 | ||
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen | |||||
A | 2 | Standaard (OE) (Standaard (OE))Schroef, flens |
1. | Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. |
1. | Verwijder Standaard (OE) luchtfilter. Zie de servicehandleiding. |
1. | Afbeelding 1 Als u het Standaard (OE) gasklephuis gebruikt, plaats dan de adapter van het gasklephuis (7) in de achterplaat (9). | |
2. | Monteer de pakking (8) op de achterplaat (9). a. Verwijder de beschermstrook van de pakking. b. Bevestig de zelfklevende kant van de pakking aan de achterplaat. | |
3. | Monteer de ontluchtingsfitting (6) in de achterplaat (9) zodat deze uitgelijnd is met Standaard (OE) de ontluchtingsslang. | |
4. | Monteer de achterplaat (9) op het gasklephuis. a. Zet de onverliesbare schroeven vast (4). b. Plaats de inbusschroef (5) op de bovenste locatie. Haal de bouten aan. Koppel: 6,2–6,8 N·m (55–60 in-lbs) | |
5. | Installeer de Standaard (OE) flensschroeven (A) op de cilinderkoppen. a. Breng schroefdraadborgmiddel aan opStandaard (OE) de schroeven. Haal de bouten aan. Koppel: 30–32,5 N·m (22–24 ft-lbs) LOCTITE 243 GEMIDDELDE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (BLAUW) (99642-97) | |
6. | Installeer de pluggen (3). | |
7. | Monteer luchtfilter (2), afstandhouder luchtfilter (10) en bolkop-schroef (1). Haal de bouten aan. Koppel: 6,2–6,8 N·m (55–60 in-lbs) |
1. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. |
1. | Controleer het luchtfilterelement elke: Lengte/afmeting/afstand: 8.000 km (4.971 mi) a. Inspecteer vaker onder stoffige omstandigheden. Lengte/afmeting/afstand: 8.000 km (4.971 mi) | |
2. | Vervang het luchtfilterelement elke: Lengte/afmeting/afstand: 8.000 km (4.971 mi) | |
3. | Reinig het element: OPMERKING
a. Verwijder het luchtfilterelement door vier schroeven te verwijderen die de filterdeksel vastzetten. b. Tik op het element om los vuil te verwijderen. Borstel het element voorzicht met een borstel met zachte haren. c. Spuit een ruime hoeveelheid luchtfilterreiniger op het katoenen filtermateriaal en laat het middel tien minuten lang intrekken OF wentel of doordrenk het katoenen filtermateriaal in een ondiepe pan gevuld met luchtfilterreiniger. Verwijder het onmiddellijk en laat het tien minuten intrekken. d. Spoel het filtermateriaal met langzaam stromend kraanwater af (spoel vanaf de schone kant naar de vuile kant). e. Schud na het spoelen al het achtergebleven water af en laat het filtermateriaal aan de lucht drogen. GEBRUIK GEEN perslucht of heteluchtpistool om het drogen te bespoedigen. f. Nadat het filtermateriaal volledig is opgedroogd, brengt u luchtfilterolie op EEN van de volgende wijzen aan: gebruik een knijpfles om luchtfilterolie zorgvuldig langs elke plooi aan te brengen; doe dit slechts eenmaal, OF sproei de olie slechts eenmaal langs elke plooi, waarbij u het mondstuk op een afstand van het filtermateriaal houdt. Lengte/afmeting/afstand: 76 mm (3 in) g. Laat de olie gedurende 20 minuten in het filtermateriaal trekken. Controleer het filtermateriaal na 20 minuten. Breng zorgvuldig olie aan op eventueel overgebleven zichtbare witte vlekken op het filtermateriaal. Laat de olie goed intrekken. | |
4. | Het filterelement installeren a. Afbeelding 1 Monteer het luchtfilterelement (13) en de deksel (14). OPMERKING Reinig de bevestigingsoppervlakken van de filter voorafgaande aan de montage. b. Monteer de bouten (12). Haal de bouten aan. Koppel: 6,2–6,8 N·m (55–60 in-lbs) |