De waarschuwing voor ongeoorloofde handelingen heeft vier gevoeligheidsinstellingen:
De gekozen selectie beheert de gevoeligheid van het beveiligingssysteem ten opzichte van korte bewegingen van de motor (iemand stoot bijvoorbeeld tegen de motor).
Zie Tabel 1 om de alarmgevoeligheid in te stellen.
Tabel 1. Afstelling alarmgevoeligheid
STAP
HANDELING
WACHTEN OP BEVESTIGING
OPMERKINGEN
1
Zet de CONTACTSLEUTELAAN – UIT – AAN – UIT – AAN
2
Druk 2 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
2 of 3 signalen van richtingaanwijzers en indicators, afhankelijk van motorconfiguratie
(zie de sectie ACCU ONTKOPPELEN EN CONFIGUREREN)
2 knippersignalen – configuratiebeveiligingssysteem Noord-Amerika/Thuismarkt
3 knippersignalen – internationaal configuratiebeveiligingssysteem
3
Houd de knop op de sleutelhanger ingedrukt tot bevestiging is ontvangen
1 signaal van richtingaanwijzers en indicators
4
Druk 1 keer op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar
Richtingaanwijzers en indicators knipperen om de huidig geselecteerde optie aan te geven
1 knippersignaal – zeer laag
2 knippersignalen – laag
3 knippersignalen – middelmatig
4 knippersignalen – hoog
5
Druk op de linkerrichtingaanwijzerschakelaar om door de opties te gaan
Richtingaanwijzers en indicators knipperen om de nieuwe geselecteerde optie aan te geven
1 knippersignaal – zeer laag
2 knippersignalen – laag
3 knippersignalen – middelmatig
4 knippersignalen – hoog
6
Draai de CONTACTSLEUTEL naar OFF (uit)