GECOMBINEERDE METERSET SNELHEIDSMETER/TOERENTELLER
J054122014-03-03
ALGEMEEN
Afbeelding 1. Hoofdstuk 49, Amerikaans wetboek
ALGEMEEN (vervolg)
Setnummer
70900100B
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Servicehandleiding vereist
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
Dit instructieblad verwijst naar informatie in de servicehandleiding. Voor bevestiging is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Voorbereiding
OPMERKING
Voor motorfietsen met sirene: Controleer of de handsfree afstandsbediening aanwezig is.
1. Zet de contactsleutel in de stand IGNITION (ontsteking) en noteer de kilometerstand.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
2. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering.
Verwijderen van de oude snelheidsmeter
Modellen met snelheidsmeter vlakliggend in instrumentenpaneel
  1. Raadpleeg de servicehandleiding om de oude snelheidsmeter te verwijderen.
Modellen met snelheidsmeter staand op instrumentenpaneel
  1. Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel en de oude snelheidsmeter te verwijderen.
  2. Volg de instructies in de servicehandleiding voor het verwijderen van de oude snelheidsmeter.
Modellen met snelheidsmeter gemonteerd bij het stuur
  1. Raadpleeg de servicehandleiding om de snelheidsmeter van de bovenste balhoofdplaat te verwijderen, en verwijder de oude snelheidsmeter uit de behuizing.
Installeren en laatste controle
OPMERKING
  • Om de montage te vergemakkelijken, kunt u een beetje ruitenreiniger of mild zeepwater op de pakking van de snelheidsmeter aanbrengen.
  • Draai de meter tot hij ongeveer goed uitgelijnd lijkt, voordat u deze op zijn plaats vastzet.
1. Volg de instructies in de servicehandleiding voor het installeren van de nieuwe snelheidsmeter.
OPMERKING
Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst.
2. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het plaatsen van de hoofdzekering.
WAARSCHUWING
Controleer voordat u gaat rijden of de koplamp, het achter- en remlicht en de richtingaanwijzers naar behoren werken. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00478b)
3. Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGN (ontsteking), maar start de motor niet. Controleer of de richtingaanwijzers, het remlicht en het achterlicht goed werken.
4. Controleer of de snelheidsmeter en toerenteller goed werken.
OPMERKING
  • Zowel de ECM als de snelheidsmeter bewaren de kilometertellerstand. Als de snelheidsmeter wordt vervangen, wordt de in de ECM opgeslagen kilometertellerstand weergegeven. De vervangende snelheidsmeter wordt aan de ECM gekoppeld nadat er 50 km (31.1 mi) is gereden. Kilometerteller B geeft het afgetelde aantal kilometers/mijlen aan. Als nul wordt bereikt, wordt de snelheidsmeter aan de ECM gekoppeld. Als de kilometerteller op een ander voertuig wordt geïnstalleerd, verschijnt de melding ‘VIN ERR’ (fout framenummer). Als de snelheidsmeter van het voertuig wordt verwijderd voordat nul is bereikt, is deze niet aan de ECM gekoppeld. Het aftellen van het aantal kilometers/mijlen biedt de mogelijkheid om tijdens een proefrit te controleren of de nieuwe snelheidsmeter de juiste vervanging is.
  • Tijdens de 50 km (31.1 mi) lange aftelperiode (voordat de snelheidsmeter aan de ECM wordt gekoppeld), knippert het veiligheidslampje tot 15 seconden als de accu weer spanning zet op het elektrische systeem, terwijl de nieuwe meter wordt gesynchroniseerd op de ECM.
  • De versnellingsstandweergave is een versnellingsstand die op basis van de wielsnelheid en het motortoerental is berekend. De weergegeven versnellingsstand kan gedurende korte tijd onjuist zijn afhankelijk van de manier waarop de rijder de versnelling gebruikt en de slijtage van de koppeling. Deze kortstondig verkeerde weergave kan, hoewel waarschijnlijk, ontstaan als de koppeling kan slippen vanwege overmatige slijtage, slecht afgestelde koppeling of als de rijder op de koppeling rijdt.
  • Als de meter op een motorfiets met ABS is geïnstalleerd, controleer dan of het ABS-waarschuwingslampje goed werkt. Zie de gebruikershandleiding voor de werking van het ABS-waarschuwingslampje.
Wijziging van de kleur van de achtergrondverlichting
OPMERKING
Deze snelheidsmeter is voorzien van een zwarte LCD met achtergrondverlichting met naar keuze instelbare kleuren. Overdag bij verlichting met direct of indirect zonlicht, varieert het contrast van het LCD-display afhankelijk van de gekozen kleur van de achtergrondverlichting. Het contrast van de display is van invloed op de leesbaarheid.
In direct zonlicht geeft kleurnr. 600 het maximum aan contrast en zichtbaarheid.
De kleur van de achtergrondverlichting kan worden gewijzigd voor de gehele meter of apart voor de wijzerplaat, de snelheidsmeternaald, de toerentellernaald en het scherm (zie Tabel 1 en Afbeelding 2 ). De versnellingsstandweergave en brandstofpeilweergave kunnen ook worden uitgeschakeld.
1. Zet de contactsleutelschakelaar in de stand ‘Accessory’ (ACC) (accessoires).
1Brandstofpeilbalken
2Display met knipperende ‘ON’ (aan) of ‘OFF’ (uit)
3‘SETUP’-display
4Versnellingsstandweergave
5‘COLOR’-display (kleurendisplay)
6Huidige 3-cijferige kleurendisplay
Afbeelding 2. Instellen van de display
2. Houd beide richtingaanwijzers ingedrukt totdat de brandstofpeilbalken (1) met knipperende ‘ON’ (aan) of ‘OFF’ (uit) (2) worden weergegeven. ‘SETUP’ (instellen) (3) zal ook verschijnen. Als ‘ON’ (aan) knippert, is de brandstofpeilweergave ingeschakeld.
3. Om de brandstofpeilweergave uit te schakelen, houdt u beide richtingaanwijzers ingedrukt totdat ‘OFF’ (uit) knippert.
OPMERKING
Nummer ‘8’ is alleen een controlelamp voor de instelling. De versnellingsbak heeft 6 snelheden.
4. Schakel over naar de versnellingsstandweergave door op de rechter richtingaanwijzer te drukken; rechts bovenaan wordt ‘8’ weergegeven (4), terwijl ‘ON’ (aan) of ‘OFF’ (uit) knippert (2). Als ‘ON’ (aan) knippert, is de versnellingsstandweergave ingeschakeld (de desbetreffende versnelling, van ‘1’ t/m ‘6’, wordt weergegeven als het voertuig rijdt).
5. Om de versnellingsstandweergave uit te schakelen (alleen ‘6’ wordt weergeven om te tonen dat het voertuig in de 6e versnelling staat), houdt u beide richtingaanwijzers ingedrukt totdat ‘OFF’ (uit) gaat knipperen.
OPMERKING
Deze snelheidsmeter is uitgerust met een fotocelsensor die detecteert of het dag of nacht is. Als u onder bruggen of in tunnels rijdt, zal de fotocelsensor dit als nacht detecteren en de achtergrondverlichting inschakelen. Dit duurt meestal een paar seconden.
6. Schakel over naar het helderheidsmenu door de rechter richtingaanwijzer in te drukken, waarna alle balken en ‘BRIGHT’ (helder) worden weergegeven.
7. Om de achtergrondverlichting te dimmen, houdt u beide richtingaanwijzers ingedrukt totdat ‘DIM’ (dimmen) en de helft van de balken worden weergegeven.
OPMERKING
De kleurendisplay kunt u best instellen als u niet in direct zonlicht staat.
8. Schakel over naar het kleurenmenu door de rechter richtingaanwijzer in te drukken, waarna ‘ALL’ (alle) en ‘COLOR’ (kleur) (5) worden weergegeven.
Afbeelding 3. Selecteer weergavekleur
9. Zie Afbeelding 3. Om de kleur te wijzigen, houdt u beide richtingaanwijzers ingedrukt, waarna het huidige kleurnummer wordt weergegeven.
10. Voor een grove wijziging drukt u op de linker richtingaanwijzer om de waarde stapsgewijs te verlagen en op de rechter richtingaanwijzer om de waarde stapsgewijs te verhogen.
11. Voor een fijne wijziging houdt u de linker richtingaanwijzer ingedrukt om de waarde stapsgewijs te verlagen en houdt u de rechter richtingaanwijzer ingedrukt om de waarde stapsgewijs te verhogen.
12. Als u de gewenste kleur eenmaal hebt gevonden, houdt u beide richtingaanwijzers ingedrukt totdat ‘SAVED’ (opgeslagen) wordt weergegeven.
13. Om de kleur van de andere drie elementen (wijzerplaat, toerentellernaald en scherm) te wijzigen, schakelt u over naar het kleurenmenu door het rechter richtingaanwijzer in te drukken en dan stap 7 t/m 10 uit te voeren.
14. Als u eenmaal de definitieve instellingen en kleuren hebt gekozen, draait u het contactslot in de stand IGN (ontsteking) en controleert u de instellingen (de versnellingsstand zal NIET verschijnen totdat het voertuig rijdt).
Tabel 1. Kleurengids
Nummer
Kleurbereik
000-015
Rood
016-030
Amber (Oranje)
031-060
Geel
061-100
Geel/groen
101-180
Groen
181-250
Groen/blauw
251-350
Blauw
351-380
Blauw/paars
381-440
Paars
441-490
Roze
491-525
Rood
526-600
Wit/lichte kleuren
Opmerking: De kleurbeschrijvingen en kleurbereiken zijn bij benadering.
Opnieuw aansluiten en initialiseren van de accu
Nadat de accu opnieuw is aangesloten of een nieuwe meter is geïnstalleerd, heeft de meter ongeveer een halve brandstoftank nodig om het brandstofbereik (aantal kilometers/mijlen tot leeg) goed te kunnen initialiseren.
Tijdens het verbruik van de eerste tank benzine begint de metersoftware met het aanleren van uw rijpatronen, zodat de berekeningen van het brandstofbereik uiteindelijk zorgvuldig aangepast zijn aan uw unieke rijkarakteristieken.
Mogelijk komen de brandstofpeilweergave en de waarde van de in de tank gemonteerde brandstofmeter niet altijd overeen als men met een volle brandstoftank start. De brandstofpeilmeter maakt gebruik van een continu heen en weer zwaaiende naald om het brandstofpeil te meten, terwijl voor de weergave van het brandstofpeil van de snelheidsmeter/toerenteller een gesegmenteerde display wordt gebruikt. Elk segment komt overeen met 1/4 van een tank.
Voorbeeld: als een nieuw segment net wordt verlicht of een bepaald segment op het punt staat om uit te gaan, zal het geen wijziging weergeven, terwijl de naald van de meter die in de tank is gemonteerd waarschijnlijk wel een verandering zal laten zien.
Bijtanken en voltanken
Geadviseerd wordt minimaal 7,6 L (2 USgal) brandstof bij te vullen om de weergave van het brandstofpeil en brandstofbereik bij te werken. Als de weergave van de brandstofvoorraad niet direct na het wegrijden ge-update wordt, zal de weergave van de brandstofvoorraad en de actieradius gedurende de eerste 48,3 km (30 mi) worden ge-update.
Houd de ‘Trip’-resetschakelaar ingedrukt om te wisselen tussen de weergave van ‘mile’ en ‘kilo’.
Oplossen van storingen
Tabel 2. Oplossen van storingen
Bediening
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Montage in de voertuigkabelboom
LCD geeft ‘vin err’ (fout framenummer) weer.
Meter was eerder al gekoppeld aan een ander voertuig (na 50 km [31,1 mi]).
Monteer de meter nogmaals op het vorige voertuig om te controleren of er geen ‘vin err’ (fout framenummer) is.
Instellingsmodus openen
Instellingsmodus kan niet geopend worden.
Losse verbinding met de meterstekker of dagteller-resetschakelaar.
Controleer of accessoirepen nr. 6 in de meterstekker of dagteller-resetschakelaar niet gebogen is.
Versnellingsstandweergave
Versnellingsstandweergave werkt niet.
Niet ingeschakeld.
Gebruik het instructieblad om de versnellingsstandweergave in te schakelen in de instellingsmodus.
Brandstofpeil
Brandstofpeil werkt niet.
Niet ingeschakeld in de instellingsmodus.
Gebruik het instructieblad om het brandstofpeil in te schakelen in de instellingsmodus.
Veranderende kleur
Kleur wordt niet opgeslagen.
Kleur was niet juist opgeslagen.
Gebruik het instructieblad voor de juiste opslagprocedure.
Opmerking: Neem contact op met de technische dienst voor vragen over installatie of het oplossen van storingen voordat u een garantieclaim indient.