Verwijderen
MEDEDELING
Polycarbonaat windschermen moeten op de juiste wijze worden onderhouden en verzorgd. Indien het polycarbonaat niet goed wordt verzorgd, kan dit beschadigingen aan het windscherm/windgeleider tot gevolg hebben. (00483e)
MEDEDELING
Gebruik alleen producten aanbevolen door Harley-Davidson voor Harley-Davidson windschermen. Gebruik geen bijtende chemicaliën of regenafstotende producten, omdat deze schade aan het oppervlak van het windscherm veroorzaken, zoals dof of ondoorzichtig worden. (00231c)
OPMERKING
Windschermen hebben speciale verzorging nodig. Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis of die in tankstations verkrijgbaar zijn. Deze reinigingsmiddelen kunnen het windscherm beschadigen. Zie Onderhoud en reiniging → Windschermonderhoud voor het op de juiste manier onderhouden van windschermen.
  1. Zie Afbeelding 1. Ondersteun het windscherm en open de klemhendels.
  2. Til het windscherm voorover van de voorvork.
Montage
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
WAARSCHUWING
Afgeknelde gaskabels kunnen de reactie van de gashendel beperken, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen en ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00423b)
1. Controleer of de rubberen pakkingen zich in de klemzadels bevinden.
2. Maak de klemmen open en sluit ze weer om de werking te controleren.
3. Plaats het voorspatbord. Houd het windscherm met beide handen vast.
4. Bevestig de klemmen aan de voorvorkpoot tussen de bovenste en onderste vorkklem. Als één van de klemmen niet met de onderste voorvorkpoten is uitgelijnd:
a. Draai de borstbout van de klem los.
b. Draai de klem zodat deze met de voorvorkpoot is uitgelijnd.
c. Herhaal dit tot alle vier klemmen met de voorvorkpoot zijn uitgelijnd.
d. Steek elk van de borstbouten in de windschermsteun. Aanhalen tot 5,4–8,1 N·m (48–72 in-lbs).
5. Lijn het windscherm uit:
a. Plaats het windscherm midden tussen de voorvorkpoten, koplamp en snelheidsmeter.
b. Lijn de hoogte uit. Zorg ervoor dat u de richtingaanwijzers niet blokkeert en dat de kabelbomen van de richtingaanwijzers niet bekneld raken. Zorg er ook voor dat de koppelings- en gaskabels niet worden belemmerd.
6. Borg de klemmen met de hendels.
7. Controleer of alle vier de klemmen zijn vergrendeld en of het windscherm stevig vastzit.
Controleer regelmatig de bevestigingsmaterialen van het windscherm. Rijd nooit met losse steunen. Een losse steun kan de andere steunen en tevens het windscherm extra belasten, waardoor onderdelen voortijdig kunnen falen.
Afbeelding 1. Klemhendels windscherm