Het stuurslot en de zadeltassen kunnen worden vergrendeld met de sleutel, afstandsbediening of elektronische vergrendelschakelaars in het dashboardpaneel.
Afstandsbediening
Zie Afbeelding 1. Met de afstandsbediening kunnen de stuurslotschakelaar, zadeltassen en Tour-Pak op afstand worden ontgrendeld en vergrendeld. De afstandsbediening kan de vergrendelingen bedienen terwijl de motorfiets is in- of uitgeschakeld.
  1. Sluit en vergrendel de zadeltasdeksels.
  2. OPMERKING
    Draai de stuurslotschakelaar in de vergrendelde stand voordat u op de ontgrendelknop op de afstandsbediening drukt. Als u de schakelaar omdraait nadat u op de vergrendelknop hebt gedrukt, zal de voorvork ontgrendeld blijven.
  3. Om de voorvork te vergrendelen draait u het stuur geheel naar links. Draai de stuurslotschakelaar in de stand LOCKED (vergrendeld). Controleer of het stuurslot is ingeschakeld door het stuur naar rechts te duwen.
  4. Druk op de vergrendelknop op de afstandsbediening. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig is vergrendeld.
  5. Druk op de ontgrendelknop op de afstandsbediening om te ontgrendelen. De richtingaanwijzers knipperen eenmaal om aan te geven dat het voertuig is ontgrendeld.
  6. Draai het stuurslot in de stand UNLOCKED (ontgrendeld).
1Vergrendelknop
2Ontgrendelknop
Afbeelding 1. Afstandsbediening
Schakelaar elektronische vergrendeling
Zie Afbeelding 2. De elektronische vergrendelschakelaar in de binnenkuipkap activeert de elektronische vergrendelingen in de stuurslotschakelaar, zadeltassen en Tour-Pak.
De stuurslotschakelaar activeert alleen de vergrendelingen wanneer de motorfiets is gestart. De OFF/RUN-schakelaar moet op RUN staan, of de motorfiets moet in accessoiremodus staan.
  1. Sluit de zadeltas- en Tour-Pak-kleppen. Maak de sluitingen vast.
  2. Om de voorvork te vergrendelen draait u het stuur geheel naar links. Draai de stuurslotschakelaar in de stand LOCKED (vergrendeld). Controleer of het stuurslot is ingeschakeld door het stuur naar rechts te duwen.
  3. Om te vergrendelen drukt u op de OFF/RUN-schakelaar, of houdt u de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus te activeren. Druk op de vergrendelschakelaar in de kuipkap. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig is vergrendeld.
  4. Om te ontgrendelen, zet u de OFF/RUN-schakelaar op RUN of houdt u de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus te openen. Druk op de ontgrendelschakelaar in de kuipkap. De richtingaanwijzers knipperen eenmaal om aan te geven dat het voertuig is ontgrendeld.
  5. Draai het stuurslot in de stand UNLOCKED (ontgrendeld). Open de zadeltassen en Tour-Pak zoals nodig.
1Ontgrendelen
2Vergrendelen
Afbeelding 2. Schakelaar elektronische vergrendeling