Koplampuitlijning controleren
1. Controleer de bandenspanning.
2. Stel de achterste schokdempers af op de bestuurder en de beoogde belasting.
3. Vul de brandstoftank of voeg een gelijke hoeveelheid ballast toe.
4.
OPMERKING
Kies een muur die minimaal verlicht wordt.
Zie Afbeelding 1. Parkeer de motorfiets in een loodrechte lijn (1) op de muur.
5. Plaats de motorfiets op een gemeten afstand van de muur.
Lengte/afmeting/afstand: 7,6 m (25 ft)
6. Teken een verticale middenlijn (2) op de muur.
7.
OPMERKING
De bovenste lens is dimlicht op ledkoplampen.
Zorg dat de motorfiets belast is en richt het voorwiel recht op de muur. Meet de afstand (4) van de grond tot het middelpunt van het dimlicht (bovenste lens).
8. Teken doelen op de muur.
a. Trek een horizontale lijn (5) door de verticale hartlijn van het dimlicht.
b. Meet de afstand tussen de middenlijn van het voertuig en de verticale middenlijn van elke koplamp.
c. Teken verticale lijnen (6, 7) op de middenlijnen van de koplamp.
9.
OPMERKING
LED-koplampen hebben een lichtbundel die aan de bovenzijde nagenoeg vlak is.
Controleer de koplampuitlijning.
a. Stel de koplampen in op dimlicht.
b. Zie Afbeelding 2. De koplampen zijn uitgelijnd wanneer de helderste gedeelten van de lichtbundel zich bevinden op of onder lijn (4) en gecentreerd op lijnen (2, 3).
1Hartlijn voertuig loodrecht op muur
2Verticale middenlijn van het voertuig
37,6 m (25 ft)
4Middenlijn dimlichtlens
5Horizontale lijn op middenlijn van dimlicht
6Middenlijn linker koplamp
7Middenlijn rechter koplamp
Afbeelding 1. Koplampuitlijning: Dubbele LED
Koplampuitlijning aanpassen
1. Plaats de motor richting een doelmuur, zoals beschreven hierboven.
2. Verwijder de schroef en de borgring waarmee de richtingaanwijzers bevestigd zijn. Verwijder de richtingaanwijzers van de koplampmontagesteunen.
3. Draai de moeren van de koplamp niet verder los dan noodzakelijk is om de koplamp af te stellen.
4. Schakel het dimlicht in.
5. Zie Afbeelding 2. Dek de rechter koplamp af. Stel de linker koplamp zo af dat de bovenkant van het sterkste deel van de lichtbundel (6) zich op of onder de horizontale lijn (4) bevindt en in het midden onder de linker hartlijn bevindt (2).
6. Dek de linker koplamp af. Stel de rechter koplamp zo af dat de bovenkant van het sterkste deel van de lichtbundel (5) zich op of onder de horizontale lijn (4) bevindt en ongeveer in het midden onder de rechter hartlijn (3).
7. Haal de moer van de koplamp aan tot:
Koppel: 27,1–32,5 N·m (20–24 ft-lbs) Koplampklemmoer: Dubbele LED
8. Zet de richtingaanwijzers vast met de schroef en dFLRTe borgring. Haal aan tot:
Koppel: 10,9–17,6 N·m (8–13 ft-lbs) Schroef richtingaanwijzerlamp, led voor
1Hartlijn voertuig
2Verticale hartlijn linker koplamp
3Verticale hartlijn rechter koplamp
4Middenlijn dimlichtlens
5Lichtstraal van hoge intensiteit links
6Lichtstraal van hoge intensiteit rechts
Afbeelding 2. Bundelpatroon koplamp: Dubbele LED