1. | Plaats de remklauw. a. Pas de remklauw over de remschijf. b. Installeer bevestigingsbouten. Haal aan tot 38–51,5 N·m (23–38 ft-lbs). c. Haal de remklauwpen aan tot 14,8–19,5 N·m (131–173 in-lbs). d. Installeer de P-klem remleiding. Haal aan tot 3,4–4,5 N·m (30–40 in-lbs). | |
2. | Controleer het vloeistofpeil in het remvloeistofreservoir. Het peil moet tussen de markering voor laag peil en maximaal vulpeil liggen. | |
3. | Installeer het deksel van het hoofdcilinderreservoir en de bouten. Haal aan tot 1–2 N·m (9–17 in-lbs). OPMERKING Wanneer hard remmen wordt vermeden gedurende de eerste 160 km (100 mi) kunnen de nieuwe remblokken voegen naar de remschijven. | |
4. | Test de remmen. Draai de contactsleutel naar de stand AAN. Controleer de werking van de achterlampen. Maak een proefrit met de motorfiets met lage snelheid. Raadpleeg de ontluchtingsprocedure wanneer de remmen sponsachtig aanvoelen. Raadpleeg de servicehandleiding. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Remblokken, achter (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Remblokshims, achter (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |