Voor de eerste keer een code maken
De persoonlijke code bestaat uit vijf cijfers die met de linker- en rechterrichtingaanwijzers worden ingevoerd. Ieder teken kan een cijfer van 1 t/m 9 zijn. Met de persoonlijke code kan het beveiligingssysteem worden uitgeschakeld, mocht de zender niet werken.
Noteer uw persoonlijke code op de kaart(en) achterin de gebruikershandleiding. Draag een van de kaarten bij u wanneer u met de motor op pad gaat.
Zie Tabel 1 om een persoonlijke code in te stellen op een motorfiets waar eerder geen code was ingesteld. Bij de procedure wordt 3-1-3-1-3 als voorbeeld van een persoonlijke code gebruikt.
OPMERKING
Gebruik, voor een betere beveiliging, 3-1-3-1-3 niet als een persoonlijke code. Het is alleen als voorbeeld bedoeld.
Besluit welke 5-cijferige code de eigenaar zou willen gebruiken. Deze code wordt geprogrammeerd met de richtingaanwijzerschakelaars en de sleutelhanger. Noteer uw persoonlijke code op de kaart(en) achterin de gebruikershandleiding. Draag een van de kaarten bij u wanneer u met de motor op pad gaat.
OPMERKING
De programmeermodus wordt afgesloten wanneer de contactsleutel naar OFF (uit) wordt gedraaid of indien de richtingaanwijzerschakelaars/sleutelhangerknop 60 seconden niet worden bediend. Indien bij het voor de eerste keer invoeren van een persoonlijke code de configuratie slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd, worden er geen gegevens opgeslagen.
Bestaande codes wijzigen
Indien er eerder een code is ingevoerd, dan geeft de lamp met knippersignalen het betreffende cijfer aan. Iedere keer wanneer de linkerrichtingaanwijzerschakelaar wordt ingedrukt, wordt het getal hoger.
Tabel 1. Een persoonlijke code programmeren
STAP
HANDELING
WACHTEN OP BEVESTIGING
OPMERKINGEN
OPMERKING: Gebruik, voor een betere beveiliging, 3-1-3-1-3 niet als een persoonlijke code. Het is alleen als voorbeeld bedoeld.
1
Zet de MOTORSCHAKELAAR op UIT.
Controleer of de beveiligingslamp niet knippert (het systeem is uitgeschakeld)
2
Zet de CONTACTSLEUTELAAN – UIT – AAN – UIT – AAN
3
Druk 2 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
1-3 signalen van richtingaanwijzers en indicators, afhankelijk van motorconfiguratie
(zie de sectie ACCU ONTKOPPELEN EN CONFIGUREREN)
1 knippersignaal – wereldwijde TSSM, geen beveiliging
2 knippersignalen – configuratiebeveiligingssysteem Noord-Amerika/
Thuismarkt
3 knippersignalen – internationaal configuratiebeveiligingssysteem
4
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
1 signaal van richtingaanwijzers en indicators
Systeem staat in de invoermodus voor persoonlijke codes
5
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Geen indien geen code is ingevoerd
1-9 knippersignalen indien code eerder is ingevoerd
Indien er geen bevestigingssignalen zijn, dan betekent dit dat er geen cijfer is ingevoerd
6
In dit voorbeeld drukt u de knop 3 keer in
Indien er een eerder ingevoerde code is, tel dan het aantal knippersignalen (cijfer) en druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om de volgende cijfers te zien
Beveiligingslamp knippert voor ieder cijfer dat is geselecteerd
Cijfer verschijnt op kilometerteller
In dit voorbeeld knippert de lamp 3 keer
U hebt 3 geselecteerd als het eerste cijfer
7
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
2 signalen van richtingaanwijzers en indicators
U hebt bevestigd dat 3 het eerste cijfer is en gaat nu het tweede cijfer invoeren
8
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Geen indien geen code is ingevoerd
1-9 knippersignalen indien code eerder is ingevoerd
Indien er geen bevestigingssignalen zijn, dan betekent dit dat er geen cijfer is ingevoerd
9
In dit voorbeeld voert u deze stap één keer uit
Indien er een eerder ingevoerde code is, tel dan het aantal knippersignalen (cijfer) en druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om de volgende cijfers te zien
Beveiligingslamp knippert voor ieder cijfer dat is geselecteerd
Cijfer verschijnt op kilometerteller
In dit voorbeeld knippert de lamp 1 keer
U hebt 1 geselecteerd als het tweede cijfer
10
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
3 signalen van richtingaanwijzers en indicators
U hebt bevestigd dat 1 het tweede cijfer is en gaat nu het derde cijfer invoeren
11
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Geen indien geen code is ingevoerd
1-9 knippersignalen indien code eerder is ingevoerd
Indien er geen bevestigingssignalen zijn, dan betekent dit dat er geen cijfer is ingevoerd
12
In dit voorbeeld voert u deze stap drie keer uit
Indien er een eerder ingevoerde code is, tel dan het aantal knippersignalen (cijfer) en druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om de volgende cijfers te zien
Beveiligingslamp knippert voor ieder cijfer dat is geselecteerd
Cijfer verschijnt op kilometerteller
In dit voorbeeld knippert de lamp 3 keer
U hebt 3 geselecteerd als het derde cijfer
13
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
4 signalen van richtingaanwijzers en indicators
U hebt bevestigd dat 3 het derde cijfer is en gaat nu het vierde cijfer invoeren
14
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Geen indien geen code is ingevoerd
1-9 knippersignalen indien code eerder is ingevoerd
Indien er geen bevestigingssignalen zijn, dan betekent dit dat er geen cijfer is ingevoerd
15
In dit voorbeeld voert u deze stap één keer uit
Indien er een eerder ingevoerde code is, tel dan het aantal knippersignalen (cijfer) en druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om de volgende cijfers te zien
Beveiligingslamp knippert voor ieder cijfer dat is geselecteerd
Cijfer verschijnt op kilometerteller
In dit voorbeeld knippert de lamp 1 keer
U hebt 1 geselecteerd als het vierde cijfer
16
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
5 signalen van richtingaanwijzers en indicators
U hebt bevestigd dat 1 het vierde cijfer is en gaat nu het vijfde cijfer invoeren
17
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Geen indien geen code is ingevoerd
1-9 knippersignalen indien code eerder is ingevoerd
Indien er geen bevestigingssignalen zijn, dan betekent dit dat er geen cijfer is ingevoerd
18
In dit voorbeeld voert u deze stap drie keer uit
Indien er een eerder ingevoerde code is, tel dan het aantal knippersignalen (cijfer) en druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om de volgende cijfers te zien
Beveiligingslamp knippert voor ieder cijfer dat is geselecteerd
Cijfer verschijnt op kilometerteller
In dit voorbeeld knippert de lamp 3 keer
U hebt 3 geselecteerd als het vijfde cijfer
19
Druk de sleutelhangerknop snel 2 keer in
1 signaal van richtingaanwijzers en indicators
U hebt bevestigd dat 3 het vijfde cijfer is en bent terug bij het eerste cijfer
20
Draai de CONTACTSLEUTEL naar OFF (uit)
21
Noteer de code in de gebruikershandleiding
22
Schakel het beveiligingssysteem in en probeer het met de persoonlijke code uit te schakelen