De visuele kenmerken, functies en achtergrondverlichtingskleuren kunnen voor elke bestuurder individueel worden geconfigureerd. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten configureren.
Snelheidsmeter
WAARSCHUWING
Rijd met een snelheid die geschikt is voor het wegdek en de omstandigheden en rijd nooit sneller dan de aangegeven maximaal toegestane snelheid. Wanneer u te snel rijdt, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00008a)
Zie Afbeelding 1. De digitale snelheidsmeter (3) registreert de voertuigsnelheid. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Snelheidsmetereenheden configureren om de eenheden van de snelheidsmeter van mijl per uur (mph) naar kilometer per uur (km/h) te veranderen.
Analoge toerenteller
Zie Afbeelding 1. De analoge toerenteller (1) geeft het aantal omwentelingen per minuut van de motor weer (omw/min x 1000).
Brandstofmeter
Zie Afbeelding 1. De brandstofmeter (5) geeft vier balken aan als de brandstoftank vol is. Elke balk staat voor ongeveer een vierde van de totale brandstoftankinhoud.
Controlelampje versnelling
Zie Afbeelding 1. Het digitale controlelampje versnelling (2) geeft de momenteel geselecteerde versnelling (1-6) weer. Het controlelampje versnelling blijft uit wanneer de versnellingsbak in neutraal staat, de koppelingshendel is ingeknepen of de motorfiets niet rijdt.
Kilometerteller
Zie Afbeelding 1. U kunt door het kilometertellerscherm (4) bladeren om de verschillende functies weer te geven. Druk op de dagtellerschakelaar om door de kilometertellerfuncties te bladeren. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Kilometerteller.
1Analoge toerenteller
2Controlelampje versnelling
3Digitale snelheidsmeter
4Kilometertellerscherm
5Brandstofmeter
Afbeelding 1. Instrumenten