Algemeen
MEDEDELING
De motor moet 15-30 seconden op een laag toerental draaien. Op deze manier kan de motor opwarmen en circuleert de olie naar alle oppervlakken die moeten worden gesmeerd. Indien deze instructie niet wordt opgevolgd, kan dat motorschade tot gevolg hebben. (00563b)
  1. Zorg dat u de afstandsbediening van het beveiligingssysteem bij u hebt en draai de contactsleutel naar de stand IGNITION (ontsteking).
  2. Zet de motorschakelaar op RUN (lopen). Zie Afbeelding 1.
  3. OPMERKING
    • Het motorcontrolelampje gaat branden wanneer de contactsleutel wordt omgedraaid. U hoort de brandstofpomp korte tijd draaien om het brandstofsysteem op druk te brengen.
    • Voorafgaand aan de start zal de motor een aantal slagen maken om vóór het aanslaan de motor beter te laten smeren.
Motor starten in neutraalstand
  1. Gebruik de voor- of achterrem om te voorkomen dat de motorfiets gaat rijden.
  2. Knijp de koppelingshendel tot aan het stuur in. Zet de versnelling in neutraal (met de groene lamp aan).
  3. Draai niet aan de gashendel.
  4. Druk op de motorstartschakelaar om de motor te starten.
Motor starten in versnelling
  1. De voor- en/of achterrem moet bediend worden als de motor gestart wordt in een versnelling om ongewilde beweging te voorkomen.
  2. U moet de koppelingshendel inknijpen tot aan het stuur.
  3. Draai niet aan de gashendel.
  4. Druk op de motorstartschakelaar om de motor te starten.
OPMERKING
Als de motor niet start, zal de startmotor gedurende vijf seconden worden geactiveerd en dan stoppen. Laat de START-schakelaar los en druk hem weer in. Ga naar Storingen oplossen → Motor als de motor na diverse pogingen nog steeds niet start. Neem voor service contact op met een erkende Harley-Davidson-dealer.
Als de motor is gestart, deactiveert u de parkeerrem voordat u wegrijdt, zoals u gewend bent. Zie Voor het rijden → Parkeerrem .
1Motorschakelaar
2Motorstartschakelaar
Afbeelding 1. Bedieningselementen op rechter stuurhelft (standaard)