1 | Achterste bevestigingspunt brandstoftank |
2 | Achterste riem |
1 | T-vormig uiteinde |
2 | Riemuiteinde |
3 | Klittenband |
1 | T-vormig uiteinde |
2 | Sleuf in stuurbuis |
1. | Raadpleeg de gebruikershandleiding. Verwijder het zadel. | |
2. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de achterste bevestigingsbout, onderlegringen en moer van het achterste bevestigingspunt van de brandstoftank (1). | |
3. | Bevestig de magnetische flap van de achterste riem volgens de afbeelding aan de brandstoftank. | |
4. | Monteer de achterste riem (2) met de bout, onderlegringen en moer uit de vorige stap. Haal aan tot 20,3–27,1 N·m (15–20 ft-lbs). OPMERKING De tanktas heeft bij de bevestiging van de voorste riemen kleine vakjes waarin het T-vormige uiteinde van de riem kan worden opgeborgen. Stop bij het plaatsen van de tas op de tank het T-vormige uiteinde van beide riemen in een vakje om krassen te voorkomen. | |
5. | Zie Afbeelding 3. Voorste riemen vastmaken. Steek het T-vormige uiteinde van de riem (1) rechts in de sleuf in de stuurbuis (2). Herhaal dit voor de riem aan de linkerkant. a. Plaats de tas op de tank. b. Steek het T-vormige uiteinde van de rechter riem (1) rechts in de sleuf in de stuurbuis (2). c. Draai het T-vormige uiteinde om het in de sleuf vast te zetten. d. Herhaal dit voor de linkerkant. | |
6. | Bevestig de tanktas aan de achterste riem. Trek de riem aan. | |
7. | Zie Afbeelding 2. Trek de voorste riemen (2) aan. Maak de uiteinden van de riemen aan het klittenband (3) vast. | |
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
8. | Bevestig het zadel. |