WAARSCHUWING
Voer de service- en onderhoudswerkzaamheden uit zoals aangegeven in de tabel Algemene service-intervallen. Gebrek aan regelmatig onderhoud ten opzichte van de aanbevolen intervallen, kan de veilige werking van de motorfiets beïnvloeden met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00010a)
Goed onderhoud leidt tot een veilig werkende machine. Na een opslagperiode moet bepaalde apparatuur zorgvuldig worden gecontroleerd. Dit moet ook regelmatig tussen de algemene service-intervallen gebeuren om na te gaan of extra onderhoud nodig is.
Controleer de volgende punten:
  1. Banden op de juiste spanning, overmatige slijtage of andere tekenen van bandenschade.
  2. Aandrijfriem op juiste spanning.
  3. Reactievermogen van remmen, stuurinrichting en gasklep.
  4. Remvloeistofpeil en -toestand. Hydraulische leidingen en koppelingen op lekkage. Controleer ook de remblokken en -schijven op slijtage.
  5. Controleer of de gaskabels niet gerafeld of geknikt zijn en of ze vrij liggen.
  6. Controleer motoroliepeil.
  7. Controleer koelvloeistofpeil.
  8. Controleer koppelingsvloeistofpeil.
  9. Controleer de werking van de koplamp, het achterlicht, het remlicht en de richtingaanwijzers.