ACCESSOIRE STUURSET
J064762022-06-16
ALGEMEEN
Setnummers
56075-07A, 55800748, 55800749, 55800750, 55800751, 55801003, 55801015, 55801016, 55801029, 55801030, 55801056, 55801057, 55801058, 55801059, 55801272, 55801324, 55801325, 55801326, 55801327
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandel catalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Verifieer dat de meest recente versie van het instructieblad wordt gebruikt. Deze is beschikbaar op: www.harley-davidson.com/isheets
Neem contact op met Harley-Davidson Customer Support Center op 1-800-258-2464 (alleen in de VS) of 1-414-343-4056.
Montagevereisten
Afzonderlijke aankoop van aanvullende onderdelen of accessoires is nodig voor de juiste montage van deze stuurset. Raadpleeg de Harley-Davidson dealer, de P&A-catalogus of het gedeelte "Parts and Accessories" op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor een lijst met alle benodigde onderdelen of accessoires voor dit model.
Afzonderlijke aankoop van of Aluminium Stuurverhoger Shim Set (55800789) is vereist voor sturen op FXFB modellen.
Bij motorfietsen waarbij de linker handgreep is vastgelijmd, moet een nieuwe handgreep worden gemonteerd, die afzonderlijk verkrijgbaar is.
  • Raadpleeg de onderdelen-catalogus voor vervangende Standaard (OE) (Standaard (OE)) handgrepen.
  • Raadpleeg de P&A-detailhandelcatalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig), om een keuze te maken uit het beschikbare aanbod van Genuine Motor Accessory handgrepen.
Vereiste gereedschappen en materialen
LOCTITE 271 HOGE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (ROOD) (Loctite 271) is vereist om deze set op de juiste wijze te installeren.
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
VOORBEREIDING
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
OPMERKING
  • Voertuigen MET alarmsirene: Zet het contactslot op ON (aan) met de afstandsbediening van het alarmsysteem aanwezig. Zet het contactslot op OFF (uit) nadat het systeem is uitgeschakeld. Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering.
  • Voertuigen ZONDER alarmsirene: Zie de servicehandleiding en verwijder de hoofdzekering.
VERWIJDEREN VAN HET OORSPRONKELIJKE STUUR
OPMERKING
Dek de gelakte delen af om de afwerking te beschermen.
MEDEDELING
Verwijder voorzichtig de componenten van de remleiding. Beschadiging van het zittingoppervlak kan lekkage veroorzaken. (00320a)
1. Verwijder het windscherm, indien aanwezig.
2.
OPMERKING
Noteer het verloop van de voorremleiding en de stand van de banjofittings voordat u deze verwijdert.
Maak de remleiding los en verwijder deze. Zie de servicehandleiding. Bewaar de banjobouten, maar gooi de pakkingen weg.
3.
OPMERKING
Noteer het verloop van de koppelingskabel voordat u deze verwijdert.
Modellen met mechanische koppeling: maak de koppelingskabel los van de koppelingshendel. Zie de servicehandleiding.
a. Scheid de bovenste en de onderste koppelingskabel.
4.
OPMERKING
Noteer het verloop van de koppelingsvloeistofleiding voordat u deze verwijdert.
Modellen met hydraulische koppeling: verwijder de koppelingsvloeistofleiding. Zie de servicehandleiding.
5. Verwijder de kunststof borgklemmen en kabelbinders van de stuurbedrading. Gooi deze weg.
6. Ontkoppel de bedradingsconnectoren van de linker en rechter handgrepen van de hoofdkabelboom.
7.
OPMERKING
Noteer de draadkleuren en -posities in elke holte van de contacthuizen.
Raadpleeg het juiste connectorhoofdstuk in de bijlage van de servicehandleiding voor het verwijderen van de draden uit de huizen.
8. Bind de draadklemuiteinden van elke afzonderlijke kabelboom met tape vast om aparte bundels te maken.
9. Tape elke bundel zo strak vast dat deze gemakkelijk door het stuur kan worden gestoken.
10. Verwijder de hoofdcilinder van de voorrem en de koppelingshendel van het stuur.
11. Verwijder, indien nodig, de richtingaanwijzers en de spiegels.
12. Verwijder de linker stuurschakelaarbehuizing en trek de bedrading door het stuur.
13. Verwijder de huidige rechter handgreep/gashendelmof. Zie de servicehandleiding.
14. Verwijder de draaigreepsensor van het stuur.
15. Verwijder de rechter stuurschakelaarbehuizing en trek de bedrading door het stuur.
16. Als de linkerhandgreep niet aan het stuur is vastgelijmd:
a. Verwijder de einddop van de handgreep, indien aanwezig.
b. Verwijder de handgreep.
c. Bewaar voor montage op het nieuwe stuur.
17.
OPMERKING
  • Bewaar, indien aangebracht met een 1,25" stuur, de bevestigingsmaterialen en de onderdelen van de stuurverhogers voor latere montage.
  • Bewaar bij het installeren van een stuur van 1,00"of 1,25" de Standaard (OE) bevestigingsmaterialen en onderdelen van de stuurverhoger om later te installeren.
  • FXFB-modellen: aluminium shim-set (55800789) is vereist.
Verwijder het standaard stuur van de stuurverhogers. Zie de servicehandleiding.
STUURVERHOGERS
1. Kits 55800748, 55800749, 55800750, 55800751:
a. Verwijder de stuurverhogers en de doponderlegringen. Zie de servicehandleiding.
b. Verwijder de afstandsstukken en de bussen van de bovenste balhoofdplaat. Gooi deze weg.
2.
OPMERKING
Er past een aluminium isolator met een kleinere diameter in de bovenste balhoofdplaat.
Monteer de aluminium isolators uit de set op de plek waar de verhogers gemonteerd moeten worden.
3. Monteer de bovenste bolle onderlegringen.
4.
OPMERKING
Wanneer er geen 1,25 inch stuurverhogers zijn aangebracht, kunnen deze indien nodig vervangen worden met de juiste stuurverhogerset.
Monteer de onderste bolle onderlegringen en de stuurverhogers met bevestigingsmaterialen. Draai nog niet vast.
NIEUWE INWENDIGE STUURBEDRADING
1. Zie Afbeelding 1 . Verspreid de pinnen (1) zodat deze niet op dezelfde plek langs de kabelboom (2) liggen.
1Pennen
2Kabelboom
3Tweepens kabelboom verwarmde handgrepen (indien aangebracht)
Afbeelding 1. Pennen en kabelboom
2. Zie Afbeelding 3 . Leg het stuur op een vlakke, zachte ondergrond, met de uiteinden omhoog en voer de draadbundel voor de rechter richtingaanwijzer via de opening aan de onderzijde van het nieuwe stuur naar de grote opening in het midden van het stuur.
3. Monteer de juiste trekkabels.
a. Haal een trekkabel door de opening bijna aan het linker uiteinde van het stuur.
b. Haal een trekkabel door de opening bijna aan het rechter uiteinde van het stuur en een door het rechter uiteinde van de stuurpijp.
c. Haal alle uiteinden van alle trekkabels uit de middelste opening.
4. Zie Afbeelding 2 .
a. Koppel de kabel aan de draadboom.
b. Wikkel tape (2) om de kabelboom, de kabel en de pennen.
c. De tape dient flexibel te zijn en een spits toelopend uiteinde te hebben (3) zodat het gemakkelijk door het stuur kan worden getrokken.
d. Trek de trekkabel door het stuur om de draadbundel naar de juiste opening te trekken.
1Trekkabel
2Getapete kabelboom
3Taps toelopend uiteinde
Afbeelding 2. Trekkabel en kabelboom
5. Breng een beetje vloeibare zeep of multifunctioneel smeermiddel aan op de rechter schakelaar en de draadbundel.
WAARSCHUWING
Trek de draden voorzichtig door het gat in het stuur om te voorkomen dat de draden worden gestript. Gestripte draden kunnen kortsluiting veroorzaken en elektrische onderdelen van de motorfiets beschadigen, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00418b)
6. Trek de met tape omwikkelde uiteinden van de draadbundel door de uitgang in het midden van het stuur. Breng de schakelaarbehuizing ongeveer in de eindpositie. Bevestig daarbij de schakelaarbehuizing NOG NIET aan het stuur.
7. Herhaal, indien nodig, de stappen 4 tot en met 6 met de draaigreepsensor met de linker draadbundel en beide richtingaanwijzers.
1Middelste draadgat
2Bout van de bovenste schakelaarbehuizing
3Bout van de onderste schakelaarbehuizing
4Positie aan de binnenkant van het knelpunt van de schakelaarrand boven de draden en het gat in het stuur
5Houd draden verwijderd van de knelpunten nabij de schroefdraadpen
Afbeelding 3. Routing bedrading schakelaarbehuizing
8. Verwijder de tape van de uiteinden van de draadbundels.
9. Controleer of er stroom loopt tussen het stuur en elke draad in de draadbundels.
10. Is dit het geval, dan kan er sprake zijn van kortsluiting. De draden en de routing in de schakelaarbehuizing moeten dan worden gecontroleerd.
Monteren stuur
OPMERKING
Gewoonlijk wordt het stuur zo geplaatst dat de hartlijn stuurverhoger parallel aan de voorvorkpoten van het voertuig staat. De maximale hoogte van het stuur kan zijn voorgeschreven door nationale of lokale regelgeving. Controleer of dat het geval is en stel het stuur dienovereenkomstig af.
1. Zie Afbeelding 5 . Plaats het stuur (1) op de stuurverhogingsvoet en leid de draadbundels naar beneden door de bovenste balhoofdplaat.
2. Plaats het stuur met het geribbelde gedeelte (A) gecentreerd op de stuurverhogingsvoet.
3. Installeer de stuurverhogerklem en de klembouten, maar zet deze nog niet helemaal vast.
4. Zie Afbeelding 4 . Stel de hoek van het stuur af. De verticale stangen van het stuur lopen ongeveer evenwijdig aan de voorvorkpoten.
Afbeelding 4. Stand montage stuur (standaard)
5.
OPMERKING
Stuurklemmen worden gemaakt met kussens op de helft van de bovenste klem die tegen de verhoger aan moeten komen wanneer de klem is gemonteerd. De bevestigingsmiddelen het dichtste bij de kussens moeten als eerste aangehaald worden.
Wanneer het stuur zich in de juiste stand bevindt, haalt u de stuurverhogerbouten aan. Haal de bouten aan.
Koppel: 16,3–21,7 N·m (12–16 ft-lbs)
6. Haal de stuurverhoger aan, aan de bovenste balhoofdplaatklemmen.
Koppel: 81,3 N·m (60 ft-lbs)
Montage handgrepen en schakelaarhuizen
1. Installeer de nieuwe (apart aangeschafte) gaskabels en een nieuwe (apart aangeschafte) of Standaard (OE) juiste doorvoerbuis voor grip/gas. Zie de servicehandleiding.
2. Pas de stand van de schakelaarbehuizing en de remhendel op het stuur aan voor het comfort van de rijder. De hoofdremcilinder dient, als de motorfiets op de zijstandaard staat, voor het ontluchten horizontaal te staan.
3. Haal eerst de bovenste aan. Haal vervolgens de onderste klembouten van de remhendel aan. Haal de bouten aan.
Koppel: 6,7–9 N·m (60–80 in-lbs)
4. Haal eerst de onderste aan. Draai dan de bovenste bouten van de schakelaarbehuizing aan. Daardoor zal een eventuele spleet in de schakelaarbehuizing aan de voorzijde ontstaan, wat het mooiste resultaat oplevert. Haal de bouten aan.
Koppel: 4–5,1 N·m (35–45 in-lbs)
5. Controleer of de rechter handgreep/gashendelmof ronddraait en automatisch terugkeert en niet aan het stuur of de schakelaarbehuizing blijft vastzitten.
OPMERKING
Als de stuurhandgrepen van een patroon zijn voorzien, lijn dan het patroon op de linker handgreep uit met het patroon op de rechter handgreep, waarbij de gashendel zich in de volledig gesloten stand moet bevinden.
6. Installeer een nieuwe (apart aangeschafte) of Standaard (OE) handgreep op het linkeruiteinde van het nieuwe stuur volgens het instructieblad van de handgrepen of de servicehandleiding.
7. Pas de stand van de schakelaarbehuizing en de koppelingshendel op het stuur aan voor het comfort van de rijder. Zie de servicehandleiding.
8. Haal eerst de bovenste aan. Haal vervolgens de onderste klembouten van de koppelingshendel aan. Haal de bouten aan.
Koppel: 6,7–9 N·m (60–80 in-lbs)
9. Haal eerst de onderste aan. Draai dan de bovenste bouten van de schakelaarbehuizing aan. Haal de bouten aan.
Koppel: 4–5,1 N·m (35–45 in-lbs)
10. Monteer koppelingskabels of een koppelingsvloeistofleiding van de juiste lengte (beide afzonderlijk verkrijgbaar). Zie de servicehandleiding.
11. Ontlucht het systeem van de koppelingsbediening, indien aangebracht. Zie de servicehandleiding.
12. Inspecteer de nieuwe remleidingen (afzonderlijk verkrijgbaar) zorgvuldig op schade of gebreken, en vervang deze indien beschadigd.
13. Monteer de remleiding volgens de instructies in de servicehandleiding of de instructies bijgesloten bij de remleidingen.
14. Remmen ontluchten. Zie de servicehandleiding.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
1. Volg de routing zoals u genoteerd heeft bij de demontage om de bedrading van de stuurschakelaars en de richtingaanwijzers op de kabelboom van de motorfiets aan te sluiten.
2. Raadpleeg de aantekeningen die bij de montage zijn gemaakt. Zie de servicehandleiding.
3. Monteer de pinnen in de connector pinbehuizingen.
4. Monteer eventueel benodigde kabelboomverlengingen (afzonderlijk verkrijgbaar) voor de handgrepen en/of de kabelbomen van de voorste richtingaanwijzers. Zie de installatie-instructies voor die sets.
5. Raadpleeg de aantekeningen die u hebt gemaakt tijdens de demontagestappen en de servicehandleiding en sluit alle connectoren van de kabelbomen aan.
6. Zie Afbeelding 5 . Plaats de afdichtpluggen (2) in het stuur.
7. Zorg dat het logo in de juiste positie komt.
VEILIGHEIDSCONTROLE
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
  • Zorg ervoor dat draden, koppelingsleiding en remleidingen niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de koplamp of voor de koplamp langslopen.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de richtingaanwijzers of aan de richtingsaanwijzers zelf.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de brandstofvuldop.
  • De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de snelheidsmeter.
  • Controleer of de kabels niet tussen het frame en/of de voorvork worden afgekneld.
  • Zorg ervoor dat de koppelingskabel niet te strak wordt getrokken als het stuur geheel naar links of rechts tegen de vorkaanslag wordt gedraaid.
  • Zorg dat de bedieningskabels niet te strak worden getrokken wanneer het stuur volledig naar de linker of de rechter vorkaanslag wordt gedraaid.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat voordat u de hoofdzekering vastmaakt.
1. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
WAARSCHUWING
Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a)
2. Zet het contactslot in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motorfiets niet.
3. Controleer of alle schakelaars en lichten goed werken.
4. Draai het stuur naar de linker en rechter stuuraanslagen, om te controleren of het stuur bij elke aanslag goed functioneert.
5. Knijp de voorremhendel meerdere malen in om de werking van het remlicht te controleren.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de motor start, of de gashendel automatisch terugkeert naar de stationaire stand wanneer deze wordt losgelaten. Een gashendel die voorkomt dat de motor automatisch naar de stationaire stand terugkeert, kan ertoe leiden dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00390a)
WAARSCHUWING
Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a)
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 5. Serviceonderdelen: Stuur
Tabel 1. Serviceonderdelen
Set
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
55800748, 55801327
1
12" Fat Ape-stuur, verchroomd
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Aluminium isolator
55900011A
55800749, 55801326
3
12" Fat Ape-stuur, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Aluminium isolator
55900011A
55800750, 55801325
4
16" Fat Ape-stuur, verchroomd
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Aluminium isolator
55900011A
55800751, 55801324
5
16" Fat Ape-stuur, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Aluminium isolator
55900011A
55801003
1
Stuur, verchroomd
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
56075-07A
3
Stuur, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801272
Stuur, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801030
6
1.25" Softail Stuur, hoog, chroom
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801029
7
1.25" Softail Stuur, hoog, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801015
8
1" Softail Stuur, hoog, chroom
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801016
9
1" Softail Stuur, hoog, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801056
10
1 "Softail stuur, laag, chroom
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801057
11
1 "Softail stuur, laag, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801058
12
1,25 "Softail stuur, laag, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
55801059
13
1,25 "Softail stuur, laag, zwart
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Items genoemd in de tekst.
A
Geribbeld patroon