1. | Zie Afbeelding 1. Controleer of de randlampen op de kuip passen voordat u deze installeert. Verwijder de beschermstrook pas op het moment dat u de lamp wilt aanbrengen. |
Afbeelding 1. Kuiprandlampen, installatiegebied | ||||
2. | Reinig de zijranden van de kuip met een mengsel van 50% isopropyl alcohol en 50% gedestilleerd water. Laat het helemaal drogen. | |||||
3. | Zie Afbeelding 2. Plaats een lichtstrip op de kuip zoals afgebeeld, met de bedrading onder aan de strip. Verwijder de beschermstrook op dit moment nog niet. OPMERKING De voorkant van de randlampen volgt nauwkeurig de overgang in de kuipvorm langs de stippellijn, zoals afgebeeld. | Afbeelding 2. Kuiprandlampen, plaatsing | ||||
4. | Laat de lichtstrip op de best passende positie langs het gebogen oppervlak komen. Houd de strook vast op deze locatie of maak deze tijdelijk met tape vast. | |||||
5. | Beweeg de afstelbare windgeleider (2, indien geïnstalleerd) op en neer. Controleer dat de lichtstrip deze beweging niet belemmert. Verplaats indien nodig de strip enigszins en markeer de definitieve plaats met tape of vetkrijt met een contrasterende kleur. Breng aan beide zijden van de lichtstrip markeringen aan op het kuipoppervlak. | |||||
6. | Verwijder ongeveer 1/3 van de beschermstrook van de kleeflaag bij het bovenste uiteinde van de lichtstrip. Plaats de lichtstrip zorgvuldig en lijn hem daarbij uit met de hulpmarkeringen op de kuip. Druk de lichtstrip langzaam op zijn plaats en verwijder daarbij steeds meer van de beschermstrook van de kleeflaag terwijl u de strook uitgelijnd houdt met de hulpmarkeringen. | |||||
7. | Wrijf over de volledige lengte van de strook om voor een goede hechting te zorgen. | |||||
8. | Doe dit ook aan de andere zijde van de kuip. Zorg er daarbij voor dat de bovenrand van de lichtstrip uitlijnt met de lichtstrip aan de andere zijde. |
1. | Zie Afbeelding 5. Haal de jumperkabelboom (4), kabelbinders (5) en contacthuizen (3) uit de set. OPMERKING Bescherm de kuipafwerking tegen beschadiging door het werkoppervlak te bedekken met H-D werkplaatsdekens of schone werkplaatsdoeken. | |||||||||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de kuip. | |||||||||
3. | Zie Afbeelding 3. Boor een draadgat door de kuip zoals afgebeeld. a. Houd de bedrading voorzichtig opzij. b. Bedek de onderkant van de kuip met een strook afplaktape van 51 mm (2 in) op de plek waar de bedrading uit de lichtstrip komt. c. Markeer de plaats voor het gat zoals aangegeven. d. Boor een geleidegat van 3,2 mm (1/8 in). e. Maak het gat vanaf de buitenkant van de kuip groter met een 5/16 in boor. Verwijder de tape. |
Afbeelding 3. Kuiprandlampen, bedradingsverloop (onderaanzicht kuip) | ||||||||
4. | Ondersteun de draden aan het uiteinde van de lichtstrip en voer ze door het gat. | |||||||||
5. | Steek de draden en contactklemmen in de connectoraansluitingen volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk over de Tyco/AMP-connector in de servicehandleiding: a. Steek de oranje/witte draad in gat 1. b. Steek de zwarte draad in gat 2. | |||||||||
6. | Herhaal de stappen voor de andere kant. | |||||||||
7. | Zie Afbeelding 4. Neem de jumperkabelboom erbij. Verwijder de stofkap van de accessoirestekker [299A] (1) en sluit de jumperkabelboom (2) erop aan. |
Afbeelding 4. Kuiprandlampen, kabelboomaansluiting | ||||||||
8. | Geleid het korte uiteinde van de jumperkabelboom van vooraf gezien omlaag langs de linkerkant van de kuipkabelboom. Geleid het lange uiteinde van de jumperkabelboom omlaag langs de rechterkant van de kuipkabelboom. | |||||||||
9. | Maak de jumperkabelboom met kabelbinders (3) vast aan de aanwezige kabelboom. | |||||||||
10. | Breng de kuip in de buurt van de geïnstalleerde positie. | |||||||||
11. | Sluit de linker en rechter randlamp aan op de jumperkabelboom (2). | |||||||||
12. | Steek de koplampstekker in de achterkant van de koplamp. | |||||||||
13. | Monteer de kuip gedeeltelijk, volgens de procedure in de servicehandleiding, door de drie bouten met platte onderlegringen net onder het windscherm een paar slagen in te schroeven. | |||||||||
14. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het plaatsen van de hoofdzekering. | |||||||||
15. | Controleer de werking van de lichtstroken. De stroken moeten branden wanneer de contactsleutel in de stand IGNITION (onsteking) of ACCESSORY (accessoire) staat. | |||||||||
16. | Voltooi de installatie van de kuip volgens de instructies in de servicehandleiding. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Kuiprandlamp, rechts | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Kuiprandlamp, links | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Contacthuizen (2) | 73152-96BK |
4 | Jumperkabelboom, kuiprandlamp | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
5 | Kabelbinder (6) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |