Speciale gereedschappen
BeschrijvingOnderdeelnummerAant.
OLIEFILTERSLEUTEL
HD-42311
1
OLIEFILTERSLEUTEL
HD-44067
1

MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
Voor Twin Cam 96™-motoren is het premium-oliefilter (onderdeelnr. 63798-99A, verchroomd of onderdeelnr. 63731-99A, zwart) nodig.
Afbeelding 1. Aftapplug motorolie (oliereservoir onder versnellingsbak, gezien vanaf de linkerkant van het voertuig)
1. Rijd tot de motor op de normale bedrijfstemperatuur is.
2. Zie Onderhoud en smering → Controleren en toevoegen van olie → Plaats van de oliepeilstok: Dyna-modellen. Draai de dop los om de olievulplug/peilstok te verwijderen.
3. Zie Afbeelding 1. Verwijder de aftapplug voor de motorolie en de O-ring. Laat alle olie in een geschikte opvangbak lopen.
MEDEDELING
Gebruik de Harley-Davidson oliefiltersleutel om het filter te verwijderen. Door dit gereedschap te gebruiken, kunnen beschadigingen aan de carterpositiesensor en/of de sensorkabel worden voorkomen. (00192b)
4. Zie Afbeelding 2. Verwijder het oliefilter met de OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-42311) of OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-44067). Verwijder oud pakkingmateriaal van de ophangingsflens van het oliefilter.
OPMERKING
Gooi de olie en het oliefilter weg in overeenstemming met de plaatselijke bepalingen.
5. Zie Afbeelding 3. Smeer de pakking op het nieuwe oliefilter in met motorolie en breng het nieuwe filter aan. Haal het oliefilter met de hand een 1/2 tot 3/4-slag aan wanneer de pakking het filterbevestigingsoppervlak raakt.
6. Zie Afbeelding 1. Breng de aftapplug van het oliereservoir aan.
a. Controleer de O-ring op scheuren en beschadigingen. Vervang, indien nodig. Veeg vuil van de plug af.
b. Breng de O-ring en de aftapplug aan en haal deze aan tot 19–28,5 N·m (14–21 ft-lbs).
MEDEDELING
Giet er niet te veel olie in. Gebeurt dat wel, dan kan de olie in het luchtfilter terecht komen met beschadigingen aan de uitrusting en/of storingen tot gevolg. (00190b)
7. Zie Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën. Vul het oliecarter met de juiste hoeveelheid olie. Gebruik de juiste olie-grade voor de laagste temperatuur die wordt verwacht voordat de olie weer moet worden ververst. Gebruik 2,4 L (2.5 qt) motorolie om het reservoir te vullen.
8. Controleer het motoroliepeil aan de hand van de procedure bij een KOUDE MOTOR.
9. Start de motor en controleer zorgvuldig op olielekkages rond de aftapplug en het oliefilter.
10. Controleer het motoroliepeil aan de hand van de procedure bij een WARME MOTOR.
Afbeelding 2. Oliefiltersleutel (onderdeelnr. HD-42311)
1ALLEEN een dunne oliefilm
2Oliefilter
3Bevestigingsplaat
Afbeelding 3. Een dunne laag olie aanbrengen