MODEL | LOCATIE EN BEDIENING | SCHAKELAARPOSITIE | FUNCTIE |
---|---|---|---|
FXD, FXDL, FXDB | Rechtsvoor op de motorfiets op het balhoofd. Druk de sleutel in en draai hem naar links om het stuurslot en
de voorvork te ontgrendelen. HDI: Druk de hendel/sleutel (internationaal model) in en draai
hem rechtsom in de OFF-stand (uit). De sleutel moet worden
ingedrukt om de sleutel naar een van deze posities te draaien. Fork Lock (stuurslot): Vergrendel de
voorvork door deze helemaal naar links te draaien. Duw de
sleutel naar beneden en draai hem naar rechts, naar het gesloten
slot-icoontje. Verwijder de sleutel. | OFF (uit) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
uitgeschakeld. |
ACC* (accessoires) | Accessoires en het alarmknipperlicht kunnen worden
ingeschakeld. De instrumentenlampjes branden. Het remlicht en de
claxon kunnen worden geactiveerd. De sleutel kan worden
verwijderd, behalve bij internationale modellen. | ||
IGNITION* (ontsteking) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
ingeschakeld. | ||
FXDC, FXDF | De schakelaar bevindt zich op het instrumentenpaneel van de
brandstoftank. De schakelaar wordt vergrendeld door de afdekking op te
tillen, de sleutel in te steken en deze linksom te draaien. U
ontgrendelt de schakelaar door de sleutel rechtsom te draaien.
De sleutel kan in iedere stand worden verwijderd. Fork Lock (stuurslot): Het stuurslot
bevindt zich aan de rechterkant van de motorfiets op het
balhoofd. Steek de sleutel erin en druk deze in om het slot naar
het gesloten slot-icoontje te draaien. Verwijder de sleutel. Om het stuurslot te ontgrendelen, steek de sleutel erin en
druk deze in om het slot naar het geopende slot-icoontje te
draaien. Verwijder de sleutel. | OFF (uit) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
uitgeschakeld. |
ACC* (accessoires) | De accessoires zijn ingeschakeld. De alarmknipperlichten
kunnen worden ingeschakeld. De instrumentenlampjes branden. Het
remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd. | ||
IGNITION* (ontsteking) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
ingeschakeld. | ||
*Internationale modellen hebben een aanvullende functie – het
parkeerlicht en het achterlicht zijn ook ingeschakeld. |
1 | Vergrendelstand |
2 | Ontgrendelstand |
3 | Open contactslotafdekking |
4 | OFF (uit) |
5 | ACC (accessoires) |
6 | IGNITION (ontsteking) |
1 | Vergrendeld |
2 | Ontgrendeld |