WAARSCHUWING
Zet de versnellingsbak in neutraal alvorens de motor te starten. Op deze manier worden onverwachte bewegingen voorkomen, die tot ernstig of dodelijk letsel zouden kunnen leiden. (00044a)
MEDEDELING
De motor moet 30 - 60 seconden op een laag toerental draaien. Op deze manier kan de motor opwarmen en circuleert de olie naar alle oppervlakken die moeten worden gesmeerd. Indien deze instructie niet wordt opgevolgd, kan dat motorschade tot gevolg hebben. (00181b)
OPMERKING
De motorschakelaar op het rechterstuureinde moet op LOPEN staan (contactslot AAN) om de motor te kunnen starten.
Zie Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën. Gebruik de aanbevolen olie voor lang aanhoudende of verwachte temperaturen.
Indien u na het lezen van deze sectie nog vragen hebt over de correcte bediening van uw motor, neem dan contact op met een erkende Harley-Davidson-dealer.
CV-carburateurs
OPMERKING
  • CV-carburateurs hebben een koudstartcircuit. Indien dat wordt ingeschakeld (koudstartknop volledig uitgetrokken), draait de motor stationair met circa 2000 omw/min op de normale bedrijfstemperatuur.
  • De verhoging in stationair toerental geeft aan de bestuurder aan dat de motor is opgewarmd tot de normale bedrijfstemperatuur en dat de koudstartknop helemaal ingedrukt moet worden.
  • Indien het koudstartsysteem gebruikt blijft worden wanneer de motor op volle bedrijfstemperatuur is dan RAKEN DE BOUGIES VERVUILD.
MEDEDELING
Let goed op de opwarmtijd van het voertuig. Overmatig of onvoldoende gebruik van de verrijker kan een slechte prestatie veroorzaken, een onregelmatig stationair toerental, slecht brandstofverbruik, vervuiling van bougies en schade aan apparatuur. (00164a)
OPMERKING
De volgende start- en bedieningsinstructies voor alle Harley-Davidson-motoren zijn aanbevelingen. Zij kunnen aan de betreffende motor worden aangepast.
Koude motor
Buitentemperatuur lager dan 16 °C (60 °F)
  1. Draai de brandstofklep naar de stand ON (aan).
  2. DE GASKLEP MOET GESLOTEN ZIJN.
  3. Trek de koudstartknop helemaal uit.
  4. Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar ON (aan) en druk de startschakelaar in om de elektrische startmotor te bedienen.
  5. Zet de standaard omhoog.
  6. Na de eerste opwarmperiode van 15-30 seconden, moet u 3 minuten of 3,2 km (2 mi) rijden met de koudstartknop volledig uitgetrokken.
  7. Na 3 minuten of 3,2 km (2 mi) drukt u de koudstartknop half in. Rijd 2 minuten of 3,2 km (2 mi).
  8. Na 2 minuten of 3,2 km (2 mi) drukt u de koudstartknop volledig in.
OPMERKING
Indien de buitentemperatuur onder -7 °C (20 °F) is, dan kan het zijn dat de gashendel 2 of 3 keer moet worden gedraaid.
Buitentemperatuur boven 16 °C (60 °F)
  1. Draai de brandstofklep naar de stand ON (aan).
  2. DE GASKLEP MOET GESLOTEN ZIJN.
  3. Trek de koudstartknop helemaal uit.
  4. Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar op aan en druk de startschakelaar in om de elektrische startmotor te bedienen.
  5. Zet de standaard omhoog.
  6. Na de eerste opwarmperiode van 15-30 seconden, moet u 1 minuut of 0,8 km (1/2 mi) rijden met de koudstartknop volledig uitgetrokken.
  7. Na 1 minuut of 0,8 km (1/2 mi) drukt u de koudstartknop half in. Rijd 1 minuut of 0,8 km (1/2 mi).
  8. Na 1 minuut of 0,8 km (1/2 mi) drukt u de koudstartknop volledig in.
Warme of hete motor
  1. Draai de brandstofklep naar de stand ON (aan).
  2. Zet de gashendel 1/8-1/4 slag open.
  3. Draai de contact-/koplampsleutelschakelaar naar aan en bedien de elektrische startmotor. GEBRUIK DE KOUDSTARTKNOP NIET.
  4. Zet de standaard omhoog.
OPMERKING
Indien de motor niet aanslaat nadat hij een paar keer heeft getornd of indien een van de cilinders slecht loopt maar de motor slaat niet aan, dan betekent dit gewoonlijk dat de motor door een te rijk mengsel is verzopen. Dit is met name het geval bij een hete motor. Indien de motor is verzopen, druk de koudstartknop dan helemaal in, zet het contact aan en bedien de startmotor met volgas. Draai tijdens het starten NIET herhaaldelijk aan de gashendel.