WAARSCHUWING
Het automatisch inschakelen van de koplamp zorgt ervoor dat de bestuurder beter zichtbaar is voor andere weggebruikers. Let erop dat de koplamp altijd is ingeschakeld. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00030b)
Zie de sectie UW GEBRUIKERSHANDLEIDING. Noteer alle sleutelnummers in de hiervoor bestemde ruimte voorin in deze handleiding.
Zie Afbeelding 1. Met de contact-/koplampsleutelschakelaar worden de elektrische functies van de motor bediend.
MEDEDELING
Bescherm uw motorfiets tegen diefstal. Indien u de motor na het parkeren niet vergrendelt, kan deze worden gestolen en/of beschadigd raken. (00151b)
WAARSCHUWING
Rijd niet met een vergrendelde voorvork. Wanneer de voorvork is vergrendeld, kan er niet goed worden gemanoeuvreerd, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00035a)
MEDEDELING
Smeer de slotcilinders niet met grafiet of met op petroleum gebaseerde smeermiddelen. Hierdoor kan het zijn dat de sloten niet meer werken. (00152a)
MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
  1. Verwijder bij FLHR-modellen de sleutel uit het contactslot door de sleutel in te drukken en linksom te draaien.
  2. Verwijder bij FLHT-modellen de sleutel uit het contactslot door de sleutel in te drukken en rechtsom te draaien.
  3. Verwijder de sleutel.
OPMERKING
Tabel 1. Positie van contact-/koplampschakelaar: 2006 Touring-modellen
MODEL
PLAATS
SCHAKELAARPOSITIES/-FUNCTIES
FLHT
FLHTC
FLHTCU
FLTRI
FLHX
Onderaan op
instrumentenpaneel
Druk de sleutel in en draai hem naar links om het stuurslot en de voorvork te ontgrendelen. De schakelaarknop springt naar buiten. De contact-/koplampsleutelschakelaar kan in de accessoirestand worden vergrendeld. De vorken blijven echter ontgrendeld.
Vergrendel de vork door deze helemaal naar links te draaien. Draai de schakelaarknop naar stuurslot. Druk de knop naar beneden en draai de sleutel naar LOCK (vergrendelen). Verwijder de sleutel.
ACCESS/ACCESSORY – Accessoires en het alarmknipperlicht kunnen ingeschakeld blijven. De instrumentenlampjes branden. Het remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd. De sleutel kan worden verwijderd.
De ontsteking, lampen en accessoires werken wanneer de schakelaar in de stand IGNITION (ontsteking) staat, zoals wettelijk vereist in bepaalde landen.*
FLHR
FLHRC
FLHRS
Op instrumentenpaneel van brandstoftank
De schakelaar wordt vergrendeld door de afdekking op te tillen, de sleutel in te steken en deze linksom te draaien. U ontgrendelt de schakelaar door de sleutel rechtsom te draaien. De sleutel kan in iedere stand worden verwijderd.
OFF (uit) – De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn uitgeschakeld.
ACCESS/ACCESSORY – De accessoires zijn ingeschakeld. De alarmknipperlichten kunnen ingeschakeld blijven. De instrumentenlampjes branden. Het remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd.*
IGNITION (Lampen en ontsteking) – De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn ingeschakeld.*
* Internationale modellen hebben een extra functie. De parkeerlamp en het achterlicht zijn ook ingeschakeld.
1Alle modellen behalve FLHR
2Alle FLHR-modellen (afdekking gesloten)
3Alle FLHR-modellen (afdekking open)
Afbeelding 1. Contact-/koplampsleutelschakelaar: Touring-modellen