Voor rijders die met hun motorfiets vaak in omstandigheden komen waar het blok lang op vrijloop gaat of druk verkeer is, werd de motorfiets uitgerust met een Temperatuurregelsysteem bij stationair draaiende motor (EITMS) om een beperkte koeling te bieden aan de achterste cilinder.
Voertuigen worden geleverd af fabriek met EITMS uitgeschakeld. EITMS kan door de rijder in- of uitgeschakeld worden.
Ingeschakeld: De EITMS-motorkoelfunctie wordt automatisch geactiveerd als de motorfiets volledig tot stilstand is gekomen en stationair draait bij verhoogde temperaturen. Zelfs als de functie beschikbaar is, wordt deze misschien niet geactiveerd als de buitentemperatuur laag is.
Uitgeschakeld: De EITMS-functie zal onder geen enkele omstandigheid geactiveerd worden.
Als de motor zich in de EITMS-modus bevindt, zult u wellicht een verschil in het stationairgedrag merken. Daarnaast kan het zijn dat u een unieke uitlaatgasgeur ruikt. Deze worden beide als normale omstandigheden beschouwd.
Inschakelen/uitschakelen van de EITMS
  1. Draai de ontstekingsschakelaar op ON en duw de motor OFF/RUN schakelaar op de rechterstuurhelft naar de RUN positie (start de motorfiets niet).
  2. Draai de gashendel naar de roll-offpositie (deactivering) en houd de hendel in die positie vast.
  3. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten: Touring-modellen → Controlelampen: Touring-modellen . Na ongeveer 3 seconden, knippert ofwel het groene controlelampje (EITMS ingeschakeld) of het rode controlelampje (EITMS uitgeschakeld).
  4. OPMERKING
    Een knipperend lampje geeft aan dat het EITMS wordt ingesteld. Een niet-knipperend (continu brandend) lampje geeft aan dat de cruise-control wordt ingesteld.
  5. Herhaal de procedure zoals nodig om het EITMS in of uit te schakelen.
OPMERKING
De EITMS-instelling blijft opgeslagen, totdat deze gewijzigd wordt door de rijder of dealer. Dit moet niet bij elke start opnieuw geconfigureerd worden.