WAARSCHUWING
Gebruik de cruise-control niet bij druk verkeer, op wegen met scherpe bochten of blinde hoeken en op gladde wegen. Indien de cruise-control onder deze omstandigheden wordt gebruikt, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00083a)
WAARSCHUWING
Rijd met een snelheid die geschikt is voor het wegdek en de omstandigheden en rijd nooit sneller dan de aangegeven maximaal toegestane snelheid. Wanneer u te snel rijdt, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00008a)
U kunt de cruise-control activeren om de motorfiets automatisch op cruise-snelheid te houden. De bestuurder blijft de controle houden en kan de cruise-control op elk moment uitschakelen door de remmen of de koppeling te bedienen, aan de gashendel te draaien of de cruise-control gewoon uit te schakelen.
De cruise-control kan worden geactiveerd bij snelheden tussen 48 km/h (30 mph) en 145 km/h (90 mph). Het systeem werkt niet bij snelheden die buiten dit bereik vallen.
De bestuurder kan tijdens cruise-control de snelheid tot 16 km/h (10 mph) of hoger (afhankelijk van hoe hard de bestuurder aan de gashendel draait en de toestand van de motor) tot boven het SET-punt (instelpunt) brengen, voordat het systeem automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent dat de bestuurder, indien nodig, de snelheid tijdelijk kan verhogen. Indien te sterk aan de gashendel wordt gedraaid, kan het systeem worden uitgeschakeld.
OPMERKING
Niet-specifieke banden of versnelling kan de werking van de cruise-control negatief beïnvloeden.
De cruise-snelheid instellen
  1. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Stuurschakelaars → Handbediening. Druk de CRUISE-schakelaar in om cruise-control in te schakelen. Het cruise-control lampje wordt oranje om aan te geven dat de cruise-control is ingeschakeld. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Instrumenten (standaard).
  2. Wanneer de motorfiets met de gewenste snelheid tussen 48–145 km/h (30–90 mph) rijdt, drukt u even op de knop SET om de cruise-control op de huidige snelheid vast te zetten. Het cruise-control lampje wordt groen om aan te geven dat de geselecteerde cruise-snelheid is vergrendeld.
De cruise-snelheid uitschakelen
Wanneer de cruise-snelheid wordt uitgeschakeld, wordt het cruise-control lampje oranje. De cruise-control is nog steeds ingeschakeld en de vorige cruise-snelheid kan worden hervat. De cruise-snelheid wordt automatisch uitgeschakeld wanneer een van de volgende gebeurtenissen worden gedetecteerd.
De cruise-snelheid hervatten
Als het systeem is uitgeschakeld met een van de methoden beschreven in DE CRUISE-SNELHEID UITSCHAKELEN, is het systeem nog steeds actief. De vorige ingestelde snelheid blijft van kracht en kan worden hervat totdat de cruise-control wordt uitgeschakeld.
Zie Bedieningselementen en controlelampen → Stuurschakelaars → Handbediening. Druk op RESUME (hervatten) om de vorige ingestelde snelheid te hervatten.
De cruise-control wordt niet hervat als de voertuigsnelheid meer dan 24 km/h (15 mph) lager is dan de vorige ingestelde snelheid. Druk in dit geval op SET om een nieuwe cruise-snelheid in te stellen.
De cruise-snelheid verhogen/verlagen
Wanneer u een cruise-snelheid hebt ingesteld, kunt u door even op RESUME/+ te drukken de snelheid verhogen of even op SET/- drukken om deze te verlagen. De cruise-snelheid wordt dan met 1,6 km/h (1 mph)verhoogd of verlaagd.
Door de schakelaar ingedrukt te houden verhoogt of verlaagt u de snelheid met stappen van 1,6 km/h (1 mph) totdat u de schakelaar weer loslaat. Er is een vertraging van circa 2 seconden voordat de snelheid verandert.
De cruise-snelheid deactiveren
Druk de CRUISE-schakelaar in om cruise-control uit te schakelen. Het cruise-control lampje gaat uit om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld. U moet de cruise-control weer opnieuw inschakelen voordat u een nieuwe snelheid kan instellen. De cruise-control wordt ook gedeactiveerd als u de motorfiets uitschakelt en opnieuw start.