Het alarmsysteem omvat beveiligings- en startblokkeringsfuncties. Het alarmsysteem schakelt de startmotor en het ontstekings- of elektronische benzineinspuitingssysteem uit. Aanvullende functies zijn o.a. de mogelijkheid alle vier richtingaanwijzers te laten knipperen en een sirene (indien als optie aangeschaft) af te laten gaan indien een poging tot diefstal wordt ontdekt.
Omstandigheden waaronder het alarm wordt geactiveerd wanneer het systeem is ingeschakeld, zijn o.a.:
de motorfiets beweegt
onveroorloofde handelingen aan het circuit van het contactslot
onveroorloofde handelingen aan het circuit van de beveiligingslamp
ontkoppeling van accu terwijl het systeem is ingeschakeld (dit activeert de sirene alleen indien een P&A-sirene is geïnstalleerd).