XL QUICK RELEASE WINDSCHERM
J045892021-04-27
ALGEMEEN
Setnummers
58053-10, 57682-10, 57801-11, 57802-11
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandel catalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Tabel 1. Sets
Set-nr.
Beschrijving
58053-10
Standaardhoogte, transparant windscherm
57801-11
Standaardhoogte, transparant windscherm
57682-10
Laag profiel, getint windscherm
57802-11
Laag profiel, getint windscherm
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00308b)
Setinhoud
MONTAGE
Klem op windscherm
1. Haal het windscherm uit de verpakking en leg dit met de voorkant onder op een schoon, zacht oppervlak met de montagesteunen naar boven gericht.
2. Zie Afbeelding 2 . Haal zowel de klemmen (8) als de bevestigingsmaterialenset (11) uit de verpakking en leg bij elkaar passende onderdelen apart als voorbereiding op de montage.
WAARSCHUWING
De (kegelvormige) schotelveren moeten met de bolle kant naar elkaar wijzen en de montagesteunen van het windscherm bij elk montagepunt inklemmen. Als de schotelveren verkeerd om worden geplaatst, kan het windscherm niet afbreken bij een botsing, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00422b)
3. Monteer de klemsets losjes op de montagesteunen van het windscherm, in de volgorde zoals weergegeven in Afbeelding 1.
1Borstbout
2Windschermsteun, rechts
3Bolle onderlegring
4Schotelveren (deze moeten met de bolle kant naar elkaar wijzen en de windschermsteun moet ertussen zitten)
Afbeelding 1. Montageklemmen windscherm (rechterzijde weergegeven)
4. Haal de borstbouten (1) klem voor klem, met de klem naar boven gericht en aan de binnenkant van de windschermsteun (2), ver genoeg aan om de stand van de klem ten opzichte van het windscherm vast te houden tijdens het monteren van het windscherm op de motorfiets. De bouten worden later volledig aangehaald.
Windscherm monteren
OPMERKING
Houd het voorwiel recht om te voorkomen dat de steunen de brandstoftank bekrassen.
1. Zorg ervoor dat alle vier klemmen in de 'open'-stand staan. Breng daarna het windscherm (met de klemzijde van u af gericht) naar de voorkant van de motorfiets.
OPMERKING
Het polycarbonaatwindscherm is redelijk buigzaam en kan worden gebogen om de klemmen van de koplamp vandaan te spreiden om de montage op de motorfiets te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat het koplamphuis niet wordt bekrast door de klemmen terwijl u het windscherm op de bovenste voorvorkpoten plaatst.
WAARSCHUWING
Afgeknelde gaskabels kunnen de reactie van de gashendel beperken, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen en ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00423b)
2. Sets 58053-10 en 57682-10 Controleer of de gaskabels onder de laagste klem aan uw linkerzijde doorlopen (gezien vanaf de voorkant van de motorfiets terwijl u het windscherm vasthoudt) en niet worden afgekneld door de klemmen. Sets 57801-11 en 57802-11 Controleer of de gaskabels tussen de klemmen aan uw linkerzijde doorlopen (gezien vanaf de voorkant van de motorfiets terwijl u het windscherm vasthoudt) en niet worden afgekneld door de klemmen.
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
3. Alle sets. Centreer het windscherm rond de koplamp en zetel de klemmen op de bovenste voorvorkpoten. Zie Afbeelding 2 . Klik de gaskabelclip (16) om de rechtervoorvorkpoot, en voer de gaskabels door de geleidingsopening.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de koplamp of voor de koplamp langslopen.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de richtingaanwijzers of aan de richtingsaanwijzers zelf.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de brandstofdop of brandstofmeter.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de snelheidsmeter of toerenteller.
  • Zorg ervoor dat de kabels niet tussen het frame en/of de voorvork worden afgekneld.
  • Zorg ervoor dat de koppelingskabels niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.
4. Sluit de klemmen één voor één over de voorvorkpoten, met de borstbouten nog steeds losjes aangedraaid en beginnend vanaf de onderzijde. Let er op dat de klemmen zich vanzelf uitlijnen op de poten en op elkaar.
OPMERKING
Haal de borstbouten niet verder aan dan het aanbevolen aanhaalmoment. Als de klemmen te vast worden aangehaald, kunnen de klemmen worden verdraaid op de vorkpoot, waardoor er onvoldoende houvast ontstaat. Hierdoor kan het windscherm losraken tijdens gebruik.
5. Controleer of het borstgedeelte van de borstbouten volledig in elke windschermsteunlocatie zetelt. Haal de bouten aan.
Koppel: 5,4–8,1 N·m (48–72 in-lbs) Zeskante inbusbout
6. Draai het stuur geheel naar links en rechts totdat het niet verder kan om te controleren of de gaskabels vrij kunnen bewegen. Als de bewegingsvrijheid wordt beperkt, moet het windscherm worden versteld totdat er voldoende ruimte ontstaat.
OPMERKING
Laat een ervaren Harley-Davidson monteur eventuele problemen corrigeren voordat u gaat rijden met deze geïnstalleerde accessoire.
Demontage en opslag van het windscherm
Demonteer het windscherm door de vier klemmen in willekeurige volgorde te openen en de montageprocedures volgens de stappen 4 en 5 in Montage windscherm in omgekeerde volgorde uit te voeren. Zorg ervoor dat het koplamphuis of de brandstoftank niet worden bekrast, zoals opgemerkt bij de montage.
Sla het windscherm op een locatie op waar de windschermklemmen het beste beschermd worden. Sla het windscherm niet op locaties op waar er tegen kan worden gebotst of waar het kan vallen. Leg niets op het windscherm.
Voordat het windscherm na een periode van opslag opnieuw wordt gemonteerd, moet worden gecontroleerd of de klemmen en bevestigingsmiddelen schoon zijn en voorzien zijn van voorspanning. De klemmen moeten probleemloos open en dicht gaan, en elke klem moet over een paar rubberen pakkingen (zie Tabel 2 ) in het klemzadel beschikken, waar het contact maakt met de voorvorkpoot.
ONDERHOUD EN REINIGING
Controleer regelmatig de bevestigingsmaterialen van het windscherm. Rijd nooit met losse steunen. Een losse steun kan de andere steunen en tevens het windscherm zelf extra belasten en kan resulteren in voortijdig falen van onderdelen.
MEDEDELING
Polycarbonaat windschermen moeten op de juiste wijze worden onderhouden en verzorgd. Indien het polycarbonaat niet goed wordt verzorgd, kan dit beschadigingen aan het windscherm/windgeleider tot gevolg hebben. (00483e)
  • De reflectie van zonlicht via de binnenzijde van het windscherm kan er onder bepaalde omstandigheden toe leiden dat de instrumenten van de motorfiets extreem heet worden. Houd hier rekening mee bij het parkeren. Parkeer met de voorzijde van de motorfiets naar de zon, dek de instrumenten af met een ondoorzichtig voorwerp of stel het windscherm zo af dat er geen reflecties optreden.
  • Reinig deze niet in de hete zon of bij hoge temperaturen.
  • Poedervormige, schuur- of alkalinereinigingsmiddelen beschadigen het windscherm.
  • Schraap het windscherm nooit schoon met een krabber of een ander scherp voorwerp omdat hierdoor permanente beschadigingen zullen ontstaan.
MEDEDELING
Gebruik alleen producten aanbevolen door Harley-Davidson voor Harley-Davidson windschermen. Gebruik geen bijtende chemicaliën of regenafstotende producten, omdat deze schade aan het oppervlak van het windscherm veroorzaken, zoals dof of ondoorzichtig worden. (00231c)
  • Gebruik geen benzeen, verfverdunner, benzine, smeermiddelen (zoals Armorall®), of ander type reinigingsmiddel op de rubberen bussen. Deze stoffen beschadigen de busoppervlakken.
OPMERKING
Om het verwijderen van dode insecten makkelijker te maken, kunt u een schone, natte doek ongeveer 15 minuten over het windscherm leggen, voordat u deze wast.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 2. L2386
SERVICEONDERDELEN
Tabel 2. Serviceonderdelen
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Windscherm serviceset, standaardhoogte, helder (voor toepassing op 58053-10.)
Windscherm serviceset, standaardhoogte, helder (voor toepassing op 57801-11.)
Windscherm serviceset, laag profiel, getint (voor toepassing op 57682-10.)
Windscherm serviceset, laag profiel, getint (voor toepassing op 57802-11.)
(Serviceset bevat onderdelen 2 t/m 5)
57762-10
58061-96
57763-10
58103-96
2
  • Windscherm
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
  • Tape, horizontaal (2)
58052-78
4
  • Tape, verticaal (2)
58417-77
5
  • Onderlegring, zwart rubber (6)
58152-96
6
Montagesteun windscherm, zwart (rechts) (voor toepassing op 58053-10 en 57682-10.)
58180-10
Montagesteun windscherm (rechts) (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
57793-11
7
Montagesteun windscherm, zwart (links) (voor toepassing op 58053-10 en 57682-10.)
58188-10
Montagesteun windscherm (links) (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
57796-11
8
Klemset, zonder gereedschap los te maken (bevat vier klemmen met pakkingen)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
9
  • Klemmen, zonder gereedschap los te maken (bevat twee pakkingen) (4)
57400465
10
  • ---Pakking (2)
58791-04
11
Bevestigingsmaterialenset (bevat viermaal onderdeel 12, en onderdeel 16))
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
12
  • Bevestigingsmiddelenset, windschermmontage (4) (bevat items 13 t/m 15)
58790-04
13
  • --- Borstbout
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
14
  • - Afstandsring, bol
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
15
  • - Schotelveer (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
16
  • Clip, gaskabel
10868
17
Beugel, horizontaal, buitenkant (zwart) (voor toepassing op 58053-10 en 57682-10.)
58069-09
Beugel, horizontaal, buitenkant (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
58051-78A
18
Beugel, horizontaal, binnenkant (zwart) (voor toepassing op 58053-10 en 57682-10.)
58068-09
Beugel, horizontaal, binnenkant (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
58050-78A
19
Beugel, verticaal, (zwart) (2) (voor toepassing op 58053-10 en 57682-10.)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Beugel, verticaal, (rechts) (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
58406-75A
Beugel, verticaal, (links) (voor toepassing op 57801-11 en 57802-11.)
58408-75A
20
Bout, bolkop, Torx®, nr. 12-24 x 13/16 inch (20,6 mm) lang, met borgpatch (2)
2452
21
Bout, bolkop, TORX, nr. 12-24 x 5/8 inch (15,9 mm) lang, met borgpatch (7)
2921A
22
Dopmoer, nr. 12-24 (verchroomd) (9)
7651A