1. | Verwijder de koplamp. | |
2. | Verwijder de rubberen huls in de achterkant van de behuizing. | |
3. | Zie Afbeelding 2. Maak de kabelklem (1) van de houder (2) los. OPMERKING Draai eventueel de borgschroef een halve tot een hele slag los om de draadborgklem los te maken. | |
WAARSCHUWING Pak de gloeilamp voorzichtig vast en draag oogbescherming. De gloeilamp bevat onder druk staand gas, dat, indien er niet voorzichtig mee wordt omgesprongen, ernstig oogletsel kan veroorzaken. (00062b) | ||
4. | Verwijder de gloeilamp en gooi deze weg. | |
MEDEDELING Raak de halogeenlamp nooit aan. Vingerafdrukken beschadigen het glas en verkorten de levensduur van de gloeilamp. Pak de gloeilamp vast met een stuk papier of een schone, droge doek. Indien u dit niet doet, kan de gloeilamp beschadigd raken. (00210b) | ||
5. | Plaats een nieuwe gloeilamp. Lijn het lipje op de gloeilamp uit met de inkeping in de koplampbehuizing. | |
6. | Zie Afbeelding 2. Maak de draadborgklem (1) onder het lipje van de houder (2) vast. OPMERKING Als de borgschroef werd losgedraaid om de draadborgklem los te maken, moet de houder op zijn plaats worden gehouden en de schroef vast worden gedraaid. Controleer of de reflectorkegel zich nog steeds midden onder het decoratieve logo bevindt. | |
7. | Bevestig de rubberen hoes. | |
8. | HDI-modellen: Draai de parkeerlichtgloeilamp een kwartslag linksom om deze te verwijderen. Vervang de gloeilamp en monteer de gloeilamphouder weer in het lamphuis. |
1 | Kabelklem |
2 | Borgklem |
1. | Monteer de koplampstekker. | |
2. | Monteer de koplamp. Aanhalen tot: a. Zonder kuip: 1–2 N·m (9–18 in-lbs). b. Met kuip: 2,5–3,6 N·m (22–32 in-lbs). | |
3. | Zet de koplampring (verchroomde ring) met de schroef vast. Haal aan tot 1–2 N·m (9–18 in-lbs). |