1. | Volg de instructies in de desbetreffende servicehandleiding op en verwijder de Maxi-zekering. OPMERKING Bij het uitvoeren van de volgende stap, kunt u wellicht gemakkelijker bij de draadboom komen als de brandstoftank verwijderd wordt; volg de instructies in de servicehandleiding bij het verwijderen van de toepasselijke bevestigingsmiddelen om de tank enige centimeters omhoog te kunnen tillen. | |||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Volg de snelheidsmeterdraadboom van de snelheidsmeter naar de brandstoftank en zoek de connector die op ongeveer 10,2-15 cm (4-6 in) afstand voor de brandstoftoevoerklep ligt. Neem de mannelijke connector (1) aan de snelheidsmeterdraadboom uit de vrouwelijke connector. | |||||||||
3. | Trek de draadboom (3) en connector (1) voorzichtig door de rechthoekige bobinesteun (2). OPMERKING Tijdens het uitvoeren van de volgende stap wordt het stuur losgemaakt; dit kan daarbij snel vallen, waardoor de brandstoftank beschadigd kan worden. Houd het stuur vast als de bouten uit de stuurklemmen verwijderd worden en laat het stuur voorzichtig zakken bij het losmaken van de bouten. |
Afbeelding 1. Ontkoppel de snelheidsmeterdraadboom | ||||||||
4. | Zie Afbeelding 2. Maak de voorste twee stuurklembouten (1) los en verwijder deze samen met de onderlegringen; verwijder vervolgens de snelheidsmetersteun van de stuurklem. Laat de snelheidsmetersteun tijdelijk in de omgeving van de stuurklemmen liggen. Bewaar de klembouten en onderlegringen voor installatie. |
Afbeelding 2. Verwijderen snelheidsmetersteun | ||||||||
5. | Zie Afbeelding 3. Verwijder de twee bouten (1) en onderlegringen waarmee de koplampmontagesteun bevestigd is en laat de steun voorzichtig aan de linkerzijde van de voorvork hangen. Bewaar de steunbouten voor de installatie. |
Afbeelding 3. Verwijderen bevestigingsmiddelen koplampmontagesteun | ||||||||
6. | Trek de snelheidsmeterdraadboom voorzichtig omhoog door de open ruimte nabij de bovenste balhoofdplaat en verwijder de snelheidsmeter. | |||||||||
7. | Leg de snelheidsmeter met steun en draadboom op een werkbank of ander schoon werkoppervlak. OPMERKING Let er tijdens het uitvoeren van de volgende stap op, dat u de kunststof lens niet verliest als de sierplaat op de controlelampjes van de behuizing van de controlelampjes gescheiden wordt. | |||||||||
8. | Zie Afbeelding 9. Neem nota van de plaats van alle controlelampjes die in de snelheidsmetersteun gemonteerd zijn. Bij elk van de controlelampjes is de functie ervan op een van de lampdraden gedrukt. Verwijder de twee bouten waarmee het controlelampcluster aan de snelheidsmetersteun bevestigd is. Bewaar de bouten en het controlelampcluster voor latere montage op de snelheidsmeter-/toerentellersteun. | |||||||||
9. | Schroef de hoes van de snelheidsmeter-resetschakelaar af, door deze linksom te draaien. Verwijder de twee achterkapbouten en de achterkap. | |||||||||
10. | Zie Afbeelding 4. Ontkoppel de snelheidsmeterconnector in het midden van de snelheidsmeter. Neem nota van de stand van de achterste pakking (1) van de snelheidsmeter en verwijder de onderzijde van de pakking voldoende om de bedrading en connector door de kabelgeleider (2) te kunnen trekken. Verwijder de draadboom en gooi deze weg. Verwijder de rest van de achterste pakking. | |||||||||
11. | Druk voorzichtig aan de achterzijde op de snelheidsmeter en trek deze gelijktijdig met de voorste pakking uit de steun. De voorste pakking hoeft niet verwijderd te worden. |
Afbeelding 4. Verwijderen achterste pakking snelheidsmeter (afgebeeld met bedrading en connector verwijderd) | ||||||||
12. | Neem de dubbele steun uit de set. Smeer de voorste en achterste pakking van de snelheidsmeter in met isopropylalcohol of glasreiniger en monteer de snelheidsmeter vanaf de voorzijde in de linker opening in de dubbele steun. | |||||||||
13. | Zie Afbeelding 5. Neem de nieuwe draadboom voor de snelheidsmeter/toerenteller uit de set. Zet de achterpakking op zijn plaats en lijn hierbij de pakkinglipjes uit. Plaats de snelheidsmeterbedrading en connector tussen de pakking (4) en snelheidsmeter in; zorg er hierbij voor dat de bedrading in de kabelgeleider ligt. Sluit de snelheidsmeterconnector (1) aan. Werk de achterste pakking naar binnen in de ruimte tussen de snelheidsmeter en steun, door de snelheidsmeter tegen een van de zijden van de steun te duwen, terwijl u aan de tegenoverliggende zijde de pakking op zijn plaats duwt. |
Afbeelding 5. Montage onderdelen snelheidsmeter | ||||||||
14. | Monteer de snelheidsmeter-resetschakelaar (2) in de oorspronkelijke stand en controleer dat alle draden zodanig geplaatst zijn dat ze niet afgekneld worden door de achterkap. | |||||||||
15. | Monteer de achterkap en de bouten van de achterkap van de snelheidsmeter, en de hoes van de resetschakelaar. OPMERKING De toerenteller wordt in de rechterzijde van de dubbele steun gemonteerd. | |||||||||
16. | Zie Afbeelding 9. Neem de toerenteller (1), voorste en achterste pakkingen, achterkap (5) en bouten (8) van de achterkap uit de set. | |||||||||
17. | Smeer de voorste pakking van de toerenmeter in met isopropylalcohol of glasreiniger en monteer de pakking aan de voorzijde van de toerenteller. Steek de toerenteller vanaf de voorzijde in de rechteropening in de dubbele steun (4). | |||||||||
18. | Zie Afbeelding 6. Smeer de achterste toerentellerpakking in. Zoek de toerentellerconnector (1) op de draadboom. Zet de achterpakking op zijn plaats en lijn hierbij de pakkinglipjes uit. Plaats de toerentellerbedrading en connector tussen de pakking en toerenteller in; zorg er hierbij voor dat de bedrading in de kabelgeleider ligt. Sluit de toerentellerconnector aan. Werk de achterste pakking naar binnen in de ruimte tussen de toerenteller en steun, door de toerenteller tegen een van de zijden van de steun te duwen terwijl u aan de tegenoverliggende zijde de pakking op zijn plaats duwt. | |||||||||
19. | Lijn de achterkap uit en monteer de twee bouten van de kap. Draai stevig vast. |
Afbeelding 6. Assembleren van de toerenteller | ||||||||
20. | Zie Afbeelding 9. Plaats de sierplaat van de controlelampjes (H), en de gekleurde lensstrook aan de voorzijde van de dubbele steun (4). Zorg ervoor dat de gekleurde strook op zijn plaats op de paspennen blijft zitten. | |||||||||
21. | Zie Afbeelding 7. Monteer het stekkerhuis (1) van de controlelampjes aan de achterzijde van de dubbele steun, waarbij de paspennen van de sierplaat (2) in de gaten in de behuizing moeten vallen. Monteer twee montagebouten en haal deze aan. |
Afbeelding 7. Monteren cluster controlelampjes | ||||||||
22. | Zie Afbeelding 1. Voer de draadboomconnector (1) van de snelheidsmeter/toerenteller aan de voorzijde van de balhoofdplaat omlaag naar de onderzijde van de brandstoftank. Voer de connector vervolgens door de rechthoekige bobinesteun en koppel hem aan de hoofddraadboom. Laat de snelheidsmeter/toerenteller nu nog in de omgeving van het stuur/de brandstoftank liggen. |
Afbeelding 8. Installeren snelheidsmeter/toerenteller | ||||||||
23. | Zie Afbeelding 3. Zet de koplampsteun weer in zijn gemonteerde stand en bevestig hem met twee bouten (1) en onderlegringen die tijdens een eerdere stap verwijderd werden. Haal aan tot 14-22 N·m (120-192 in-lb). | |||||||||
24. | Zie Afbeelding 8. Monteer de snelheidsmeter/toerenteller zoals afgebeeld aan de stuurklem, met behulp van de bouten (1) en onderlegringen (2) die na de verwijdering bewaard werden. Haal de bouten net genoeg aan om het stuur in zijn juiste stand te houden. OPMERKING Als de stuurmontage afgerond is, maken de bovenste en onderste klemhelften aan de voorzijde contact bij de ingegoten montageverdikking; aan de achterzijde is er een geringe tussenruimte. | |||||||||
25. | Draai de achterste stuurklembouten los. Stel het stuur af op de gebruikelijke rijpositie van de bestuurder en haal de voorste bouten van de klem vervolgens aan tot 16-24 N·m (12-18 ft-lb). Haal de achterste klembouten aan tot 16-24 N·m (12-18 ft-lb). OPMERKING Tijdens het uitvoeren van de volgende stap, worden alle tijdens de montage verwijderde draadbinders vervangen (met nieuwe uit de set). | |||||||||
26. | Zet de brandstoftank weer in zijn lager gelegen positie en breng de bevestigingsmiddelen aan; raadpleeg hiervoor indien nodig de toepasselijke servicehandleiding. | |||||||||
27. | Bevestig het zadel. | |||||||||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||||||||||
28. | Plaats de Maxi-zekering. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Toerenteller (rode streep bij 5500 omw/min) | 68941-04 |
2 | Draadboom, snelheidsmeter en toerenteller (modellen van 2004 t/m 2006) | 68811-04 |
3 | Draadboom, snelheidsmeter en toerenteller (modellen van 2007) | 68811-07 |
4 | Steun, snelheidsmeter en toerenteller | 67338-97 |
5 | Kap, achterzijde toerenteller | 67319-95 |
6 | Pakking, voorste | 67121-95 |
7 | Pakking, achterste | 67104-95 |
8 | Bout, afdekking (2) | 2361 |
9 | Kabelbinder | 10006 |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | ||
A | Kap achterzijde snelheidsmeter | |
B | Pakking snelheidsmeter, achterste | |
C | Pakking snelheidsmeter, voorste | |
D | Snelheidsmeter | |
E | Schroef behuizing controlelampjes | |
F | Behuizing controlelampjes | |
G | Lens | |
H | Sierplaat controlelampjes |