De alarmknipperlichten worden als volgt ingeschakeld.
  1. Zet de contactsleutel op AAN en het alarmsysteem uit (indien daarmee uitgerust) en druk tegelijkertijd op de linker en rechter richtingaanwijzerschakelaar.
  2. Draai de contactsleutel naar OFF (uit) en schakel het alarmsysteem in (indien aanwezig en indien inschakeling gewenst is). De alarmknipperlichten knipperen twee uur.
  3. Schakel de alarmknipperlichten als volgt uit: schakel het alarmsysteem uit (indien van toepassing), draai de contactsleutel naar AAN en druk tegelijkertijd op de linker en rechter richtingaanwijzerschakelaar.
Door dit systeem kunnen bij een motor met pech de alarmknipperlichten worden ingeschakeld tot hulp is gevonden.