Speciale gereedschappen
BeschrijvingOnderdeelnummerAant.
OLIEFILTERSLEUTEL
HD-42311
1

MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
Voor Twin Cam 88-motoren is het premiumoliefilter (onderdeelnr. 63798-99 verchroomd of onderdeelnr. 63731-99 zwart) nodig.
Zie Onderhoudsschema → Algemene service-intervallen → Regelmatige service-intervallen: 2005 Touring-modellen. Bij een nieuwe motor moet de olie na de eerste 1600 km (1000 mi) worden ververst en bij warme of gematigde temperaturen op regelmatige tijdstippen tijdens normale service.
  1. Rijd tot de motor op de normale bedrijfstemperatuur is. Zet de motor af.
  2. Ga naar de olievulplug/peilstok aan de rechterkant van de motor bovenop het transmissiehuis. Verwijder de olievulplug door deze langzaam naar buiten te trekken en tegelijkertijd heen en weer te bewegen.
  3. Zie Afbeelding 1. Ga naar de olieaftapplug linksvoor op het oliecarter. Verwijder de olieaftapplug. Verwijder de inbusplug niet. Laat alle olie weglopen.
1Versnellingsbakaftapplug (rechterzijde)
2 Aftapplug en O-ring
Afbeelding 1. Oliecarter: Touring-modellen
1. Inspecteer de O-ring van de olieaftapplug op inkepingen, scheuren en slijtage. Vervang, indien nodig.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
MEDEDELING
Gebruik de Harley-Davidson oliefiltersleutel om het filter te verwijderen. Door dit gereedschap te gebruiken, kunnen beschadigingen aan de carterpositiesensor en/of de sensorkabel worden voorkomen. (00192b)
2. Zie Afbeelding 2. Verwijder het oliefilter met de OLIEFILTERSLEUTEL (HD-42311 of HD-44062). Met dit gereedschap kan het oliefilter gemakkelijk worden verwijderd, zonder dat de krukaspositiesensor of kabel wordt beschadigd.
3. Plaats de klauwen van de sleutel over het oliefilter; houd het gereedschap verticaal. Gebruik een 3/8 in aandrijfvierkant met een verlengstuk van 10 cm (4 in) en draai de sleutel linksom. Gebruik deze niet in combinatie met persluchtgereedschap.
4. Haal oud pakkingsmateriaal van de ophangingsflens van het oliefilter af.
OPMERKING
Gooi de olie en het oliefilter weg in overeenstemming met de plaatselijke bepalingen.
5. Zie Afbeelding 3. Smeer de pakking in met schone motorolie en installeer het nieuwe oliefilter op de filterbevestiging. Haal het oliefilter met de hand 1/2-3/4 omwenteling aan wanneer de pakking het filterbevestigingsoppervlak net raakt. Gebruik de OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-42311) niet bij het installeren van het oliefilter.
OPMERKING
Het gebruik van het Premium 10 micron, synthetische oliefilter wordt sterk aanbevolen. Bestel verchroomd (onderdeelnr. 63798-99) of zwart (onderdeelnr. 63731-99).
6. Installeer de motorolieaftapplug en haal deze aan tot 19–28,5 N·m (14–21 ft-lbs).
7. Zie Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën. Zet de motor op de standaard en voeg in eerste instantie 3,3 L (3,5 qt) motorolie bij. Gebruik de juiste olie-grade voor de laagste temperatuur die wordt verwacht voordat de olie weer moet worden ververst.
8. Controleer het oliepeil. Zie Onderhoud en smering → Oliepeil controleren: Touring-modellen.
a. Controleer het motoroliepeil aan de hand van de procedure bij een KOUDE MOTOR.
b. Start de motor en controleer zorgvuldig op olielekkages rond de aftapplug en het oliefilter.
c. Controleer het motoroliepeil aan de hand van de procedure bij een WARME MOTOR.
Afbeelding 2. Oliefiltersleutel (onderdeelnr. HD-42311)
1ENKEL dunne olie film
2Oliefilter
3Bevestigingsplaat
Afbeelding 3. Een dunne laag olie aanbrengen