De alarmknipperlichten worden als volgt ingeschakeld.
Zet de contactsleutel op AAN en het beveiligingssysteem uit (alleen modellen met beveiliging) en druk tegelijkertijd op de linker- en rechterrichtingaanwijzerschakelaars.
Draai de contactsleutel naar OFF (uit) en schakel het beveiligingssysteem in (indien aanwezig en indien inschakeling gewenst is). De alarmknipperlichten blijven twee uur knipperen.
Schakel de alarmknipperlichten als volgt uit: schakel het beveiligingssysteem uit (indien van toepassing), draai de contactsleutel naar AAN en druk tegelijkertijd op de linker- en rechterrichtingaanwijzerschakelaars.
Door dit systeem kunnen bij een motor met pech de alarmknipperlichten en de beveiliging worden ingeschakeld tot hulp is gevonden.