
WAARSCHUWING
Het automatisch inschakelen van de koplamp zorgt ervoor dat de bestuurder beter zichtbaar is voor andere weggebruikers. Let erop dat de koplamp altijd is ingeschakeld. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00030b)
Zie UW GEBRUIKERSHANDLEIDING vooraan in deze handleiding. Noteer alle sleutelnummers in de hiervoor bestemde ruimte vooraan in deze handleiding.
Met het contactslot worden de elektrische functies van de motor bediend.
MEDEDELING
Bescherm uw motorfiets tegen diefstal. Vergrendel, nadat u de motorfiets hebt geparkeerd, het balhoofd en het contactslot. Indien u de motor niet vergrendelt, kan deze worden gestolen en/of beschadigingen oplopen. (00491c)

WAARSCHUWING
Rijd niet met een vergrendelde voorvork. Wanneer de voorvork is vergrendeld, kan er niet goed worden gemanoeuvreerd, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00035a)
MEDEDELING
Smeer de slotcilinders niet met grafiet of met op petroleum gebaseerde smeermiddelen. Hierdoor kan het zijn dat de sloten niet meer werken. (00152a)
MEDEDELING
Draai de contactsleutel naar de stand OFF (uit) alvorens de motorfiets te vergrendelen. Als de sleutel in de stand ACC (accessoires) wordt gelaten, dan blijven de lampen branden tot de accu leeg is. (00492b)
De functies van iedere schakelaarstand worden aangeven in
Tabel 1.
Zie
Afbeelding 1. Ontgrendel het contactslot met de contactsleutel en draai het contact naar de gewenste stand.
Verwijder de sleutel voordat u de motor start en nadat u de motorfiets hebt geparkeerd en het contactslot hebt vergrendeld. De sleutel kan eruit vallen als u deze in het contactslot laat zitten.
OPMERKING
De lampen branden wanneer het contact in de stand IGN (ontsteking) staat, zoals wettelijk vereist in bepaalde plaatsen.
De contactsleutel past ook op het stuurslot.
Tabel 1. Contactslot
SCHAKELAARPOSITIE | VERWIJDER DE SLEUTEL | FUNCTIES |
---|
OFF (uit) | Ja | Schakelt de ontsteking, lampen en accessoires uit. De motorfiets is uitgeschakeld en kan niet worden gestart. |
ACC (accessoires) | Ja | Schakelt accessoires in. De alarmknipperlichten kunnen worden ingeschakeld. De instrumentenlampjes branden. Het remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd. De schakelaar kan in de stand ACC (accessoires) worden vergrendeld. OPMERKING: OPMERKING: Wanneer het contact op ACC (accessoires) wordt gezet, wordt er een opstartdiagnose van het systeem uitgevoerd. De achtergrondverlichting van de instrumenten licht op, de meternaalden slaan volledig uit, en de controlelampen voor de accu, beveiliging, koelvloeistoftemperatuur en motorcontrole gaan branden. |
IGN | Ja | Schakelt de ontsteking, lampen en accessoires in. |
Afbeelding 1. Contactslot