Zie Afbeelding 1. Het schakelpedaal bevindt zich aan de linkerzijde van de motor en wordt met de linkervoet bediend. Het schakelpedaal schakelt de versnellingsbak in zes opeenvolgende standen.

Zie Afbeelding 1. Elke versnelling moet achtereenvolgens worden ingeschakeld. Til het schakelpedaal omhoog om naar een hogere versnelling te schakelen en druk het schakelpedaal omlaag om naar een lagere versnelling te schakelen. Telkens nadat u een hogere/lagere versnelling hebt gekozen, moet u het schakelpedaal loslaten zodat deze naar zijn ruststand kan terugkeren. Zie Bediening → Schakelen.

De neutrale positie is tussen de eerste en tweede versnelling. De versnellingsbak kan vanuit de eerste of tweede versnelling in de neutrale stand worden gezet. Til het schakelpedaal een halve slag op of druk deze een halve slag in. In de neutrale stand brandt de controlelamp.