0/0
BOOM! AUDIO-VERSTERKERSET OP KUIP
J052672011-11-10
ALGEMEEN
Setnummer
76000169
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Installatievereisten
Voor modellen (behalve FLTRU) die niet zijn uitgerust met een Non-Ultra-overlaykabelboom (onderdeelnr. 70169-06) moet een afzonderlijke radiokabelboom (onderdeelnr. 69200106) worden aangeschaft.
Voor FLTRU-modellen is geen aanvullende kabelboom nodig.
Voor een juiste montage moet voor deze set Loctite® 243 Medium draadborg- en afdichtmiddel – blauw (onderdeelnr. 99642-97) worden gebruikt.
Er is wellicht een aanvullende mantel nodig om de bedrading in sommige installaties te beschermen.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
Dit instructieblad verwijst naar informatie in de servicehandleiding. Voor bevestiging is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Elektrische overbelasting
MEDEDELING
U kunt u het oplaadsysteem van het motorvoertuig overbelasten indien u te veel elektrische accessoires aanbrengt. Als de op een bepaald moment gebruikte accessoires samen meer stroom verbruiken dan het laadsysteem kan opwekken, kan de accu als gevolg van het stroomverbruik leegraken waardoor er schade aan het elektrische systeem van de motorfiets kan ontstaan. (00211d)
WAARSCHUWING
Bij het installeren van een elektrische accessoire moet u controleren of het maximale amperage van de zekering of stroomonderbreker die het circuit beschermt dat u wijzigt, niet wordt overschreden. Het overschrijden van het maximale amperage kan leiden tot defecten in het elektrische systeem, hetgeen ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00310a)
Deze versterker heeft maximaal 11 A extra stroom van het elektrische systeem nodig.
Setinhoud
Zie Afbeelding 3 en Tabel 2.
VOORBEREIDING
OPMERKING
Bij motorfietsen van 2007 en later met sirene:
  • Controleer of de handsfree afstandsbediening aanwezig is.
  • Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking).
WAARSCHUWING
Het hogedrukbrandstofsysteem moet worden ontlucht voordat u de toevoerleiding loskoppelt om wegspuiten van brandstof te voorkomen. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00275a)
Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies om het hoge druk brandstofsysteem drukloos te maken en verwijder de brandstoftoevoerleiding.
Accu loskoppelen:
1. Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder de hoofdzekering.
2. Zet de contactsleutel op OFF (uit).
3. Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder het zadel. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel.
4. Bij modellen van 2008 en later: Raadpleeg de servicehandleiding om de ECM-caddy te verwijderen van de bovenkant van de accu.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, dient u voordat u verder gaat de accukabels (de minkabel (-) eerst) los te koppelen. (00307a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
5. Bij ALLE modellen: Koppel de accukabels los, de minkabel (-) eerst.
6. Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de brandstoftankconsole en de brandstoftank.
INSTALLEREN VAN DE VERSTERKER
1. Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de buitenkuip.
2. Zie Afbeelding 3. Breng een paar druppels Loctite 243 – blauw aan op de schroefdraden van de bout (3) en het tapeind (A). Installeer de versterker (1) op de versterkersteun (2), in de afgebeelde stand, met twee zeskantbouten (3), vier gewone onderlegringen (6), vier borgringen (5) en vier zeskantmoeren (4) uit de set. Haal aan tot 9,5–12,2 N·m (84–108 in-lbs).
3. Verwijder de flensmoeren (B) van de twee tapeinden (C) aan de koppelingshendelzijde van de radiodraagsteun.
OPMERKING
Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies bij het hergebruik van bevestigingsmiddelen met borgmiddelen.
4. Installeer de versterker en de steun op de montagetapeinden (C) van de radiodraagsteun. Installeer de linker richtingaanwijzer losjes en draai de richtingaanwijzermoeren handvast om het onderste deel van de versterkersteun vast te zetten.
5. Breng een paar druppels Loctite 243 – blauw aan op de schone schroefdraad van de tapeinden. Monteer de flensmoeren (B) op de tapeinden en haal deze aan tot 9,5–12,2 N·m (84–108 in-lbs).
DOORVOEREN EN AANKOPPELEN VAN DE KABELBOOM
OPMERKING
De elektrische connectors zijn in de servicehandleiding aangegeven met getallen en letters hier te zien tussen blokhaken.
  1. Zie Afbeelding 1. Zoek het zwarte 6-polige Deutsch contacthuis [6B] (1) op de kuip/verbindingskabelboom van de motorfiets. Dit bevindt zich op de linker kuipsteun, onder de radio.
  2. Als het contacthuis [6B] NIET is aangesloten op een audiokabelboom: Als het contacthuis [6B] WEL is aangesloten op een audiokabelboom, neem dan de connectorhelften eruit. Als gaten 4 en 5 van contacthuis [6B] vol zitten met draden: Als gaten 4 en 5 van contacthuis [6B] leeg zijn:
    1. neem een radiokabelboom (onderdeelnr. 69200106, afzonderlijk aan te schaffen).
    2. Geleid de korte aftakking van de radiokabelboom (met een 6-polige pinhuis en geel/oranje en geel/paarse draden), naar contacthuis [6B] (1), maar sluit hem nu nog niet aan. Dit pinhuis (14) wordt vanaf nu connector [6A] genoemd.
    1. Neem de versterkerkabelboom (2) uit de set, en twee blauwe afgesloten stootverbinders (onderdeelnr. 70586-93, afzonderlijk aan te schaffen).
    2. Volg de instructies uit de servicehandleiding voor het splitsen van de geel/oranje draad met contactklem (4) van de versterkerkabelboom in de geel/oranje draad die uit gat 4 van contacthuis [6B] (1) komt.
    3. Splits de geel/paarse draad met contactklem (5) in de gele/paarse draad die uit gat 5 komt.
    1. Verwijder de secundaire borgspie uit contacthuis [6B] op de kuip/verbindingskabelboom van de motorfiets volgens de instructies in de servicehandleiding.
    2. Verwijder de pluggen uit gaten 4 en 5.
    3. Neem de versterkerkabelboom (2) uit deze set.
    4. Volg de instructies uit de servicehandleiding voor het installeren van de geel/oranje draad met contactklem (4) van de versterkerkabelboom in gat 4 van contacthuis [6B] (1).
    5. Steek de geel/paarse draad (5) in gat 5.
    6. Breng de secundaire borgspie in het contacthuis aan volgens de instructies in de servicehandleiding.
  3. Steek het 6-polige contacthuis [6B] in het pinhuis [6A] (14) op de radiokabelboom (12) die eerder geïnstalleerd is, of in het pinhuis [6A] op de audiokabelboom van de motorfiets.
LUIDSPREKERBEDRADING
Volg de instructies uit de servicehandleiding voor het verwijderen van de pluggen uit gaten 8, 15, 22 en 23 van de 23-polige connector [149B] (3) op de versterkerkabelboom. Bewaar de pluggen voor latere installatie.
Ga door naar het juiste gedeelte dat volgt:
  • Voor modellen met ALLEEN luidsprekers in de VOORKUIP.
  • Voor modellen waarbij AANVULLENDE luidsprekers zijn geïnstalleerd.
Voor modellen met ALLEEN luidsprekers in de VOORKUIP:
  1. Sluit de draden met contactklemmen (15) die van de twee 6-polige connectors (16) van de radiokabelboom komen, aan op versterkerkabelboomconnector [149B] zoals afgebeeld in Tabel 1. Zo kan een aanvullend paar luidsprekers worden geïnstalleerd, zoals onderkuip-, zijkoffer- of Tour-Pak®-luidsprekers.
  2. Ga door naar het gedeelte Voor ALLE modellen.
Voor modellen waarbij AANVULLENDE luidsprekers zijn geïnstalleerd.
  1. Neem de 35-polige connector [28B] uit de rechterzijde van de radio. Zoek twee gedraaide draadparen, een bruin en wit/bruin, het andere groen en lichtgroen/bruin, in de connector.
  2. Zie de servicehandleiding en verwijder de gedraaide draden en klemmen uit gaten 1, 2, 24 en 25 van connector [28B].
  3. Haal ten minste 30,5 cm (12 in) van de gedraaide draadparen uit de hoofdkabelboombuis, voldoende om de versterker gemakkelijk te kunnen bereiken.
  4. Steek de eerder uit de versterkerkabelboomconnector [149B] verwijderde afdichtingspinnen in de nu lege gaten in connector [28B].
  5. Tape de hoofdkabelboom opnieuw vast en zet hem vast. Om de gedraaide draadparen te beschermen wordt aangeraden aanvullende kabelbuis aan te schaffen.
  6. Sluit de draden met contactklem van radioconnector [28B] aan op de 23-polige versterkerconnector [149B] zoals afgebeeld in Tabel 1. Zo kunnen ook de aanvullende luidsprekers worden versterkt.
  7. Ga door naar het gedeelte Voor ALLE modellen.
16-Polige contacthuis [6B]
2Versterkerkabelboom
323-polige connector [149B]
4Geel/oranje draad met contactklem
5Geel/paarse draad met contactklem
6Naar linker luidspreker
7Naar rechter luidspreker
8Accu-aftakking van de kabelboom
9Rode draad
10Zwarte draad
11Zekeringhouder
12Radiokabelboom
1335-Polige connector [28B]
146-Polige pinhuis [6A]
15In 23-polige connector [149B] op versterkerkabelboom steken
16Niet-aangesloten bedrading
Afbeelding 1. Aansluitschema kabelboom, op kuip gemonteerde versterker
Bij ALLE modellen
Tabel 1. Kabelboomdraadaansluitingen
Draadkleur
Naar Connector [149B], gat
Bruin
8
Wit/bruin
15
Groen
22
Lichtgroen/bruin
23
  1. Controleer de voorkant van connectors [28B] en [149B] visueel om zeker te zijn dat de klemmen volledig vastzitten voordat u de rode connectorvergrendelingen sluit.
  2. Steek de 35-polige connector [28B] in de aansluiting op de achterzijde van de radio. Totdat deze hoorbaar vastklikt. Steek de 23-polige stekker [149B] in de versterker. Totdat deze hoorbaar vastklikt.
    3. OPMERKING
    Twee aftakkingen van de versterkerkabelboom, elk met twee contactklemmen en twee vorkklemmen, worden met de voorste luidsprekers verbonden.
  3. Leid de korte aftakking (6) van de versterkerkabelboom (met de witte/oranje en lichtgroene/witte draden) naar de linker luidspreker.
  4. Maak de contactklemmen van de verbindingskabelboom voorzichtig los uit de vorkklemmen van de linker luidspreker.
  5. Sluit de contactklemmen van de versterkerkabelboom aan op de vorkklemmen van de luidspreker. De afmetingen van de vorkklemmen zijn verschillend om onjuiste montage te voorkomen.
  6. Sluit de vorkklemmen van de versterkerkabelboom aan op de contactklemmen van de verbindingskabelboom. De afmetingen van de vorkklemmen zijn verschillend om onjuiste montage te voorkomen.
  7. Leid de lange aftakking (7) van de versterkerkabelboom (met grijs/rode en lichtgroen/zwarte draden) naar de rechter luidspreker.
  8. Maak de contactklemmen van de verbindingskabelboom voorzichtig los uit de vorkklemmen van de rechter luidspreker.
  9. Sluit de contactklemmen van de versterkerkabelboom aan op de vorkklemmen van de luidspreker. De afmetingen van de vorkklemmen zijn verschillend om onjuiste montage te voorkomen.
  10. Sluit de vorkklemmen van de versterkerkabelboom aan op de contactklemmen van de verbindingskabelboom. De afmetingen van de vorkklemmen zijn verschillend om onjuiste montage te voorkomen.
  11. Zie Afbeelding 1. Gebruik een kabelbinder uit de set om de niet-aangesloten bedrading (16) van de radiokabelboom op te rollen. Eventueel kunnen de bruine en wit/bruine draden en de bijbehorende connector [42A] een signaal aan een extra luidspreker links leveren. De groene en groen/bruine draden en de bijbehorende connector [41A] kunnen een signaal aan een extra luidspreker rechts leveren.
    12. OPMERKING
    In de volgende stap mag de lange aftakking (8) van de versterkerkabelboom niet binnenin de kuip worden vastgezet.
  12. Maak met behulp van de kabelbinders uit de set de versterker- en radiokabelboom vast aan de bestaande kabelbomen in de kuip.
  13. Leid de lange aftakking (8) van de versterkerkabelboom door het midden van de radiodraagsteun en naar achteren naar de kabelboombak. Open de klep van de kabelboombak. Leid de versterkerkabelboom door de openingen in de bak en gebruik kabelbinders om deze aan de hoofdbedrading vast te maken.
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
  • Zorg ervoor dat de draden niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.
  1. Leid de kabelboom langs de rechterkant van de accuruimte. Steek de rode zekeringdraad (9) en zwarte massadraad (10) in de voorkant van het batterijhuis.
1Linker richtingaanwijzerlamp voor
2Montagetapeind voor richtingaanwijzer (2)
3Pakking
4Kuip
5Versterker en steun
6Binnenkuip
7Onderste kuipsteun
8Dopmoer (2)
9Platte onderlegring (2)
10Aanzicht van richtingaanwijzersteun en binnenkuip in de richting van pijl A
Afbeelding 2. Installeren van de richtingaanwijzer op FLTR-kuipen
INSTALLEREN VAN DE KUIP
1. Zie Afbeelding 2. Installeer de kuip volgens de instructies in de servicehandleiding met de volgende uitzonderingen:
a. Laat de kuip pas op het beschermde voorspatbord rusten als u de linker richtingaanwijzerlamp (1) hebt verwijderd die u eerder losjes hebt aangebracht.
b. Na het definitief aanhalen van de zes bouten die binnen- en buitenkuip bij elkaar houden, brengt u de tapeinden van de linker richtingaanwijzerlamp voor (2) aan via de gaten in de pakking (3) van de richtingaanwijzerlamp, de kuip (4), de versterkersteun (5) en de binnenkuip (6), waarbij u de richtingaanwijzerdraden in de trekontlastingsgleuf in de onderste kuipsteun (7) leidt.
c. Draai de dopmoeren (8) en platte onderlegringen (9) op de tapeinden van de richtaanwijzers, maar draai deze nu nog niet helemaal vast.
d. Installeer de rechter richtingaanwijzerlamp op dezelfde manier.
e. Haal de moeren van de richtingaanwijzers aan tot 6,8–9,5 N·m (60–84 in-lbs).
TERUGBRENGEN IN RIJKLARE TOESTAND
OPMERKING
Om mogelijke beschadiging van het geluidssysteem te voorkomen, dient de contactsleutelschakelaar op OFF (uit) te staan, voordat de accukabels aangesloten worden.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a)
1. Sluit de accu als volgt aan:
a. Sluit de rode klem van de pluskabel (+) van de accu aan op de pluspool (+) van de accu, gevolgd door de rode draadklem van de versterkerkabelboom.
b. Sluit de zwarte klem van de minkabel (-) van de accu aan op de minpool (-) van de accu, gevolgd door de zwarte massadraadklem van de versterkerkabelboom.
c. Zie Afbeelding 1. Stop de aansluitdraden van de zekeringhouder (11) en versterker weg vóór de accu. OPMERKING: Het kan handig zijn om de kabelbinder op de ontlastingsarm van de zekeringhouder door te knippen en een nieuwe kabelbinder te installeren om de arm op zijn plaats te bevestigen nadat u de zekeringhouder hebt geplaatst.
d. Bij modellen van 2008 en later: Zorg dat alle met de accu verbonden draadklemmen in lijn staan met de openingen in de ECM-caddy. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies om de ECM-caddy te bevestigen aan de bovenkant van de accu.
e. Bij ALLE modellen: Plaats de hoofdzekering volgens de instructies in de servicehandleiding.
2. Controleer of het geluidssysteem goed werkt. Als u geen geluid hoort, ga dan verder met OPLOSSEN VAN STORINGEN.
3. Als het geluidssysteem naar behoren werkt, installeer de kuip en het windscherm volgens de instructies in de servicehandleiding.
4. Koppel de zwarte massadraadklem van de versterkerkabelboom en de (zwarte) minkabel van de accu los van de minpool (-) van de accu.
5. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het installeren van de brandstoftank en console. Sluit de minkabel van de accu en massaklemmen van de versterker aan.
6. Breng een dunne laag Harley-Davidson smeermiddel voor elektrische contacten (onderdeelnr. 99861-02), vaseline of corrosiewerend middel aan op de accupolen en de klemmen van de versterkerkabelboom.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
7. Raadpleeg de servicehandleiding en bevestig het zadel.
OPLOSSEN VAN STORINGEN
Geen geluid.
  1. Controleer de bedradingsaansluitingen bij [6A] en [6B]. Controleer dat de geel/oranje draden in gat 4 van beide connectorhelften zijn aangebracht en de geel/paarse in gat 5.
  2. Controleer elke connector die bij de installatie betrokken is als volgt :
  • Controleer dat alle pen- en contactklemmen volledig het corresponderende oppervlak van de connector raken en dat deze niet tijdens de installatie naar achteren in de bijbehorende aansluiting zijn geduwd.
  • Trek zachtjes aan elke aparte draad aan de achterkant van de connector om eventuele niet in hun vergrendeling vastzittende draden op te sporen.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 3. Serviceonderdelen, Boom! Audio-Versterkerset
Tabel 2. Serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Versterker, op kuip gemonteerd
76192-06B
2
Steun van de op kuip gemonteerde versterker
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
Dopbout, zeskantig, 1/4-20 x 16 mm (0.62 in) lang (2)
3767B
4
Zeskantmoer, 1/4-20 (4)
7688
5
Gespleten borgring, 1/4 inch (4)
7036
6
Gewone onderlegring, 1/4 inch (4)
6703
7
Kabelboom, versterker
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
8
Klem, metaal, zelfklevend, 16 mm (0,62 in)
10103
9
Kabelbinder (10)
10006
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen:
A
Montagetapeind versterker (2)
B
Montagemoer radiodraagsteun (4)
C
Tapeind kuipbeugel (4)
D
Binnenkuip
E
Kuip