1 | Lipje |
2 | Rubberen hoes |
3 | Lus |
4 | Borgklem |
1. | Lijn de lipjes van het bolletje uit met de gleuven in de reflector. Plaats het bolletje. | |
2. | Draai de borgklem omlaag, tegen de flens van het bolletje. Druk de kabellus omlaag tot het vrije uiteinde vastzit in de metalen klem. | |
3. | Zie Afbeelding 2. Lijn het pijltje aan de BOVENKANT van de rubberen hoes uit met het pijltje op de reflector (1). Bevestig de rubberen hoes over de platte klemmen van het bolletje. Druk de lucht uit de hoes, zodat de hoes strak over de lens en de reflector wordt bevestigd. | |
4. | Sluit de stekker aan. | |
5. | Controleer of de adapterring (2) zich op zijn plek bevindt en of de twee lipjes van de ring zich in de twee uitsprongen van de koplampbehuizing bevinden. | |
6. | Zorg dat het enkele lipje op de reflector past in de inkeping (3) aan de binnenkant van de adapterring. | |
7. | Voor de modellen XL1200C, XL1200CP, XL1200CA, XL1200CB, XL1200V: Plaats de rubberen vingerafdichting (5). | |
8. | Plaats de sierring en draai deze rechtsom vast op de reflector/lens. | |
9. | Voor de modellen XL883L, XL1200CX, XL1200N, XL1200T, XL1200X: Plaats de schroef (4) en de moer. Voor de modellen XL1200C, XL1200CP, XL1200CA, XL1200CB, XL1200V: Plaats schroef (4). | |
10. | Haal de bout aan tot 1–1,5 N·m (9–14 in-lbs). | |
11. | Monteer de hoofdzekering. Zie Onderhoud en smering → Zekeringen. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
12. | Test of de koplampen werken. | |
13. | Lijn de koplamp uit. Zie Onderhoud en smering → Koplampuitlijning. |
1 | Pijltjes |
2 | Adapterring |
3 | Uitsparing |
4 | Bout |
5 | Vingerafdichting |
6 | XL883L, XL883N, XL1200CX, XL1200T, XL1200X |
7 | XL1200C, XL1200CA, XL1200CB, XL1200CP, XL1200V |