Locatie
MEDEDELING
De koppeling moet volledig ontkoppeld zijn, voordat er wordt geschakeld. Indien u de koppeling niet volledig laat ontkoppelen, kan de apparatuur beschadigd raken. (00182a)
Het schakelpedaal bevindt zich aan de linkerzijde van de motor en wordt met de linkervoet bediend. Het schakelpedaal schakelt de zesversnellingsbak van de ene versnelling naar de volgende.
Schakelpatroon
Zie Afbeelding 1. Het schakelpatroon is als volgt: eerste versnelling omlaag, de andere vijf versnellingen omhoog.
De versnellingsbak wordt in de eerste versnelling geschakeld vanuit neutraal door het schakelpedaal in te drukken totdat deze in de versnelling vastklikt.
De neutrale positie is tussen de eerste en tweede versnelling. De groene neutraalcontrolelamp op het dashboard licht op wanneer de versnellingsbak in neutraal staat.
Til het schakelpedaal een halve slag op om van de eerste versnelling naar neutraal te schakelen.
Om naar een hogere versnelling te schakelen, moet het schakelpedaal worden opgetild totdat het in de versnelling vastklikt.
Om naar een lagere versnelling te schakelen, moet het schakelpedaal omlaag worden gedrukt totdat het in de versnelling vastklikt.
OPMERKING
Laat het schakelpedaal na iedere schakelprocedure los. Op deze manier kan het schakelpedaal naar de ruststand terugkeren, zodat er opnieuw kan worden geschakeld.
Hak-teen-schakelpedaal
Zie Afbeelding 1. Touring-motoren zijn uitgerust met een hak-teen-schakelpedaal. Twee schakelpedalen zijn bevestigd aan de schakelaaras – de ene wijst naar voren en de andere naar achteren.
Met de teen van de linkervoet kunt u naar een hogere of lagere versnelling schakelen door het voorste schakelpedaal te gebruiken. De bestuurder heeft echter de mogelijkheid om naar een hogere versnelling te schakelen met de hak op het schakelpedaal dat naar achteren wijst.
Afbeelding 1. Schakelpatroon: Touring-modellen met zes versnellingen
Schakelen tijdens stilstand
MEDEDELING
Wanneer u problemen ondervindt met schakelen, moet u in geen geval proberen de schakeling te forceren. Het resultaat is dan een beschadigd of kapot schakelmechanisme. (00161a)
Als de motorfiets stilstaat in de eerste versnelling met uitgeschakelde motor of in neutraal met lopende motor, kan het zijn dat de versnellingsbak niet schakelt. Omdat het achterwiel en de aandrijfriem niet ronddraaien, kunnen de tandwielen van de versnellingsbak en de klauwen niet worden uitgelijnd.
Om een versnelling te ontkoppelen en de volgende versnelling te koppelen, moet u de koppelingshendel indrukken en de motorfiets naar voren en achteren bewegen, terwijl u lichte druk uitoefent op het schakelpedaal.
Zie Bediening → Schakelen voor meer informatie.