PICTOGRAM | NAAM | FUNCTIE |
---|---|---|
Alarmsysteem |
| |
Neutraalstand | Brandt wanneer de versnellingsbak in de neutrale stand staat. | |
Linksaf | Knippert wanneer de richtingaanwijzerschakelaar voor linksaf is geactiveerd. Druk op de middelste knop van de richtingaanwijzerschakelaar om de functie te annuleren. | |
Oliedruk | Wanneer de lamp blijft branden, de motor uitzetten en het oliepeil controleren. | |
ABS | Flitst tot 5 km/h (3 mph) waarna het ABS operationeel wordt. | |
Koelvloeistoftemperatuur | Gaat branden als de vloeistof te heet is. | |
Grootlicht | Gaat branden als het grootlicht ingeschakeld is. Druk op de dimlichtschakelaar om de koplamp naar dimlicht te schakelen. | |
Rechtsaf | Knippert wanneer de richtingaanwijzerschakelaar voor rechtsaf is geactiveerd. Druk op de middelste knop van de richtingaanwijzerschakelaar om de functie te annuleren. | |
Motorcontrole |
| |
Laag brandstofniveau |
|