Alarmknipperlichten gevarenwaarschuwing
Zie Afbeelding 1. De alarmschakelaar (1) wordt gebruikt om de viervoudige alarmknipperlichten voor een motorfiets met pech in te schakelen. Met ingeschakelde knipperlichten kan de motorfiets met vergrendeld contact achtergelaten worden totdat er hulp is gearriveerd. Raadpleeg Tabel 1.
  1. Draai de motorschakelaar in de stand RUN en druk dan op de gevarendriehoek om de 4-voudige alarmknipperlichten te activeren.
  2. OPMERKING
    • De afstandsbediening moet aanwezig zijn wanneer u de viervoudige alarmknipperlichten inschakelt en als u deze uitschakelt.
    • De viervoudige alarmknipperlichten worden ingeschakeld als de motorfiets kantelt, onafhankelijk van de stand van de motorschakelaar. Zie Bediening → Starten na kantelen.
  3. Draai de motorschakelaar in de stand OFF (uit). De viervoudige alarmknipperlichten blijven 2 uur knipperen of totdat deze door de bestuurder worden uitgeschakeld.
  4. Draai de motorschakelaar in de stand RUN (lopen) om te annuleren. Druk op de gevarendriehoek boven de startknopschakelaar.
OFF (UIT)
Zie Afbeelding 1. Druk de motorschakelaar op OFF (uit) (2) om de motor uit te zetten. Raadpleeg Tabel 1.
RUN (lopen)
Zie Afbeelding 1. Druk op de motorschakelaar op RUN (3) om de motor in te kunnen schakelen en te kunnen laten draaien. De motorschakelaar moet in de stand RUN (draaien) staan om de motor te kunnen starten en gebruiken. Raadpleeg Tabel 1.
Rechter richtingaanwijzer
Activeren:
Zie Afbeelding 1. Druk op de rechter richtingaanwijzerschakelaar (4) om de rechter richtingaanwijzer te activeren. Raadpleeg Tabel 1.
Uitschakelen:
Handmatige bediening: Druk op de rechter richtingaanwijzerschakelaar om het rechter knipperlicht uit te schakelen.
Automatische bediening: De richtingaanwijzerlampen worden automatisch uitgeschakeld nadat een volledige bocht is gedetecteerd (gebaseerd op snelheid, versnelling en voltooien van bocht).
De lampen gaan ook uit als de richtingaanwijzer langdurig (20 keer knipperen) geactiveerd is, terwijl de rijsnelheid van de motorfiets hoger is dan 11 km/h (7 mph). Als de motorfiets stopt of langzamer rijdt dan deze snelheid, blijft de richtingaanwijzer knipperen.
OPMERKING
De voorste richtingaanwijzers doen ook dienst als rijverlichting. Deze functie is mogelijk niet op elke markt beschikbaar.
Knop CURSOR/SELECT
Zie Afbeelding 1. Indien aanwezig worden met de vijfweg CURSOR/SELECTEREN-schakelaar (5) radiofuncties geactiveerd. Zie de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de BOOM! BOX. Raadpleeg Tabel 1.
SELECT: druk de SELECT-schakelaar in om een functie op het radioscherm te selecteren of te wisselen.
CURSOR: duw de schakelaar in de juiste richting om de cursor te verplaatsen of een selectie te maken op het radioscherm.
Schakelaar Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde (indien uitgerust met een CB )
OPMERKING
Zie Afbeelding 1 en Bediening → Linker bedieningselementen. De functie van de CRUISE/SET/RESUME-schakelaar kan indien gewenst worden geschakeld met de schakelaar Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde (6). Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie over het uitvoeren van deze procedure.
Er zijn grijze vervangingsdoppen voor de schakelaars verkrijgbaar, om aan te geven welke functies opnieuw zijn geprogrammeerd. Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie.
De schakelaar Push-To-Talk (PTT)/Squelch (SQ+/SQ-) wordt bij bepaalde modellen gebruikt om de CB-radio of de bestuurder/passagier-intercom te activeren. Zie de BOOM! BOX GEBRUIKERSHANDLEIDING voor volledige instructies.
PTT: zorg dat de CB of intercom is ingeschakeld en de koptelefoon is aangesloten, en houd de PTT-schakelaar ingedrukt om te spreken via de CB of de intercom. Laat de PTT-schakelaar weer los als u de verbinding wilt verbreken.
SQ+/SQ-: de CB-audio blijft gedempt totdat een CB-signaal wordt ontvangen dat sterker is dan de gevoeligheidsdrempelwaarde. Druk op SQ- om de gevoeligheidsdrempelwaarde te verlagen (wat meer signalen en ruis toelaat). Druk op SQ+ om de gevoeligheidsdrempelwaarde te verhogen (wat alleen sterkere signalen toelaat). Raadpleeg Tabel 1.
Terug-schakelaar
Zie Afbeelding 1. Indien aanwezig activeert de Terug-knop de radiofuncties. Zie de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de BOOM! BOX. Raadpleeg Tabel 1.
Start
  1. Zie Afbeelding 1. Zet de motorschakelaar in de stand RUN (3). Zet de versnelling in vrij. Het (groene) controlelampje voor vrij gaat branden. Zie Bediening → Motor starten.
  2. Druk op de startknopschakelaar (8) om de startmotor te bedienen. Raadpleeg Tabel 1.
  3. OPMERKING
    • Als de startmotor eenmaal is gestart, zal de koplamp tijdelijk worden uitgeschakeld om de accubelasting te verlagen.
    • Als de motor niet start, zal de startmotor gedurende tien seconden worden geactiveerd en stoppen. Laat de startknopschakelaar los. Druk op de startknopschakelaar om het opnieuw te proberen. Raadpleeg een Harley-Davidson-dealer als de motor na diverse pogingen nog steeds niet start.
1Gevarenwaarschuwing
2Uit
3Draaien
4Rechter richtingaanwijzer
5Cursor/selecteren
6Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde
7Back (terug)
8Start
Afbeelding 1. Rechter stuurschakelaarmodule
Tabel 1. Rechter bedieningselementen
SCHAKELAAR
MONTEUR
FUNCTIE
Alarm
Druk in om de alarmknipperlichten te activeren.
Uit
Druk in om de motor te stoppen of om te voorkomen dat de motor start.
Draaien
Druk in om de motor te laten starten.
Rechtsaf
Druk om aan te geven dat u rechts afslaat.
Cursor/selecteren
Vijfweg-knop waarmee de radiofuncties worden bediend.
Push-to-talk (PTT)/
Gevoeligheidsdrempelwaarde
Bedient de CB-radio of de bestuurder/passagier-intercom.
Terug
Druk om terug te gaan naar het vorige scherm op de radio.
Start
Druk in om de motor te starten.