Speciale gereedschappen
BeschrijvingOnderdeelnummerAant.
OLIEFILTERSLEUTEL
HD-42311
1
OLIEFILTERSLEUTEL
HD-44067A
1

Ververs de motorolie na de eerste 1.600 km (1000 mi) bij een nieuwe motor. Na de eerste service moet de olie bij warme of gematigde temperaturen op de aangegeven intervallen tijdens een normale service worden ververst. Raadpleeg Onderhoudsschema → Servicebeurtdossiers → Algemene service-intervallen: Trike-modellen 2016.
Vervang de olie bij koud weer of bij extreme bedrijfsomstandigheden met kortere intervallen. Zie Onderhoud en smering → Smering in de winter.
Voor Twin Cam-motorfietsen is het premium-oliefilter nodig, uitgevoerd in chroom (onderdeelnr. 63798-99A) of zwart (onderdeelnr. 63731-99A).
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
  1. Laat de motorfiets lopen totdat de motor op de normale bedrijfstemperatuur is. Zet de motor af.
  2. Verwijder de vuldop/peilstok.
  3. OPMERKING
    Vervang de O-ring van de aftapplug indien beschadigd.
  4. Zie Afbeelding 1. Verwijder de aftapplug voor de motorolie (2) en de O-ring. Laat alle olie weglopen.
MEDEDELING
Gebruik de Harley-Davidson oliefiltersleutel om het filter te verwijderen. Door dit gereedschap te gebruiken, kunnen beschadigingen aan de carterpositiesensor en/of de sensorkabel worden voorkomen. (00192b)
1. Verwijder het oliefilter met behulp van de OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-42311) of OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-44067A) en handgereedschap. Gebruik deze niet in combinatie met persluchtgereedschap.
2. Reinig de montageflens van het oliefilter.
3. Zie Afbeelding 2. Installeer het nieuwe oliefilter.
a. Breng een dun laagje schone motorolie aan op de pakking.
b. Installeer het nieuwe oliefilter.
c. Haal het oliefilter met de hand een halve slag tot drie kwartslag omwenteling aan als de pakking het filterbevestigingsoppervlak net raakt. Oliefiltersleutel NIET gebruiken voor de montage.
4. Breng de aftapplug voor de motorolie en een O-ring aan. Haal aan tot 19–28,5 N·m (14–21 ft-lbs).
OPMERKING
Gebruik het juiste type olie voor de laagste temperatuur die wordt verwacht voordat de olie weer moet worden ververst. Zie Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën voor de aanbevolen olie.
5. Voeg een eerste hoeveelheid motorolie toe. Raadpleeg Specificaties → Specificaties → Inhoud.
  1. Controleer het oliepeil. Zie Onderhoud en smering → Motoroliepeil.
    1. Voer de oliepeilcontrole bij koude motor uit.
    2. Start de motor en controleer zorgvuldig op olielekkages rond de aftapplug en het oliefilter.
    3. Voer de oliepeilcontrole bij warme motor uit.
1Versnellingsbakaftapplug (rechterzijde)
2Aftapplug van motoroliereservoir en O-ring
3Zeskantige plug (niet verwijderen)
Afbeelding 1. Oliecarter
1ALLEEN een dunne laag olie
2Oliefilter
3Bevestigingsplaat
Afbeelding 2. Een dunne laag olie aanbrengen