Als de motorfiets na het inschakelen van het systeem verplaatst wordt of van de zijstandaard getild wordt en de afstandsbediening niet aanwezig is, geeft het alarmsysteem een waarschuwing door drie keer om de beurt met de richtingaanwijzers te knipperen en een geluidssignaal van de sirene te geven (indien aangebracht).

Als de motorfiets binnen vier seconden weer op de zijstandaard geplaatst is en er geen verdere beweging vastgesteld is, blijft het systeem ingeschakeld zonder het alarm te activeren.

Als de motorfiets blijft bewegen, zal het systeem enkele seconden na het eerste waarschuwingssignaal een tweede signaal geven.

Als het alarmsysteem na de tweede waarschuwing nog steeds een beweging waarneemt, zal het systeem het alarm activeren.

Het alarmsysteem zal na het activeren van het alarm:

Duur: Als er door het systeem een beweging van de motorfiets wordt vastgesteld, wordt het alarm van 30 seconden herhaald, waarna de bewegingscontrole wordt voortgezet. Het alarmsysteem herhaalt deze alarmcyclus van 30 seconden gedurende vijf minuten (10 cycli) of totdat er geen beweging meer wordt vastgesteld. In dat geval wordt het alarm gedeactiveerd.

Afstandsbediening: Breng de afstandsbediening naar de motorfiets. Nadat het systeem heeft vastgesteld dat de afstandsbediening aanwezig is, beëindigt het systeem het alarm.