Remmen
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
WAARSCHUWING
Bedien de remmen niet zo hard dat het wiel blokkeert. Wanneer een wiel blokkeert, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00053a)
De remmen moeten gelijkmatig worden bediend om te voorkomen dat de wielen blokkeren. Een balans tussen de bediening van de voor- en achterrem is het beste.
Stuurslot
MEDEDELING
Draai de contactsleutel naar de stand OFF (uit) alvorens de motorfiets te vergrendelen. Als de sleutel in de stand ACC (accessoires) wordt gelaten, dan blijven de lampen branden tot de accu leeg is. (00492b)
MEDEDELING
Bescherm uw motorfiets tegen diefstal. Vergrendel, nadat u de motorfiets hebt geparkeerd, het balhoofd en het contactslot. Indien u de motor niet vergrendelt, kan deze worden gestolen en/of beschadigingen oplopen. (00491c)
Zie
Afbeelding 2. Parkeer uw motorfiets. Gebruik het stuurslot om ongeoorloofd gebruik of diefstal van uw motorfiets te voorkomen. Raadpleeg
Tabel 1.
Draai de voorvork helemaal naar links.
Steek de sleutel in het contactslot.
Duw de sleutel in en draai deze in de stand LOCK (vergrendelen).
Verwijder de sleutel.
Om de voorvork te ontgrendelen, steek de sleutel erin, druk deze in en draai naar de uit-stand. Verwijder de sleutel.
Controleer of de stuurinrichting goed werkt door het stuur van aanslag tot aanslag te draaien. Het stuur moet soepel draaien zonder vast te lopen.
Afbeelding 2. Contactslot en stuurslot
Tabel 1. Contactslot en stuurslot
SCHAKELAAR | NAAM | FUNCTIE |
---|
| ACC (accessoires) | Schakelt accessoires in. De instrumentenlampjes branden. Het remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd. |
| IGNITION (ontsteking) | Schakelt de ontsteking, lampen en accessoires in. De motor start en gaat lopen. |
| LOCK (vergrendelen) | Voorvork is vergrendeld. |
| OFF (uit) | Schakelt de ontsteking, lampen en accessoires uit. De motorfiets is uitgeschakeld en kan niet worden gestart. |
| PUSH (drukken) | Druk om de voorvork te vergrendelen. |