Zie de resterende informatie in dit gedeelte voor gedetailleerde informatie over alle functies van het geavanceerde audiosysteem.
WAARSCHUWING
Verwissel tijdens het rijden geen cd's en selecteer een volumeniveau dat het verkeerslawaai niet overstemt. Door afleidingen of een volumeniveau dat het verkeerslawaai overstemt, kunt u de controle over de motor verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00086a)
WAARSCHUWING
Stel het volumeniveau en andere bedieningsopties van audio- en elektronische apparaten in voordat u wegrijdt. Door afleidingen kunt u de controle over de motor verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00088b)
Radioreceiver
  1. Zie GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen op frontpaneel → Frontpaneel van geavanceerd audiosysteem. Zet de contact-/​koplampsleutelschakelaar in IGNITION (ontsteking) of ACCESS (accessoire) en druk dan op de knop ON (aan) (10).
  2. Volume afstellen: Zie GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen linker stuurhelft → Audiobedieningselementen op linker stuurhelft (standaard). Stel het volume af met de AUDIO schakelaar (1) op de linkerstuurhelft. Druk de AUDIO schakelaar omhoog (+) om het volume te verhogen en omlaag (-) om het volume te verlagen.
  3. Handmatig afstemmen: Houd de knop PIJLTJE OMHOOG of PIJLTJE OMLAAG ingedrukt, totdat de gewenste radiofrequentie op het LCD-scherm (8) verschijnt.
  4. Vooraf instellen: Kies handmatig het gewenste radiostation. Houd een van de vijf aanraaktoetsen (7 of 9) ingedrukt.
CD-speler
  1. Zie GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen op frontpaneel → Frontpaneel van geavanceerd audiosysteem. Zet de radioreceiver aan, til de CD-klep (2) omhoog en schuif er voorzichtig een CD in, met het label naar boven gekeerd. De speler trekt de CD automatisch naar binnen. Sluit de CD-klep.
  2. Ander nummer kiezen: Druk op de MODE SEL-schakelaar op de rechter handgreep om een specifiek nummer te kiezen en laat deze dan los. Door het indrukken van PIJLTJE OMHOOG en PIJLTJE OMLAAG (6) bladert u ook door de nummers.
  3. Druk op de EJECT-knop (3) (onder de CD-klep) om de CD uit de speler te verwijderen.
Intercom – indien aanwezig
OPMERKING
Door sommige overheden wordt het gebruik van in de helm opgenomen speakers verboden of beperkt. Neem hierover contact op met de plaatselijke autoriteiten en volg alle van toepassing zijnde wetten en bepalingen op.
  1. Zenden: Houd de PTT-schakelaar van de bestuurder (GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen linker stuurhelft → Audiobedieningselementen op linker stuurhelft (standaard)) of de PTT-schakelaar van de passagier (GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen voor passagier → Bedieningselementen voor passagier) ingedrukt om te zenden. Laat de PTT-schakelaar los om het zenden af te sluiten.
CB-radio (citizen band) – indien aanwezig
  1. Zie GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen op frontpaneel → Frontpaneel van geavanceerd audiosysteem. Zet de radioreceiver in de stand AAN en druk op de knop COM (1). Druk op aanraaktoets 1 (9) om de CB IN- en UIT te schakelen.
  2. Selecteer een kanaal: Druk op de MODE SEL-schakelaar op de rechter handgreep om een CB-kanaal te kiezen en laat deze dan los.
  3. Zenden: Houd de PTT-schakelaar van de bestuurder (GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen linker stuurhelft → Audiobedieningselementen op linker stuurhelft (standaard)) of de PTT-schakelaar van de passagier (GEAVANCEERD AUDIOSYSTEEM → Bedieningselementen voor passagier → Bedieningselementen voor passagier) ingedrukt om te zenden. Laat de PTT-schakelaar los om de het zenden af te sluiten.