Sets | Voorgestelde Tools | Vaardigheidsniveau(1) |
---|---|---|
52000668, 52000812 | Veiligheidsbrillen, momentsleutel |
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel | Aantal | Beschrijving | Onderdeelnr. | Opmerkingen | |
1 | 1 | Schroef | 10200004 | ||
2 | 1 | Zadel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | ||
3 | 1 | Steunriem | 52400335 | Kit 52000668 | |
52400350 | Kit 52000812 | ||||
4 | 1 | Onderhoudsset, vervanging van de schakeldop (niet weergegeven) | 99800062 | Items niet opgenomen in zadelset |
1. | Verwijder de zadeltas. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
3. | Verwijder Standaard (OE) (Standaard (OE)) zadel en de duoriem. Zie de servicehandleiding. |
1. | Zie Afbeelding 2. Installeer nieuwe steunriem. a. Monteer de duoriem (2) aan de noppen (1). b. Installeer de op maat gemaakte bouten (3). Koppel: 0,9–1,7 N·m (8–15 in-lbs) Vleugelmoeren Koppel: 7–11 N·m (62–97 in-lbs) Flensmoeren c. Modellen met zijplaat vastpakpunt kunnen de zijplaat verwijderen. | |
2. | Zoek de connector van het zadel-kabelboom aan de onderkant van het zadel. | |
3. | Afbeelding 2 Sluit de zadel-connector (4) aan op de O&A-accessoireconnector (4). OPMERKING Als een ander accessoire is aangesloten, afzonderlijke aankoop van Jumper (Onderdeelnr. 69203476) kan noodzakelijk zijn. | |
4. | Routeer de bedrading onder het zadel. a. Zorg ervoor dat de bedrading niet bekneld raakt als het zadel is geïnstalleerd. b. Controleer of de houder van de kabelboom verzekering volledig zit en goed vastzit. | |
5. | Zie Afbeelding 2. Plaats de achterkant van het zadel via de steunriem (2) totdat de bevestigingsgroef van het zadel (1, Afbeelding 3 ) aan de voorkant van de onderkant van het zadel zich achter de tong van het zadel bevindt (5). | |
6. | Zie Afbeelding 2. Schuif het zadel naar voren totdat de tong van het zadel volledig in de bevestigingsgroef van het zadel is ingegaan (5). | |
7. | Afbeelding 1 Monteer de zadelschroef (2). Haal de bouten aan. Koppel: 5,4–8,1 N·m (4–6 ft-lbs) | |
8. | Bevestig het zadel. Trek na montage het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. |
1 | Tap (2) |
2 | Steunriem |
3 | Op maat gemaakte bout (2) |
4 | O&A-connector [4] |
5 | Zadeltong |
1 | Zadelsleuf |
1. | Afbeelding 4 Schakelaars (1, 2): a. Stelt de individuele niveaus van de bestuurder- en passagierszones in. b. Bedieningselementen zijn onafhankelijk. c. Met de vergrendeling op schakelaar kan de operator snel terugkeren naar de gewenste instelling. d. Bestuurder bediening (1) ligt het dichtst bij de zitpositie van de rijder. e. Passagier bediening (2) ligt het dichtst bij de zitpositie van de passagier. f. Voor de bedieningsschakelaars betreffende de bestuurder en passagier zijn er in totaal drie standen. De neerwaartse instelling is laag vermogen, de opwaartse instelling is het maximale vermogen en de middelste instelling schakelt de bediening van de bestuurder of passagier onafhankelijk uit. |
1 | Warmteregeling, rijder |
2 | Warmteregeling, passagier |