1. | Vervang de gloeilamp. OPMERKING Het lipje tegenover de middelste platte connector van de gloeilamp past in de bovenste inkeping van de reflector, die naar de bovenkant van de reflector/lens wijst. | |
2. | Draai de borgklem over de gloeilamp en druk de uiteinden in de borgpen. | |
3. | Bij HDI-modellen moet, indien nodig, het parkeerlicht worden vervangen. a. Trek de platte connectors van de gloeilamphouder. b. Trek de gloeilamphouder uit de reflector/lens. c. Draai de gloeilamp een kwartslag om deze te verwijderen en vervang deze. d. Plaats de gloeilamphouder weer en sluit de connectors op elkaar aan. | |
4. | Bevestig de rubberen hoes met het woord TOP over de bovenste inkeping. | |
5. | Druk de middelste ring omlaag totdat deze op één lijn ligt met de onderkant van de gloeilamp. Druk de lucht uit de hoes om het gat in de hoes tegen de gloeilamp af te dichten. OPMERKING Lucht zal in de rubberen hoes stromen en de middelste ring omhoog drukken tot boven de onderkant van de gloeilamp. | |
6. | Bevestig de gloeilampconnector aan de gloeilamp. | |
7. | Bevestig de adapterring en de reflector/lens aan het koplampomhulsel. OPMERKING
| |
8. | Draai de sierring rechtsom vast op de reflector/lens. Plaats de sierringschroef en draai deze vast. | |
9. | Installeer de hoofdzekering. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
10. | Start de motor en controleer of het goed werkt. | |
11. | Na de eindmontage, de koplamp uitlijnen zoals beschreven in Onderhoud en smering → Koplampuitlijning. |
LEGENDA-NR. | ONDERDEEL |
---|---|
1 | Schroef |
2 | Moer |
3 | Sierring |
4 | Lens |
5 | Gloeilampkap |
6 | Parkeerlicht (HDI-modellen) |
7 | Draadklem |
8 | Gloeilamp |
9 | Rubberen hoes |
10 | Adapterring |
11 | Aansluiting [5] |
12 | Parkeerlichtaansluitingen HDI-modellen |