ROAD GLIDE ACCESSOIRE STUUR SETS
J060612020-01-14
ALGEMEEN
Setnummer
55800439, 55800440, 55800548, 55800549, 55800550, 55800551, 55800568, 55800569, 55801006, 55801062, 55801063, 55801007
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandel catalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Montagevereisten
De afzonderlijke aanschaf en montage van aanvullende onderdelen of accessoires kan nodig zijn voor de juiste montage van deze set op uw model motorfiets. Raadpleeg de P&A-detailhandelcatalogus of het gedeelte "Parts and Accessories" (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor een lijst met alle benodigde onderdelen of accessoires.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
Deze set bevat een stuur.
MONTAGE
Dit stuur wordt op dezelfde manier gemonteerd als het standaard Standaard (OE) (Standaard (OE)) stuur. Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van het Standaard (OE) stuur.
Bedrading van 2014-2015 modellen met verwarmde handgrepen: knip en verwijder de ongebruikte twee-pins aansluitingen van de verwarmde handgrepen aan beide kanten van de kabelboom.
Tips voor de installatie van de kabelboom:
  • Noteer de kleuren van draden en locaties van de pennen. Verwijder de pennen uit de connectors.
  • Verwijder alle kabelbinders van de kabelboom.
  • Zie Afbeelding 1 . Verspreid de pennen (1) zodat deze niet op dezelfde plek langs de kabelboom liggen (2).
  • Zie Afbeelding 2 . Voer een geschikte kabel (1) door het stuur. Bevestig de kabel aan de kabelboom. Wikkel tape (2) om de kabelboom en de pennen. De tape dient flexibel te zijn en een spits toelopend uiteinde te hebben (3) zodat het gemakkelijk door het stuur kan worden getrokken.
1Pennen
2Kabelboom
3Tweepens kabelboom verwarmde handgrepen
Afbeelding 1. Pennen en kabelboom
1Trekkabel
2Getapete kabelboom
3Taps toelopend uiteinde
Afbeelding 2. Trekkabel en kabelboom
Monteren stuur
    OPMERKING
    In de standaard oriëntatie van het stuur staat het vlak van de stuurverhoger parallel aan de voorvorken van het voertuig. De maximale hoogte van het stuur hangt af van lokale of landelijke regelgeving. Controleer of dat het geval is en stel het stuur dienovereenkomstig af.
  • Plaats het stuur op de verhoger en leid de kabelbundels door de bovenste balhoofdplaat.
  • Plaats het stuur met het geribbelde gedeelte gecentreerd op de basis van de verhoger.
  • Installeer klem en klembouten van de verhoger, maar draai deze nog niet volledig vast.
  • OPMERKING
    Draai de voorste set schroeven van de stuurverhoger als eerste aan. Draai vervolgens de achterste set schroeven van de stuurverhoger aan.
  • Pas de hoek van het stuur aan. De staanders van het stuur lopen ongeveer parallel aan de voorvorken.
  • Wanneer het stuur zich in de juiste stand bevindt, haalt u de stuurverhogerbouten aan. Haal de bouten aan. 29,8–32,5 N·m (22–24 ft-lbs)
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de koplamp of voor de koplamp langslopen.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de richtingaanwijzers of aan de richtingsaanwijzers zelf.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de brandstofvuldop.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de snelheidsmeter.
  • Controleer of de kabels niet tussen het frame en/of de voorvork worden afgekneld.
  • Zorg ervoor dat de koppelingskabel niet te strak wordt getrokken als het stuur geheel naar links of rechts tegen de vorkaanslag wordt gedraaid.
  • Zorg dat de bedieningskabels niet te strak worden getrokken wanneer het stuur volledig naar de linker of de rechter vorkaanslag wordt gedraaid.
1. Zie de servicehandleiding voor de rest van de installatie.