Druk op de dagtellerschakelaar om door de kilometertellerfuncties te bladeren.
Kilometerteller: Totaal aantal kilometers
Zie Afbeelding 1. De kilometerteller geeft het totaal aantal gereden kilometers met de motorfiets aan.
Kilometerteller: Dagtellers A en B
Zie Afbeelding 1. De twee dagtellers (A en B) (4) geven het totale aantal gereden kilometers aan sinds de laatste keer dat de tellers zijn gereset. Druk voor controle van de kilometerstand de dagtellerschakelaar in en laat deze los als het gewenste dagtellerregister (A of B) verschijnt.
Zorg dat de gewenste kilometerteller (A of B) in het displayscherm wordt weergegeven om een dagteller te resetten. Druk de dagtellerschakelaar in en houd deze ingedrukt totdat de geselecteerde dagteller is gereset en nul aangeeft.
Clock (klok)
Zie Afbeelding 1. Druk de dagtellerschakelaar in en laat deze los tot de tijd (1) op het kilometertellerscherm verschijnt. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Tijd instellen om de tijdinstellingen te wijzigen.
Digitale toerenteller
Zie Afbeelding 1. Druk de dagtellerschakelaar meerdere malen in en laat deze weer los, tot de digitale toerenteller verschijnt. Op het kilometertellerscherm verschijnt kort het bericht 'RPM' (2), vervolgens ziet u het motortoerental (3).
Brandstofbereik
Zie Afbeelding 1. De brandstofbereikdisplay (5) geeft aan welke afstand u nog ongeveer kunt afleggen met de hoeveelheid brandstof die nog in de brandstoftank aanwezig is.
Druk met de motorschakelaar in de stand RUN (draaien) op de dagtellerschakelaar tot het brandstofbereik verschijnt, zoals aangegeven door de letter 'R' aan de linkerkant van het scherm. De berekende resterende afstand (mijlen of kilometers) totdat de tank leeg is, verschijnt, gebaseerd op de hoeveelheid brandstof in de tank. Het bereik kan op elk willekeurig moment worden bekeken met de dagtellerschakelaar.
Het brandstofbereik verschijnt automatisch als de lamp voor laag brandstofniveau brandt. Als het brandstofbereik tot 10 km (10 mi) daalt, verschijnt op het brandstofbereikscherm de melding 'LO RNG' (laag bereik) om aan te geven dat spoedig alle brandstof zal zijn verbruikt. Tank zo snel mogelijk bij.
Het bereikscherm wordt alleen bijgewerkt tijdens het rijden.
Uitschakelen: Druk de dagtellerschakelaar in en houd deze ingedrukt terwijl de brandstofbereikdisplay wordt weergegeven om de automatische waarschuwingsfunctie voor een laag brandstofbereik tijdens het rijden uit te schakelen. De automatische bereikfunctie knippert twee keer om aan te geven dat deze is uitgeschakeld.
Inschakelen: Druk de dagtellerschakelaar in en houd deze ingedrukt om de automatische waarschuwingsmelding op de brandstofbereikdisplay in te schakelen. Het laag brandstofniveau knippert één keer om aan te geven dat de automatische functie weer ingeschakeld is. Het automatische brandstofbereikscherm is ook ingeschakeld nadat de motorschakelaar van de stand OFF (uit) naar de stand RUN (draaien) wordt gezet.
Resetten: Als u het laagbrandstofniveaulampje en het bereik wilt resetten, moet de tank voldoende brandstof bevatten en de ontstekingscyclus worden gewijzigd (OFF-RUN).
'No Fob'
Zie Afbeelding 1. Als u zonder de afstandsbediening rijdt, verschijnt op het kilometertellerscherm de melding 'NO FOB' (Geen afstandsbediening) (6) gedurende 10 seconden nadat de motorfiets begint te bewegen. Zonder de afstandsbediening kan de motorfiets alleen worden gestart door de pincode handmatig in te voeren om het alarmsysteem te deactiveren. Zie ALARMSYSTEEM → In- en uitschakelen.
Kantelindicator
WAARSCHUWING
Indien de motor kantelt, controleer dan of alle bedieningselementen goed werken. Indien de bedieningselementen niet vrij kunnen bewegen, kan de werking van de remmen of de koppeling nadelig worden beïnvloed en kan het schakelen worden bemoeilijkt. Dit kan ertoe leiden dat de controle over het voertuig wordt verloren met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00350a)
Zie Afbeelding 1. Indien de motorfiets kantelt, verschijnt het woord 'tIP' (7) in het kilometertellerscherm. De motor kan pas weer worden gestart wanneer de motorfiets rechtop staat.
De alarmknipperlichten worden ingeschakeld als de motorfiets kantelt.
Resetten: Zet de motorfiets weer rechtop. Zet de motorschakelaar van de stand OFF (uit) terug in de stand RUN (draaien). Druk op de alarmknop boven de startknopschakelaar.
1Tijd
2Digitale toerenteller
3Kilometerteller
4Dagteller (A/B/reset)
5Brandstofbereik
6Melding Geen afstandsbediening
7Kantelindicator
Afbeelding 1. Kilometertellerfuncties