Algemeen
MEDEDELING
De motor moet 30 - 60 seconden op een laag toerental draaien. Op deze manier kan de motor opwarmen en circuleert de olie naar alle oppervlakken die moeten worden gesmeerd. Indien deze instructie niet wordt opgevolgd, kan dat motorschade tot gevolg hebben. (00181b)
Draai niet aan de gashendel alvorens te starten. De gashendel draaien alvorens de motor te starten is niet nodig.
Starten
WAARSCHUWING
Zet de versnellingsbak in neutraal alvorens de motor te starten. Op deze manier worden onverwachte bewegingen voorkomen, die tot ernstig of dodelijk letsel zouden kunnen leiden. (00044a)
  1. Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking). Draai niet aan de gashendel.
  2. OPMERKING
    De motorlamp licht circa 4 seconden op en u hoort de brandstofpomp circa 2 seconden zoemen terwijl de brandstofleidingen met benzine worden gevuld.
  3. Zie Afbeelding 1. Zet de motorschakelaar op LOPEN.
  4. Knijp de koppelingshendel in.
  5. OPMERKING
    Om het startsysteem te activeren, vereist het koppelingsvergrendelingscircuit dat de koppeling wordt ontkoppeld. De koppelingshendel moet ingetrokken worden tegen de linkerhandgreep en/of de versnellingsbak moet in neutraal worden geschakeld (de groene neutraallamp gaat dan branden).
  6. Druk de startknop in om de motor te starten.
  7. Wanneer de motor is gestart, kunt u de motor op de normale manier gebruiken nadat u de zijstandaard omhoog hebt gezet.
OPMERKING
Indien de brandstoftank volledig leeg is geraakt, kan het na het tanken een paar seconden langer duren voordat de motor start. U hoeft geen speciale maatregelen te treffen voordat u de motor start.
1Motorschakelaar
2Motorstartschakelaar
Afbeelding 1. Bedieningselementen rechterstuurhelft