Meeteenheden veranderen
Tijd
Druk de DAGTELLER-schakelaar in en laat deze los om van de kilometertellerschermen om te schakelen naar het tijdscherm. Tijd instellen:
  1. Zie Afbeelding 1. Druk de DAGTELLER-schakelaar (1) in en laat deze los als de tijd (uur en minuten) wordt weergegeven. Houd de DAGTELLER-schakelaar ingedrukt totdat 12h (2) op het snelheidsmeterscherm begint te knipperen. Laat de schakelaar los.
  2. Druk eenmaal op de DAGTELLER-schakelaar en laat hem los om naar de display met 24h of 24-uurs indeling te gaan. Telkens wanneer u de knop indrukt en weer loslaat, schakelt de display tussen 12h en 24h.
  3. Als de gewenste tijdsindeling wordt weergegeven, drukt u de DAGTELLER-schakelaar in en laat deze los als de uren (3) gaan knipperen.
  4. Druk de DAGTELLER-schakelaar meerdere malen in en laat hem weer los, om de uren vooruit te zetten.
  5. Als het juiste uur wordt weergegeven, drukt u de DAGTELLER-schakelaar in en laat deze los als de minuten (4) gaan knipperen.
  6. Druk de DAGTELLER-schakelaar meerdere malen in en laat hem weer los, om de minuten vooruit te zetten.
  7. Als de juiste minuten worden weergegeven (5), druk de DAGTELLER-schakelaar in en laat deze los als op het scherm AM of PM (6) verschijnt.
  8. OPMERKING
    AM of PM zullen niet op het normale tijdscherm verschijnen. De motorfiets gebruikt deze instelling voor diagnostische doeleinden.
  9. Op het 12h scherm knippert AM of PM. Selecteer AM of PM met de DAGTELLER-schakelaar. Houd de schakelaar gedurende 5 seconden ingedrukt.
  10. Draai de motorschakelaar naar OFF (uit).
1Dagtellerschakelaar
212 uur of 24 uur
3Selecteer uur
4Selecteer minuut
5Uur en minuten ingesteld
6AM of PM
Afbeelding 1. Tijdweergave
Kantelbericht
WAARSCHUWING
Indien de motor kantelt, controleer dan of alle bedieningselementen goed werken. Indien de bedieningselementen niet vrij kunnen bewegen, kan de werking van de remmen of de koppeling nadelig worden beïnvloed en kan het schakelen worden bemoeilijkt. Dit kan ertoe leiden dat de controle over het voertuig wordt verloren met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00350a)
Zie Afbeelding 2. Indien de motorfiets omvalt, verschijnt het woord 'tIP' (1) op het kilometertellerscherm. De motor kan pas na terugstelling weer worden gestart.
Raadpleeg Bediening → Starten na kantelen om het kantelbericht van de kilometerteller opnieuw in te stellen.
Melding 'Geen afstandsbediening'
Zie Afbeelding 2. Als de motorfiets een alarmsysteem heeft en u wegrijdt zonder de afstandsbediening, zal de melding 'NO FOB' (2) (Geen afstandsbediening) op het kilometertellerscherm verschijnen zodra de motorfiets beweegt. De melding blijft 10 seconden op het scherm staan als herinnering dat u de afstandsbediening moet ophalen.
Zonder de afstandsbediening kan de motorfiets alleen worden gestart door de pincode handmatig in te voeren om het alarmsysteem te deactiveren. Zie ALARMSYSTEEM → In- en uitschakelen.
Melding 'Zijstandaard'
Zie Afbeelding 2. Bij internationale (HDI-)modellen verschijnt er een ‘SidEstAnd’-bericht (zijstandaard) (3) als de motorfiets in een versnelling wordt geplaatst terwijl de zijstandaard naar beneden is geklapt. Zie Voor het rijden → Bediening van de zijstandaard.
1Kantelen
2Geen afstandsbediening
3Zijstandaard naar beneden geklapt
Afbeelding 2. KANTELEN, GEEN AFSTANDSBEDIENING en ZIJSTANDAARD