1. | Verwijder het zadel volgens de instructies in de servicehandleiding. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel. | |
WAARSCHUWING Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b) | ||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering. |
1. | Breng de motorfiets met behulp van een geschikte heftafel of een krik in verticale stand en zet deze vast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Verwijder de bovenste bouten van de achterschokdemper en breng de motorfiets omhoog voor toegang tot de bevestigingen en bedrading onder het achterspatbord. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | Verwijder de twee bouten van de spatbordsteunafdekking en de spatbordsteunafdekking aan één kant van de motorfiets. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Verwijder de moeren van de richtingaanwijzerbout aan de binnenkant van het spatbord en verwijder de richtingaanwijzerlamp en de lampsteun van de spatbordsteun. Maak de draden volledig los van de motorfiets. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Als u stijve zadeltassen of bevestigingspuntmaterialen installeert, raadpleegt u de installatie-instructies voor die set wanneer u de spatbordsteunafdekkingen monteert. Als u geen set stijve zadeltassen of bevestigingspuntmaterialen installeert, plaatst u de spatbordsteunafdekking en de bouten. Haal de bouten aan tot 15–24 N·m (11–18 ft-lbs). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Herhaal stap 2 t/m 4 voor de tegenoverliggende kant van de motorfiets. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 1. Steek het blad van een kleine schroevendraaier in de inkeping aan de onderkant van de lens (2) van één van de richtingaanwijzers en draai het blad voorzichtig tot de lenskap uit de lampbehuizing (1) springt. Druk de gloeilamp (3) in en draai deze linksom om deze uit zijn aansluiting te verwijderen. Leg de lens en de gloeilamp apart voor latere montage. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Steek een haakse pen of een 3 mm (7/64 in) inbussleutel door de uitsparing in de gloeilampfitting in een van de gloeilampborgsleuven (17) in de uitsparing. Trek de reflector (5) uit het lamphuis. Neem de rubber pakking (4) los van de reflector of het huis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | Schuif de gloeilampfitting (6) en de veer (7) uit de reflector. Verwijder de blauwe draad (11) en de drukaansluitingen van de gloeilampfitting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | Verwijder de massaklem en de zwarte draad (10) van de achterkant van de reflector. Geleid de mantel (13) met de beide draden uit het gat zonder schroefdraad (8) in het lamphuis en gooi deze weg. OPMERKING De resterende paarse draden worden niet gebruikt voor deze installatie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | Neem twee nieuwe aansluitdraden, een zwarte en een blauwe, uit de set. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | Steek de uiteinden van de draden zonder aansluitingvanaf de binnenkant door het schroefdraadgat (9) in de lampbehuizing (1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. | Schuif de rubber pakking (4) over de uiteinden met aansluiting van de draden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. | Steek de aansluiting van de nieuwe zwarte draad (10) in de holte in de achterzijde van de reflector (5) tot hij op zijn plaats klikt. Voer de nieuwe blauwe draad (11) door het midden van de reflector en de veer (7). Steek de drukaansluiting in de sleuf en holte in de reflector met gloeilampfitting (6). |
Afbeelding 1. Richtingaanwijzer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. | Zet de lamp als volgt in elkaar: a. Steek de veer en gloeilampfitting terug in de reflector. b. Plaats de reflector in de rubber pakking en breng daarbij de massaklem op de reflector in lijn met de uitsparing (18) in de pakking. c. Installeer de reflector en de pakking, en lijn daarbij de massaklem op de reflector uit tussen de parallelle ribben (19) in de lampbehuizing en laat ongeveer 50–100 mm (1–2 in) draad in de behuizing zitten. d. Druk met beide duimen gelijkmatig op de buitenrand van de reflector totdat deze goed aanligt. e. Breng smeermiddel voor elektrische contacten royaal aan (H-D onderdeelnr. 99861-02) of gelijkwaardig op het contact in de reflectorfitting en op de voet van de gloeilamp. Druk de gloeilamp naar binnen en draai deze rechtsom om de gloeilamp in de fitting te plaatsen. f. Plaats de lens in de lampbehuizing en druk hem met de duimen aan, totdat hij op zijn plaats klikt. Draai de lens zo dat de uitsparing zich aan de onderkant van de lamp bevindt wanneer u deze aan de nieuwe verlichtingsbalk monteert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. | Herhaal stap 6 t/m 14 voor de andere richtingaanwijzer. |
1. | Verwijder de beschermdoppen van de twee tapeinden (A) op de verlichtingsbalk. | |
2. | Plaats het afstandsstuk en de schuine verplaatsingssteun op de tapeinden zoals afgebeeld | |
3. | Schuif onderlegringen (4) en dopmoeren (5) over de tapeinden en haal aan tot 2,3–2,8 N·m (20–25 in-lbs). |
1 | Teken een lijn op 13 mm (1/2 in) van de voet van het achterlicht naar boven |
2 | Teken een lijn op 13 mm (1/2 in) links van de kentekenplaatsteun |
3 | Boor een gat met een diameter van 11 mm (7/16 in) |
4 | Verloop van draadboom voor achterlicht |
5 | Achterlichtsteun op spatbord |
1. | Zie Afbeelding 3. Breng de verlichtingsbalk naar het achterlichtgedeelte met de verplaatsingssteun (3) naar achteren gericht zoals afgebeeld in aanzicht (D). OPMERKING
| |
2. | Voer de twee richtingaanwijzerdraadbundels door de nieuwe doorvoertule (10) in het spatbord. | |
3. | Nadat u de draden volledig door de doorvoertule hebt gevoerd, lijnt u de verlichtingsbalksteun uit met de twee schroefdraadgaten in de voet van het achterlicht. Lijn de eerder verwijderde kentekenplaatsteun uit met de gaten en bevestig deze losjes met de nieuwe bouten (6) uit de set en de oorspronkelijke onderlegringen (E). | |
4. | Stop de richtingaanwijzerdraadbundel aan de rechterkant in de ruimte tussen de verlichtingsbalksteun, de dopmoeren en de bovenkant van de voet van het achterlicht. | |
5. | Maak met de motorfiets rechtop de verlichtingsbalk waterpas ten opzichte van de grond en haal de bouten aan tot 2,3–2,8 N·m (20–25 in-lbs). | |
6. | Lijn de richtingaanwijzerbehuizingen zodanig uit dat de lenzen recht naar achteren wijzen voor goede zichtbaarheid. Houd de richtingaanwijzerbehuizingen in de juiste positie terwijl u de zeskantmoeren en borgringen tegen de behuizingen (niet de vulplaatjes) aanhaalt tot 11–14 N·m (96–120 in-lbs). |
1. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het plaatsen van de hoofdzekering. | |
2. | Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. | |
3. | Controleer of de lampen van remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer goed werken. | |
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
4. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het bevestigen van het zadel. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Verplaatsingsset richtingaanwijzer/verlichtingsbalk | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Afstandsstuk | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Verplaatsingssteun | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Gewone onderlegring, binnendiameter 1/4 inch (2) | 6339 |
5 | Dopmoer, 1/4-20, verchroomd (2) | 94004-90T |
6 | Dopbout, zeskantige bolkop, nr. 10-32 x 5/8 inch (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Vulplaatje, richtingaanwijzerbehuizing, verchroomd (2) | 68028-03 |
8 | Borgring, spiraalvormig, nominale binnendiameter 8 mm (5/16 in) (2) | 7042 |
9 | Zeskantmoer, verchroomd (2) | 7849 |
10 | Doorvoertule | 11410 |
11 | Draadboomonderdelen, achterlicht (bevat items 12 t/m 16) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
12 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
13 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
14 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
15 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
16 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | ||
A | Tapeinden op verlichtingsbalk, 1/4-20 inch | |
B | Langwerpige draaduitgangsopening (richting afgebeeld in zijaanzicht in inzet) (2) | |
C | Standaard (OE) kentekenplaatsteun | |
D | Zijaanzicht in richting van pijl | |
E | Standaard (OE) onderlegring, nr. 10 (0,19 in) nominale binnendiameter (2) |