1. | Verwijder de hoofdzekering. Zie Onderhoud en smering → Zekeringen en relais. | |
2. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de schroef en koplampsierring. | |
3. | Houd de koplampreflector/-lens vast en druk de lipjes aan de zijkanten van de gloeilampconnector in om de connector van de platte klemmen te trekken. | |
4. | Verwijder de koplampreflector/-lens en metalen adapterring. | |
5. | Trek de rubberen hoes van de achterkant van de reflector/lens. | |
6. | Zie Afbeelding 2. Trek de uiteinden van de borgklem in om deze los te koppelen van de ingekeepte borglipjes en draai de borgklem naar achteren. | |
WAARSCHUWING Pak de gloeilamp voorzichtig vast en draag oogbescherming. De gloeilamp bevat onder druk staand gas, dat, indien er niet voorzichtig mee wordt omgesprongen, ernstig oogletsel kan veroorzaken. (00062b) MEDEDELING Raak de halogeenlamp nooit aan. Vingerafdrukken beschadigen het glas en verkorten de levensduur van de gloeilamp. Pak de gloeilamp vast met een stuk papier of een schone, droge doek. Indien u dit niet doet, kan de gloeilamp beschadigd raken. (00210b) | ||
7. | Vervang de gloeilamp. OPMERKING Het lipje tegenover de middelste platte connector van de gloeilamp past in de bovenste inkeping van de reflector, die naar de bovenkant van de reflector/lens wijst. | |
8. | Draai de borgklem over de gloeilamp en druk de uiteinden in de borgpen. | |
9. | Bij XL 883C/XL 1200C-modellen moet de rubberen vingerafdichting worden verwijderd en, indien nodig, door een nieuwe worden vervangen. OPMERKING De kleinere enkele inkeping van de rubberen vingerafdichting past in de bovenste inkeping van de reflector/lens. | |
10. | Bij HDI-modellen moet, indien nodig, het parkeerlicht worden vervangen. a. Trek de platte connectors van de gloeilamphouder. b. Trek de gloeilamphouder uit de reflector/lens. c. Draai de gloeilamp een kwartslag om deze te verwijderen en vervang deze. d. Plaats de gloeilamphouder weer en sluit de connectors op elkaar aan. | |
11. | Bevestig de rubberen hoes met het woord TOP over de bovenste inkeping. | |
12. | Druk de middelste ring omlaag totdat deze op één lijn ligt met de onderkant van de gloeilamp. Druk de lucht uit de hoes om het gat in de hoes tegen de gloeilamp en de hoesflens tegen de rubberen vingerafdichting af te dichten (XL 883C/XL 1200C). OPMERKING Lucht zal weer in de rubberen hoes stromen en de middelste ring omhoogdrukken tot boven de onderkant van de gloeilamp. | |
13. | Bevestig de gloeilampconnector aan de gloeilamp. | |
14. | Bevestig de adapterring en de reflector/lens aan het koplampomhulsel. OPMERKING
| |
15. | Draai de sierring rechtsom vast op de reflector/lens. Plaats de sierringschroef en draai deze vast. | |
16. | Installeer de hoofdzekering. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
17. | Start de motor en controleer of het goed werkt. | |
18. | Na de eindmontage, de koplamp uitlijnen zoals beschreven in Onderhoud en smering → Koplampuitlijning. |
1 | Schroef |
2 | Moer |
3 | Sierring |
4 | Lens |
5 | Rubberen vingerafdichting |
6 | Parkeerlicht (HDI-modellen) |
7 | Gloeilamp |
8 | Gloeilampkap |
9 | Rubberen hoes |
10 | Draadklem |
11 | Adapterring |
12 | Stekker |