VERPLAATSINGSSET RICHTINGAANWIJZER
J052652010-10-30
ALGEMEEN
Setnummer
54296-11
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Vereiste aanvullende onderdelen en gereedschappen
De afzonderlijke aanschaf en installatie van aanvullende onderdelen of accessoires kan nodig zijn voor de juiste montage van deze set op uw model motorfiets. Raadpleeg de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor een lijst met alle benodigde onderdelen of accessoires voor uw model.
Voor een juiste installatie moet voor deze set LOCTITE® 243 draadborg- en afdichtmiddel – blauw (99642-97) apart worden aangeschaft. LOCTITE is verkrijgbaar bij elke Harley-Davidson-dealer.
Als u deze set installeert op een model met afgedichte achterste LED richtingaanwijzers, moeten twee richtingaanwijzervulplaatjes (onderdeelnr. 68749-09) apart worden aangeschaft.
De afzonderlijke aanschaf van het krimpgereedschap (HD-38125-8 of vergelijkbaar) is benodigd voor een juiste montage van deze set.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
VERWIJDEREN
1. Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder het zadel.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
2. Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder de hoofdzekering.
3. Raadpleeg de servicehandleiding. Zoek de achterlichtstekkers aan de rechterkant van de zadelpan omgeving. Ontkoppel de achterlichtstekkers van de hoofddraadboom:
a. Ontkoppel de stekker [18B] van de rechter remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer van de hoofddraadboomconnector [18A].
b. Ontkoppel de stekker [19B] van de linker remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer van de hoofddraadboomconnector [19A].
c. Ontkoppel de stekker van de kentekenplaatlamp [40B] van de hoofddraadboomconnector [40A].
4. Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder het achterspatbord met de spatbordsteunen eraan bevestigd en plaats hem op een werkoppervlak.
5. Raadpleeg de servicehandleiding en Afbeelding 1. Verwijder de contactklemmen (10) van het 4-polige contacthuis (N).
6. Verwijder twee bouten (L) en bout (K) en verwijder de spatbordsteun (R) van het spatbord (Q).
7. Maak de draadboom (P) van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer los van de borgklemmen (O).
8. Verwijder bout (H), onderlegring (G), richtingaanwijzertapeind (F) en de gemonteerde remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer van de spatbordsteun en trek de draadboom uit de spatbordsteun en het richtingaanwijzertapeind. Bewaar de onderlegring voor latere installatie en gooi de bout en het richtingaanwijzertapeind weg.
9. Voor modellen met richtingsaanwijzers met gloeilampen en zonder zadeltassen:
a. Snijd met een hobby- of stanleymes voorzichtig de mantel van de draden van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer af.
b. Verwijder de lens (A) uit de behuizing van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer (E). Verwijder de gloeilamp (B) uit de fitting van de reflector (C).
c. Wrik de lamphouder (C) en de doorvoerrubber (D) voorzichtig uit de behuizing. De lamphouder (C) en doorvoerrubber (D) kunnen uit de behuizing (E) worden gedrukt door een kleine schroevendraaier in het gat in de behuizing (E) voor de draadboom en voorzichtig tegen de achterkant van de lamphouder te wrikken. Trek de draden voorzichtig uit de behuizing.
INSTALLEREN
Installeren van het bevestigingspunt met zadeltassen
OPMERKING
Wanneer de sluitmoer van het richtingaanwijzertapeind wordt geïnstalleerd, moet de gegroefde kant van de moer van de spatbordsteun af gericht zijn.
Het lipje op het afdekplaatje moet naar de spatbordsteun toe gericht zijn.
Het afdekplaatje is hol gevormd om te passen op het bevestigingspunt voor de staanderset. Als u een staanderset installeert, moet u het bevestigingspunt uit die bevestigingsmaterialenset gebruiken om het afdekplaatje goed te richten tijdens het installeren.
1. Zie Afbeelding 1. Plaats de bout (7), de onderlegring (8), het bevestigingspunt (9) en het afdekplaatje (5) op het achterste gat in de spatbordsteun en zet het geheel vast met de moer (6) en de standaard onderlegring (G). Houd de moer op zijn plaats met een 3/8 inch inbussleutel en haal de bout aan tot 20 N·m (15 ft-lbs).
2. Verwijder al het aanwezige draadborgmiddel van de bouten (L) en (K).
3. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bouten (L) en breng daarna de spatbordsteun (R) aan op het spatbord (Q) en zet het geheel vast met de spatbordbeugel en bouten. Haal nu nog niet aan.
4. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bout (K) en plaats de bout in het spatbord (Q) en de spatbordsteun (R).
5. Haal de bouten (L en K) aan tot 32 N·m (24 ft-lbs).
6. Herhaal het verwijderen van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer en het installeren van het bevestigingspunt aan de andere kant.
Installeren van het bevestigingspunt zonder zadeltassen voor richtingaanwijzer met gloeilamp
OPMERKING
Wanneer de sluitmoer van het richtingaanwijzertapeind wordt geïnstalleerd, moet de gegroefde kant van de moer van de spatbordsteun af gericht zijn.
Het lipje op het afdekplaatje moet naar de spatbordsteun toe gericht zijn.
Het afdekplaatje is hol gevormd om te passen op het bevestigingspunt voor de staanderset. Als u een staanderset installeert, moet u het bevestigingspunt uit die bevestigingsmaterialenset gebruiken om het afdekplaatje goed te richten tijdens het installeren.
1. Zie Afbeelding 1. Plaats het richtingaanwijzertapeind (4), de onderlegring (8), het bevestigingspunt (9) en het afdekplaatje (5) in het achterste montagegat in de spatbordsteun. Bevestig het tapeind aan de spatbordsteun met de moer (6) en de standaard onderlegring (G). Haal nu nog niet aan.
2. Draai de moer (6) met een 3/8 inch inbussleutel om de uitgang van de groef in de moer naar de voorkant van het spatbord te richten wanneer de spatbordsteun wordt gemonteerd.
3. Houd de moer op zijn plaats met een 3/8 inch inbussleutel en haal het richtingaanwijzertapeind aan tot 20 N·m (15 ft-lbs).
4. Plaats de contramoer (3) op het richtingaanwijzertapeind (4) tot op de onderkant van de draad, maar haal hem nog niet aan.
5. Plaats de borgring (2) op het richtingaanwijzertapeind (4).
6. Verwijder de contactklemmen van de draadboom van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer door de draden (P) direct achter de contactklemmen (10) door te knippen.
7. Plaats het vulplaatje (1) in de juiste positie op de uitsparing in de richtingaanwijzerbehuizing. Steek de uit de lamphouder komende draden door de doorvoertule (D) in de richtingaanwijzerbehuizing (E) en vervolgens door het draadgat en het vulplaatje heen bij het richtingaanwijzertapeind (4) naar binnen.
OPMERKING
Breng een druppel vloeibare zeep aan op de draden om ze gemakkelijker door het tapeind te kunnen duwen.
8. Duw de draden door het richtingaanwijzertapeind (4) tot ze door de spatbordsteun en de moer (6) komen.
9. Monteer de remlicht-/​achterlicht-/​richtingaanwijzerbehuizing op het tapeind. Let er op dat de draden tijdens het monteren van de behuizing aan het tapeind niet in elkaar gedraaid of beschadigd worden. De borgring past in het gat in het vulplaatje. Draai de contramoer handvast tegen de borgring.
10. Terwijl u aan de remlicht-/​achterlicht-/​richtingaanwijzerkabels trekt, leid tegelijkertijd elk richtingaanwijzercontact en doorvoertule in zijn behuizing.
11. Lijn de achterste richtingaanwijzerbehuizing zodanig uit dat de lens na installatie naar achteren wijst voor goede zichtbaarheid. Terwijl u de richtingaanwijzerbehuizing op zijn plaats houdt, haalt u de contramoer tegen de borgring aan tot 12 N·m (9 ft-lbs).
12. Plaats de richtingaanwijzergloeilamp (B) in de lamphouder (C). Plaats de lens (A) in richtingaanwijzerbehuizing (E).
13. Snijd een stuk van de mantel af om de draden mee te bedekken vanaf het midden van de moer (6) en laat de draad 25 mm (1 in) uitsteken. Breng de mantel over de draden aan.
14. Strip een 10 mm (⅜ in) groot stuk van de isolatie van de afgesneden uiteinden van de drie kabels.
15. Raadpleeg de servicehandleiding en breng contactklemmen (10) aan op het uiteinde van elke draad.
16. Raadpleeg de servicehandleiding en bevestig de contactklemmen in het contacthuis (N):
a. Bevestig de blauwe (BE) draad in gat 1.
b. Bevestig de paarse (V) draad in gat 2.
c. Bevestig de zwarte (BK) draad in gat 4.
17. Voer de draadboom door de borgklemmen (O). Mogelijk moet de mantel worden platgeknepen om de draadboom te kunnen doorvoeren.
18. Verwijder al het aanwezige draadborgmiddel van de bouten (L) en (K).
OPMERKING
Controleer tijdens het bevestigen van de spatbordsteun aan het spatbord of de draadboom goed zit tussen de spatbordsteun (R) en het spatbord (Q). Als de draadboom bekneld wordt, kunnen de draden worden afgesneden of beschadigd raken.
19. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bouten (L) en breng daarna de spatbordsteun (R) aan op het spatbord (Q) en zet het geheel vast met de spatbordbeugel en bouten. Haal nu nog niet aan.
20. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bout (K) en plaats de bout in het spatbord (Q) en de spatbordsteun (R).
21. Haal de bouten (L en K) aan tot 32 N·m (24 ft-lbs).
22. Herhaal het verwijderen van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer en het installeren van het bevestigingspunt aan de andere kant.
Installeren van het bevestigingspunt zonder zadeltassen voor LED-richtingaanwijzer
OPMERKING
Wanneer de sluitmoer van het richtingaanwijzertapeind wordt geïnstalleerd, moet de gegroefde kant van de moer van de spatbordsteun af gericht zijn.
Het lipje op het afdekplaatje moet naar de spatbordsteun toe gericht zijn.
Het afdekplaatje is hol gevormd om te passen op het bevestigingspunt voor de staanderset. Als u een staanderset installeert, moet u het bevestigingspunt uit die bevestigingsmaterialenset gebruiken om het afdekplaatje goed te richten tijdens het installeren.
1. Zie Afbeelding 1. Plaats het richtingaanwijzertapeind (4), de onderlegring (8), het bevestigingspunt (9) en het afdekplaatje (5) op het achterste gat in de spatbordsteun en zet het geheel vast met de moer (6) en de standaard onderlegring (G). Houd de moer op zijn plaats met een 3/8 inch inbussleutel en haal het richtingaanwijzertapeind (4) aan tot 20 N·m (15 ft-lbs).
2. Plaats de contramoer (3) op het richtingaanwijzertapeind (4) tot op de onderkant van de draad, maar haal hem nog niet aan.
3. Plaats de borgring (2) op het richtingaanwijzertapeind (4).
OPMERKING
Voor installatie op modellen met LED-richtingaanwijzers moeten twee vulplaatjes (onderdeelnr. 68749-09) apart worden aangeschaft.
4. Voer de draadboom remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer door het gaatje in het vulplaatje, en plaats daarna het vulplaatje (1) over de holte in de richtingaanwijzerbehuizing.
5. Monteer de remlicht-/​achterlicht-/​richtingaanwijzerbehuizing op het tapeind. De borgring past in het gat in het vulplaatje. Draai de contramoer handvast tegen de borgring.
6. Lijn de achterste richtingaanwijzerbehuizing zodanig uit dat de lens na installatie naar achteren wijst voor goede zichtbaarheid. Terwijl u de richtingaanwijzerbehuizing op zijn plaats houdt, haalt u de contramoer tegen de borgring aan tot 12 N·m (9 ft-lbs).
7. Snijd een stuk van 15 cm (6 in) af van de mantel (11) uit de set. Breng de mantel aan over de grijze draadboom van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer en schuif deze helemaal tot aan het vulplaatje omhoog.
8. Zie Afbeelding 1 , item (M). Verwijder de achterste borgklem (O) van de spatbordsteun.
9. Leid de draadboom (P) langs het richtingaanwijzertapeind. Bevestig de draadboom met een draadbinder (S) aan het richtingaanwijzertapeind.
10. Voer de draadboom door de door het verwijderen van de achterste borgklem ontstane holte naar de spatbordzijde van de spatbordsteun. Voer de draadboom daarna naar de voorste borgklem (O). Mogelijk moet de mantel worden platgeknepen om de draadboom te kunnen doorvoeren.
11. Raadpleeg de servicehandleiding en bevestig de contactklemmen van de draadboom in het contacthuis (N):
a. Bevestig de witte (W) draad in gat 1.
b. Bevestig de groene (GN) draad in gat 2.
c. Bevestig de rode (R) draad in gat 3.
d. Bevestig de zwarte (BK) draad in gat 4.
12. Verwijder al het aanwezige draadborgmiddel van de bouten (L) en (K).
OPMERKING
Controleer tijdens het bevestigen van de spatbordsteun aan het spatbord of de draadboom goed zit tussen de spatbordsteun (R) en het spatbord (Q). Als de draadboom bekneld wordt, kunnen de draden worden afgesneden of beschadigd raken.
13. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bouten (L) en breng daarna de spatbordsteun (R) aan op het spatbord (Q) en zet het geheel vast met de spatbordbeugel en bouten. Haal nu nog niet aan.
14. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de bout (K) en plaats de bout in het spatbord (Q) en de spatbordsteun (R).
15. Haal de bouten (L en K) aan tot 32 N·m (24 ft-lbs).
16. Herhaal het verwijderen van de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer en het installeren van het bevestigingspunt aan de andere kant.
Eindmontage
1. Zie de servicehandleiding en monteer het geassembleerde achterspatbord.
2. Sluit de stekkers van de achterste draadboom aan op de hoofddraadboom:
a. Sluit de stekker [18B] van de rechter remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer aan op de hoofddraadboomconnector [18A].
b. Sluit de stekker [19B] van de linker remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer aan op de hoofddraadboomconnector [19A].
c. Sluit de stekker van de kentekenplaatlamp [40B] aan op de hoofddraadboomconnector [40A].
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
WAARSCHUWING
Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a)
3. Plaats de hoofdzekering, bevestig het zadel en controleer of de richtingaanwijzers goed werken.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 1. Serviceonderdelen: Verplaatsingsset richtingaanwijzer
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Vulplaatje, richtingaanwijzer (2)
68864-10
2
Borgring, spiraalvormige veer (2)
7042
3
Contramoer, richtingaanwijzertapeind (2)
7344
4
Tapeind, richtingaanwijzer (2)
67800078
5
Afdekplaat (2)
12600013
6
Contramoer, speciaal (2)
6983
7
Bolkopbout (2)
4359
8
Onderlegring, gewoon (2)
6702
9
Bevestigingspunt, bus (2)
67621-94
10
Klem, contactpin (8)
74191-98
11
Kabelbuis
Niet afzonderlijk
verkrijgbaar
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen:
A
Lens, richtingaanwijzer (2)
B
Lampje, richtingaanwijzer (2)
C
Lamphouder, richtingaanwijzer (2)
D
Doorvoertule (2)
E
Behuizing, richtingaanwijzer (2)
F
Richtingaanwijzertapeind (2)
G
Onderlegring, gewoon (2)
H
Bout, TORX (2)
I
Bout, bolkop, TORX (4)
J
Onderlegring, gewoon (4)
K
Bout, bolkop, TORX (2)
L
Bout, bolkop, TORX (4)
M
Route draadboom LED-richtingaanwijzer
N
4-polig contacthuis, Deutsch (2)
O
Draadboomborgklem (4)
P
Draadboom (2)
Q
Achterspatbord
R
Spatbordsteun (2)
S
Kabelbinder (2)